Koning Filip schendt neutraliteit

Standpunt

Artikel

Door: Pieter Bauwens – hoofdredacteur Doorbraak

Filips fout

Koning Filip wil niet wachten en is de dag na de verkiezingen al begonnen met de eerste gesprekken. Hij consulteert alle voorzitters van partijen met verkozenen in het federale parlement. Alle?

Laten we even teruggaan in de tijd. Naar 1936 – de jaren ‘30 weet u wel? De grootvader van onze huidige vorst, Leopold III, ontving toen ten paleize, elk apart: Staf De Clercq en Hendrik Borginon nadat het VNV op 24 mei 1936 een klinkende overwinning had geboekt. De soeverein ontving ook Léon Degrelle, de leider van Rex en communistenleider Joseph Jacquemotte, ook twee winnaars van die verkiezingen.

78 jaar later ontvangt Filip alle partijvoorzitters, inclusief Peter Mertens en Raoul Hedebouw van de communistische PTB-PVDA+ die voor het eerst verkozenen hebben. Alle? Een partijvoorzitter is niet ter consultatie gevraagd: Gerolf Annemans van het Vlaams Belang. Filip volgt hierbij het spoor van zijn grote voorbeeld: koning – nonkel – Boudewijn. Hij was de eerste koning die het Vlaams Belang (toen nog Vlaams Blok) in een royaal cordon plaatste, daarin gevolgd door broer Albert II. Ze kwamen nooit op audiëntie, niet als ze 24% haalden, en nu niet wanneer ze 6% halen. U kunt gerust opwerpen: het Vlaams Blok/Belang zou geweigerd hebben, het had zijn kat gestuurd. Dat kan. Maar een neutraal vorst, echt neutraal, moét iedereen vragen. Anders is hij niet neutraal en kan hij geen koning zijn.

Het gekke van het verhaal is, dat niemand daar nog bij stilstaat. Niemand maakt daar nog een punt van. Iedereen vindt het normaal dat het Vlaams Belang niet wordt uitgenodigd. Maar dat is het punt niet. De koning wordt ons verkocht als de ‘neutrale’ factor in de onderhandelingen maar is dat in geen geval. De vraag moet ook gesteld worden wat het criterium is van de koning om deze partij te weigeren en of het in de toekomst mogelijk is dat ook andere partijen niet meer worden uitgenodigd? Volgende vraag: wie draagt de politieke verantwoordelijkheid voor het koninklijk cordon? In principe is dat de eerste minister, maar die is ontslagnemend. De politieke verantwoordelijkheid tijdens de formatie is dus pure politieke fictie. Onze onverantwoordelijke koning kan dus vrolijk onverantwoorde politieke daden stellen en niemand reageert daarop, integendeel verwacht het én vindt het normaal.

De vorige koning ging niet alleen zijn boekje te buiten tegenover het Vlaams Belang. Of zijn we vergeten hoe Bart De Wever in de formatie na de verkiezingen van 2010 een rondje mocht lopen uit beleefdheid, eentje ‘van moeten’ en niet anders kunnen? Daarna werd hij vakkundig uit de koers genomen om over te gaan tot de orde van de dag. Ook daar deed het Paleis actief aan politiek, een heel stuk subtieler en dus nog veel gevaarlijker. Ook daar maalde blijkbaar niemand om. Er is met andere woorden sprake van een opvallende normvervaging over de actieve politieke rol van de koning die openlijk laat blijken niet neutraal te zijn.

Als niemand in de pers vragen stelt bij het optreden van Filip, dan doen wij dat met Doorbraak wel.

Sire,

Een deel van het (Vlaamse) politieke landschap negeren, een deel van de kiezers publiek buiten spel zetten, een deel van uw onderdanen discrimineren is uw rol onwaardig. Ofwel vervult u uw grondwettelijke plicht in neutraliteit, ofwel laat u de formatie over aan de politici. De praktijk in de deelstaten laat zien dat dit heel vlot kan verlopen. Het schimmenspel dat nu elke keer wordt opgevoerd is hopeloos achterhaald. U hebt de kans gemist om de historische fouten van uw oom en vader recht te zetten en te tonen dat u de koning bent van àlle Belgen.

