Laat mij niet lachen! België is een bananenrepubliek, met in het beste geval een dun laagje rechtsstatelijk vernis erop. Dat wisten we natuurlijk al veel langer. Maar dit dossier is daar nog eens een perfecte illustratie van.
‘De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld.’ Zo staat het in artikel 10 van de Grondwet. Concreet komt dit erop neer dat alleen Belgen in dit land ambtenaar mogen worden.
Een betwistbare rechtspraak heeft dat inmiddels weliswaar al uitgebreid tot onderdanen van de EU, de EER en de Zwitserse Bondsstaat, maar nog niet tot derdelanders. Dit laatste heeft de Raad van State al herhaaldelijk bevestigd, zowel in adviezen als in arresten. Deze situatie is natuurlijk een gruwel in de ogen van de immigratielobby en van al wat politiek correct is in dit land.
‘In afwachting van grondwettelijkheid’
Het heeft er onze bestuurders, inclusief die van N-VA, evenwel niet van weerhouden ongegeneerd besluiten uit te vaardigen en te handhaven waarmee derdelanders in de administraties kunnen worden tewerkgesteld. Lees: “De Grondwet is toch maar een vodje papier”, stelt Barbara Pas….
Het is niet verboden te lachen, te wenen, te vloeken… achter uw mondmasker…
Van belang is hier te kijken naar enkele artikelen uit het strafwetboek :
http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1867/06/08/1867060850/justel
met titel : 8 JUNI 1867. – STRAFWETBOEK. En met artikelen :
HOOFDSTUK I. – SAMENSPANNING VAN AMBTENAREN.
Art. 233. Wanneer personen of lichamen die met enig gedeelte van het openbaar gezag bekleed zijn, maatregelen die in strijd zijn met de wetten of met koninklijke besluiten, beramen, hetzij op een bijeenkomst van die personen of die lichamen, hetzij door het zenden van afgevaardigden of van mededelingen aan elkaar, worden de schuldigen gestraft met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden.
Art. 234.(Zie NOTA 1 onder TITEL) Indien maatregelen tegen de uitvoering van een wet of van een koninklijk besluit beraamd worden door een van de middelen, in het vorige artikel vermeld, is de straf gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar.
De schuldigen kunnen bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van de rechten genoemd in de eerste drie nummers van [1 artikel 31, eerste lid]1.
Indien de beraming plaatsheeft tussen de burgerlijke overheden en militaire korpsen of hun hoofden, worden degenen die ze hebben uitgelokt, gestraft met hechtenis van tien jaar tot vijftien jaar; de anderen, met hechtenis van vijf jaar tot tien jaar.
HOOFDSTUK II. – AANMATIGING VAN MACHT DOOR ADMINISTRATIEVE EN RECHTERLIJKE OVERHEDEN.
Art. 237.Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van vijftig [euro] tot vijfhonderd [euro] worden gestraft, en tot ontzetting, voor een duur van vijf jaar tot tien jaar, van de rechten genoemd in de eerste drie nummers van [1 artikel 31, eerste lid]1 kunnen worden veroordeeld :
(De leden en leden-assessoren van de hoven en rechtbanken, officieren van de gerechtelijke politie), die zich in de uitoefening van de wetgevende macht inmengen, hetzij door verordeningen te maken die wetgevende bepalingen inhouden, hetzij door de uitvoering van een of meer wetten te stuiten of te schorsen, hetzij door te beraadslagen over de vraag of die wetten zullen worden uitgevoerd;
(De leden en leden-assessoren van de hoven en rechtbanken, officieren van de gerechtelijke politie), die hun macht overschrijden door zich in te mengen in zaken welke tot de bevoegdheid van de administratieve overheid behoren, hetzij door verordeningen betreffende die zaken te maken, hetzij door de uitvoering te verbieden van de bevelen die van het bestuur uitgaan.
(1)
Art. 239.Provinciegouverneurs, arrondissementscommissarissen, burgemeesters en leden van bestuurslichamen, die zich inmengen in de uitoefening van de wetgevende macht, zoals in artikel 237, tweede lid, is omschreven, of die zich aanmatigen besluiten te nemen, strekkende tot het uitvaardigen van enig bevel of verbod aan hoven of rechtbanken, worden gestraft met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van vijftig [euro] tot vijfhonderd [euro].
Zij kunnen bovendien worden veroordeeld tot ontzetting, voor vijf jaar tot tien jaar, van de rechten genoemd in de eerste drie nummers van [1 artikel 31, eerste lid]1.
HOOFDSTUK V. – MISBRUIK VAN GEZAG.
Art. 254.Met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar wordt gestraft ieder openbaar ambtenaar, ieder agent of aangestelde van de Regering, van welke staat of rang ook, die het optreden of het aanwenden van de openbare macht vordert of beveelt, doet vorderen of bevelen tegen de uitvoering van een wet of van een koninklijk besluit, tegen de inning van een wettelijk ingevoerde belasting, of tegen de uitvoering hetzij van een rechterlijke beschikking of van een rechterlijk bevel, hetzij van enig ander bevel uitgaande van de overheid.
De schuldige kan bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van de rechten genoemd in de eerste drie nummers van [1 artikel 31, eerste lid]1. (=einde citaten).
Waarop wacht het Vlaams Belang om op basis van voormelde artikelen strafklachten in te dienen tegen diegenen die zich schuldig maken aan de aanmatiging van macht en machtsmisbruik.