Beschavingsmelancholie

We schreven het hier al eerder: we zijn blij dat we geboren werden in het jaar dat onze ouders de uitbreiding van hun gezin welkom heetten. Al bij al kunnen we terug kijken op vruchtbare en gelukkige jaren. Jaren waar er nog zekerheden waren. We konden nog ‘s avonds in de steden ongehinderd, zonder gevaar voor lijf en leden, gaan eten, een filmpje meepikken, gaan dansen en al dan niet met het openbaar vervoer – of een betaalbare taxi – veilig naar huis keren in de vroege ochtenduren. Er waren in het oude Europa geen oorlogen, het IJzeren Gordijn hield de toestroom uit het oosten tegen, vluchteling was je pas als je uit de politiecombi of de gevangenis kon ontsnappen, Afrika bleef een ver werelddeel waar slechts enkelingen heen trokken voor een (foto)safari of een bezoek aan ons broedervolk aan de Kaap de Goede Hoop (die naam kan inmiddels geschrapt worden – voor blanken is er nog weinig reden voor “goede hoop”), ontwikkelingshulp werd georganiseerd door pater-missionaris die met de collectebus mocht rondgaan, mensenrechten moesten nog uitgevonden worden, vaccinaties voor schimmige ziektes werden in het Tropisch Instituut uitgereikt, griep was iets waarvoor je een dag of twee in je bed bleef maar verder geen aandacht aan besteedde, mannen waren mannen, vrouwen bleven vrouwen, verklede venten waren travestieten, die je in enkele zeldzame beruchte café’s kon bekijken als in het rariteitenkabinet op de foor (… een quasi verplicht bezoek met onze familie van buiten ‘t Stad), op de tram werd nog hoofdzakelijk Nederlands gesproken, bij de gemeente kon je nog gewoon aan het loket aanschuiven voor je papieren, reclame ging over bier, waspoeder, kookvuren, radio’s, TV’s én de M-Brigade met de “Melk moét”slogan…

We kunnen zo nog een tijdje doorgaan.

Het was ook het tijdperk dat de kleurenTV zijn opgang maakte, die een klein kapitaal kostte. En dat het bezit van een auto niet gestigmatiseerd werd. Verder werd een open haard als het toppunt van gezelligheid beschouwd, was het heel normaal dat men na het uittrekken van de jas het pakje sigaretten met bijhorende aansteker op tafel neerlegde. Een chique sigarettenetui en gepersonaliseerde aansteker, al dan niet in een edel metaal, versierd met initialen, waren populaire geschenken. Een nertsjas was een teken van welstand en niet van een dierenfolteraar.

Nog een luxe product was het feit dat we nog konden zeggen wat we dachten en wat we wilden uiten. Een mop was een mop en wie daar niet tegen kon, was een flauwe muggenzifter.

Muziek was muziek met de nadruk op de noten en de tekst. Niet op de hallucinerende lichtflitsen, de spastische dansers, de decibels, de rookmachines, het twijfelachtige geslacht en de even twijfelachtige stemcapaciteit.

Toneelstukken waren verstaanbaar en genietbaar. Zonder naakte acteurs of pornohoudingen.

Een woning huren was geen onmogelijke opdracht. Een woning kopen en kamer na kamer renoveren volgens eigen smaak en financiële middelen mocht toen nog. Je stookte die warm volgens eigen keuze: kolen, olie, gas, hout. Niemand bemoeide zich ermee.

En we realiseerden ons toen niet hoe gelukkig we waren. Kortom: we waren een goed functionerende beschaving. Na de 1990-er jaren ging het bergaf. De linkse betweters van nu kennen de b.g. gouden jaren niet, hebben ze niet beleefd. Maar ze lezen ons nu wel de les omdat we toen blijkbaar alles verkeerd hebben gedaan.

2 gedachten over “Beschavingsmelancholie

  1. Beste Redactie, ik denk heel veel aan die prachtige tijd maar door de verrotting van onze leefwereld door die misdadige import van ellende en geweld leef ik nu in angst en een duister beeld voor de toekomst van mijn/onze kinderen en kleinkinderen veroorzaakt door die linkse lafaards die decadent liggen te parasiteren en dicteren.
    Vanaf dag één van het ontstaan van dat EU gedrocht is de ellende begonnen en daar moeten wij tegen optreden door ze massaal te verjagen.

Reacties zijn gesloten.