We stellen tot onze eigen verbazing vast dat uw autocratische grootvader Leopold III over een groter gevoel voor democratisch handelen bleek te beschikken dan Boudewijn, Albert II en Filip.

 

Brief Gerolf Annemans

Waarde medestander,
U hebt het samen met mij kunnen vaststellen: de verkiezingsuitslag van gisteren is barslecht.
Mij persoonlijk deed het zeer veel pijn. Ook als voorzitter was dat zo. Niet in het minst voor alle leden en militanten die zich hard hebben ingezet. Ik had het liever anders gewild. Maar als goede democraten moeten we dit oordeel aanvaarden.
Een eerste vaststelling die ik nog voor alle anderen maakte, is dat de N-VA weliswaar een reusachtige overwinning haalt (waarvoor ik Bart De Wever oprecht heb gefeliciteerd), maar dat ondertussen de drie traditionele partijen min of meer overeind blijven en dat enkel wij het gelag betalen. Gevolg is dat die drie traditionelen zich nu aan elkaar klitten omdat ze in feite niet werden afgestraft voor hun neo-belgicisme.
Maar mijn tweede en dit keer gelukkige vaststelling is dat onze partij nog zo’n kwart miljoen mensen overtuigt en op alle fronten en in alle parlementen actief zal blijven om deze mensen te vertegenwoordigen. Het Vlaams Belang staat er nog, kleiner dan wij gehoopt hadden, maar te groot om op te geven zoals onze vele tegenstanders maar al te graag zouden willen.
Dit resultaat heeft uiteraard grote en praktische gevolgen voor de partij, niet in het minst
op het financiële maar belangrijker ook op het menselijke vlak: een grondige reorganisatie dringt zich op. Het Partijbestuur kwam vandaag bijeen en belastte ondervoorzitter Chris Janssens met een opdracht om een grondige analyse te maken op basis waarvan een aantal opties zullen genomen worden.
Ik heb meteen ook meegedeeld dat ik mijn voorzitterschap ter beschikking stel en dat ik in oktober nieuwe voorzittersverkiezingen zal organiseren. Ik blijf tot die tijd, om de reorganisatie waartoe de Partijraad en het Partijbestuur zullen beslissen in goede banen te leiden, zodat er voor mijn opvolger geen praktische moeilijkheden zullen zijn om zijn of haar beleid verder uit te stippelen en zodat de partij in orde en eensgezindheid aan de toekomst kan beginnen.
Ik dank oprecht alle leden, kandidaten en militanten van de partij, die mij en ons hun vertrouwen hebben geschonken. De campagne voor 2018 en 2019 begint morgen.
Hartelijke groet,
Gerolf Annemans

Arvo Pärt – Tabula Rasa

klassische-musikArvo Pärt (Paide, 11 september 1935) is een Estische componist. Hij is één van de belangrijkste hedendaagse componisten van sacrale muziek.

Arvo Pärt kreeg zijn eerste muzieklessen toen hij zeven jaar oud was. Hij volgde een opleiding aan het conservatorium in Tallinn vanaf 1957, waar hij les kreeg in compositie van Heino Eller en waar hij in 1963 ook afstudeerde. Zijn eerste composities, waarin invloeden te horen zijn van Béla Bartok, Sergej Prokofjev en Dmitri Sjostakovitsj, dateren uit zijn studietijd. Voor zijn eerste orkestrale compositie, genaamd Necrolog, gebruikte hij de twaalftoontechniek van Arnold Schönberg, maar dit bezorgde hem veel kritiek van het Sovjetregime. Na zijn studie kreeg hij een baan bij een radiostation in Estland. Daarnaast ging hij door met componeren. Pärt experimenteerde na zijn studie met diverse compositietechnieken en schreef aanvankelijk vooral seriële muziek.

