Alleen al tussen november 2018 en augustus 2019 legde de VSA vier grote sanctierondes op tegen Venezuela met het doel zo groot mogelijk economische schade te veroorzaken en hun overheersing van het land af te dwingen.
Toen Venezuela zijn goud naar Turkije exporteerde kwam het goudhandelsverbod. Het Venezolaanse staatsgoud, in bewaring bij de Bank of England, mag volgens het bevel van de VSA niet teruggegeven worden om Venezuela de mogelijkheid medicijnen en voedsel te kopen te ontnemen. De sancties tegen de Venezolaanse oliebedrijven waren als nagel aan de Venezolaanse oliekist bedoeld. Met de sancties tegen de Venezolaanse nationale bank werd het Venezolaanse kapitaal grotendeels bevroren, het land compleet uit het internationale financiële systeem gesloten zodat het geen goederen meer kan importeren. Ook geen levensmiddelen of medicijnen. Het economisch embargo van augustus 2019 verbiedt elk VSA-bedrijf eender welke vorm van handel met Venezuela.
De sancties zijn niet alleen wreed, ze schieten aan hun doel voorbij, nl. de bevolking massaal tegen de regering op te jutten. Volgens een onderzoek zou 82% der Venezolanen de VSA sancties afwijzen. Zelfs de belangrijkste opiniepeiler van de oppositie gaf toe dat de meerderheid der Venezolanen “de algemene, economische, olie- en financiële sancties – waaraan in hoofdzaak de bevolking het slachtoffer is – krachtig veroordelen”. M.a.w. de sancties hebben als resultaat dat zowel regeringsgetrouwen als de oppositie nader tot elkaar gegroeid zijn. Het in wilde-westen-stijl beloofde “dead or alive” geld – 5 miljoen US$ – dat de VSA veil hebben voor de uitlevering van Michael Moreno, voorzitter van de opperste rechtbank, had tot op heden geen succes. Hij was niet de eerste – en zal waarschijnlijk niet de laatste zijn – waarvoor de VSA een prijs willen betalen. In maart werd aangekondigd dat de kop van president Maduro 15 miljoen US$ waard is en voor de voorzitter van de grondwetscommissie, Diosdado Cabello, willen de VSA 10 miljoen US$ uitgeven.
De Maduro-regering heeft zich bovendien aangepast aan de situatie: ondanks de economische schade kon de Venezolaanse regering in het vierde kwartaal 2019 een groei aantonen en in 2020 de ergste gevolgen van de coronacrisis afwenden.*
Dit toont aan dat de VSA en hun slippendragers op de achtergrond, met al hun inspanningen er niet in slagen hun wil buiten het eigen territorium door te drijven. Het heeft slechts het resultaat dat de gesanctioneerde landen dichter bij elkaar rukken, elkaar steunen en andere oplossingen zoeken buiten de VSA-hegemonie.
Zo werd in Caracas, de Venezolaanse hoofdstad, eind juli 2020 de eerste ‘Megasis’ geopend, een Iraanse mega supermarkt, 25.000 m2 oppervlakte, met een assortiment van pakweg 2500 elementaire verbruiksgoederen van Iraanse en Venezolaanse makelij. Een supermoderne supermarkt, met een temperatuurmeting en ontsmetting in een sluis aan de ingang. Een supermarkt zonder overbodige versiering of franjes, maar met een duidelijke boodschap: we laten ons niet kelderen!
Iran leverde de laatste maanden ook benzine en materiaal om de olieraffinaderijen terug operationeel te maken nadat ze door de VSA sancties stil gelegd werden.
*In Syrië gaan de VSA nog een stap verder: ze bezetten de olie- en gasvelden, laten landbouwgronden afbranden, brengen ISIS-terroristen in veiligheid naar Irak…
Men gaat hier wel snel kort door de bocht.
Een Supermarkt voor de Happy Few! niet meer niet minder zeker.