Volgens zijn biograaf Paul Hillier raakte hij hierna in een spirituele en professionele crisis. Hij ging op zoek naar andere muziek en bestudeerde Gregoriaanse muziek, de opkomst van de polyfonie in de Renaissance. In die tijd trad hij toe tot de Russisch-orthodoxe Kerk. In 1968 componeerde hij het werk Credo, daarna trok hij zich een tijd terug en bestudeerde hij Middeleeuwse muziek, waaronder die van Franse en Vlaamse componisten als Josquin Des Prez, Guillaume de Machault, Jacob Obrecht en Johannes Ockeghem.

In 1971 maakte hij zijn rentree met Symfonie nr. 3, waarbij de polyfone structuur kan worden herleid tot de Nederlandse componisten en die elementen van zowel middeleeuwse als van Barokmuziek in zich draagt.

Na deze periode sloeg Pärt een andere weg in. Hij begon muziek te maken die hij zelf tintinnabular noemt, (van het Latijn tintinabuli, hetgeen klokjes of kleine bellen betekent) muziek die klinkt als het geluid van bellen of klokken. Deze muziek wordt gekenmerkt door simpele harmonieën, vaak ook door enkele noten of drieklanken die volgens de componist als bellen klinken. Het eerste stuk waarin hij van deze techniek gebruik maakt is Für Alina, een pianowerk uit 1976. Daarna volgden de drie werken die tot op heden toe het meest bekend zijn: Fratres, Cantus In Memory Of Benjamin Britten, en Tabula Rasa. Estland was vanaf 1944 tot en met 1991 bezet door Rusland. In 1980 verliet Pärt Estland en emigreerde hij naar Wenen. Een jaar later verruilde hij de Oostenrijkse hoofdstad voor West-Berlijn, waar hij momenteel nog steeds woont. Werk van Pärt is onder andere uitgevoerd door het Hilliard Ensemble en Gidon Kremer. Sinds zijn vertrek uit de Sovjet-Unie schrijft Pärt veel religieuze werken, vaak in opdracht van koren en kathedralen. In 2003 ontving hij de Contemporary Music Award. In 2008 ontving hij de Deense Léonie Sonning-prijs.

Op 10 december 2011 werd hij door Paus Benedictus XVI voor een hernieuwbare periode van vijf jaar benoemd tot lid van de Pauselijke Raad voor de Cultuur

Arvo Pärt wordt wel eens een van de leden van The God Squad genoemd.

In Memoriam : Jean-Luc Dehaene (1940-2014)

QUIMPER – Op donderdag 15 mei 2014 overleed oud-premier en minister van Staat Jean-Luc Dehaene na een ongelukkige val in de Bretoense stad Quimper. Dehaene werd 73. Een carrièreoverzicht.

  • 1940 – Jean-Luc Joseph Marie Bobby Mohammed Slisse Dehaene wordt geboren in Montpellier in Zuid-Frankrijk, dat toen nog Vichy-Frankrijk heette.
  • 1953 – Een nog onervaren Dehaene lost een probleem op dat zich nog niet gesteld heeft. 
  • 1958 – In het Sint-Jozefscollege in Aalst rondt Dehaene met vrucht zijn opleiding Grieks-Latijn-Sanitair af, die hem uitstekend zal voorbereiden op zijn latere politieke loopbaan. 
  • 1965 – Dehaene huwt met Celie Peeters, die erg tevreden is dat ze vanaf dat moment de familienaam van het gezinshoofd mag overnemen. 
  • 1970 – De invoering van het Vernieuwd Secundair Onderwijs installeert de opdeling tussen ASO, TSO, BSO en KSO waardoor de opleiding Grieks-Latijn-Sanitair, net als de opleiding Snit, Naad en Kwantumfysica, verdwijnt. 
  • 1973 – Club Brugge speelt kampioen. Dehaene verschijnt met een zware kater op een belangrijke vergadering bij het ACW. 
  • 1980 – Club Brugge speelt kampioen. Dehaene verschijnt met een zware kater op een belangrijke ministerraad. 
  • 1987 – De kwestie-Happart brengt België in een ongeziene communautaire impasse. De regering-Martens valt en Jean-Luc Dehaene wordt aangesteld als informateur. Hij vraagt koning Boudewijn honderd dagen om een regering te vormen. Het lukt hem in 106 dagen. 
  • 1988 – Club Brugge speelt kampioen. Dehaene verschijnt met een zware kater op een belangrijk kernkabinet. 
  • 1992 – Met zijn Globaal Plan mikt premier Dehaene op werelddominantie. De eerste stap in dat Globaal Plan, het halen van de Maastrichtnorm, is gelukt. 
  • 1995 – Dehaene wordt opnieuw verkozen tot premier.  Hij denkt even aan de naam “Dehaene: First Blood Part II” maar kiest uiteindelijk voor het sobere “Regering-Dehaene II.” 
  • 1995 – Bij een bezoek aan een Amerikaans bedrijf voor kunstmatige inseminatie van grootvee kruipt Dehaene, in cowboyoutfit, op één van de mechanische dekstieren en roept tijdens de genante vertonig “Let the beast go!” Weken diplomatie en de belofte dat de Amerikaanse inlichtingendiensten toegang krijgen tot alle telefoon- en dataverkeer van Belgacom zijn nodig om de relaties met de VS te normaliseren. 
  • 1999 – België wordt geteisterd door dioxine-kippen, die de neiging hebben te ontploffen als ze schrikken. Er vallen duizenden slachtoffers.  CD&V verliest de verkiezingen en boegbeeld Jean-Luc Dehaene verlaat de nationale politiek. 
  • 2003 – Club Brugge speelt kampioen. Dehaene verschijnt met een zware kater op een belangrijke gemeenteraad. 
  • 2007 – Dehaene vult zijn karig parlementair pensioen aan met bestuursmandaten bij Domo, Inbev, Lotus Bakeries, Telindus, Umicore en Dexia (nu Belfius, nvdr.). 
  • 2012 – Door de inflatie bedraagt het aantal dagen dat men aan de koning moet vragen om een regering te vormen nu ruim 500 dagen. 
  • 2013 – Pascal Smet probeert een brede eerste graad in te voeren in het secundair onderwijs, waardoor men opnieuw Grieks-Latijn-Sanitair zou kunnen studeren. Het voorstel wordt echter getorpedeerd, volgens critici omdat het lek is langs alle kanten. Pascal Smet heeft dan ook nooit de mogelijkheid gehad om Grieks-Latijn-Sanitair te studeren. 
  • 2014 – Jean-Luc Dehaene overwint pancreaskanker en is klaar voor een rustige oude dag. Op 15 mei breekt er echter een rijstpapleiding in de Hemel, waardoor God dringend een goeie loodgieter toch zich moet roepen.

http://www.raaskalderij.be/2014/05/in-memoriam-jean-luc-dehaene-1940-2014/

 

Joseph Haydn – Celloconcert nr. 1 in C – groot

klassische-musikHet Cello Concerto No 1 in C Major, werd door Joseph Haydn gecomponeerd rond 1761-1765 voor zijn oude vriend Joseph Franz Weigl , de eerste cellist van prins Nicolaus ‘s Esterházy Orchestra.

Het werk  geraakte verloren tot 1961, toen musicoloog Oldřich Pulkert een kopie ontdekte in het Nationaal Museum van Praag. Hoewel sommige twijfelen aan de authenticiteit van het werk, geloven de meeste deskundigen dat Haydn dit concerto componeerde.

Dit vroege werk, dat dateert van vóór zijn D majeur cello concerto ongeveer twintig jaar later,  toont Haydn als een meester van instrumentale schrijven. Het concerto weerspiegelt de ritornello vorm van het barokke concerto alsook de opkomende structuur van de sonata-allegro vorm. Net als in het barokke concerto grosso, is het begeleidende ensemble klein: strijkers, twee hobo’s en twee hoorns. Het is mogelijk dat Weigl de enige cellist was in de Esterházy Orkest toen Haydn het stuk schreef.

Na de orkestrale expositie van het eerste deel, speelt het solo-instrument het openingsthema met volledige akkoorden door alle vier de snaren te gebruiken.  Virtuositeit wordt verder ontwikkeld in het gebruik van snel repeterende noten, het zeer hoge bereik, en snelle contrasten van het register. Deze beweging wordt gedomineerd door één enkel thema, hoewel het thema zelf verschillende motieven bevat die Haydn afzonderlijk ontwikkelt. Tegen het einde wordt een cadens gespeeld.

In het langzame deel , gaat de cello dramatisch door op een lange noot terwijl de orkestrale strijkers het openingsthema hervatten.

De pittige finale, geschreven in sonata allegro vorm, vertegenwoordigd een nieuwe kans voor Haydn om te laten zien wat hij kon doen in het spinnen van één enkel thema in een serie korte motieven en een grote verscheidenheid aan snel wisselende stemmingen. De virtuositeit van het solo-instrument wordt benut in deze beweging, vooral in passages waar de cello snel wisselt van laag naar hoog, zodat het lijkt dat er twee instrumenten spelen.

 

Polygamie

Veel polygame Marokkaanse vrouwen in Europa volgens Kamerlid

Heel wat Marokkaanse vrouwen in Europa zijn polygaam. Deze vrouwen zijn in Europa hertrouwd zonder van hun eerste echtgenoot in Marokko te scheiden.

Dat vertelde PJD-lid Nezha Elouafi op zaterdag in Rabat, tijdens een symposium over Marokkanen in het buitenland en de Mudawana (familiewet).

Nezha Elouafi kon echter geen cijfers geven over het aantal Marokkaanse vrouwen die zowel in Europa als in Marokko zijn getrouwd. Volgens haar trouwde het merendeel van deze vrouwen in hun gastland om hun situatie te regulariseren.

Het Kamerlid somde tijdens het symposium enkele positieve punten van het Marokkaanse familierecht, met name de gendergelijkheid. Zij stelde ook dat dringende hervormingen nodig zijn om de wetten tussen gastlanden en Marokko te laten overeenstemmen.

Afgelopen februari was een Marokkaanse vrouw in Canada veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf omdat ze in Marokko was getrouwd terwijl ze in Canada niet van haar eerste echtgenoot was gescheiden.

Een Marokkaanse man uit Canada ontdekte onlangs dat zijn vrouw met wie hij een dochtertje heeft, een tweede echtgenoot had in de stad Fez.

De bedrogen man diende een klacht in, waarop de vrouw enkele dagen geleden door de rechtbank in Rabat werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf.

Zij werd vervolgd voor fraude en ernstige morele schade. De man verklaarde aangetast te zijn in zijn mannelijkheid en dat de zaak veel invloed heeft gehad op zijn familiale stabiliteit.

Uit het politierapport blijkt dat de man in 2003 in Rabat was getrouwd en zijn vrouw mee naar Canada had genomen.

De tweede echtgenoot van de vrouw verklaarde dat het om een schijnhuwelijk ging waarmee hij een Canadees verblijfsvergunning wilde verkrijgen. Hij zou niet hebben geweten dat zij reeds getrouwd was.

De vrouw verklaarde voor de rechter dat zij door de man te helpen een verblijfsvergunning te verkrijgen, hoopte dat zijn broer met haar zus zou trouwen. Ook verklaarde ze dat haar eerste man haar had verstoten.

Volgens haar advocaat is ze het slachtoffer van een afrekening. De zaak gaat in beroep.

Bron: http://www.bladna.nl/marokkaanse-huwelijk-twee-mannen,07733.html

Bron: http://www.bladna.nl/polygame-marokkaanse-vrouwen,08465.html

Felix Mendelssohn Bartholdy – Symfonie nr. 3 “Scottish”

klassische-musikMendelssohn: Symphony No. 3 ‘Scottish’

Kort na zijn twintigste verjaardag ondernam Mendelssohn gedurende vijf jaar een aantal reizen door Europa die hem krachtige creatieve impulsen gaven. Voorjaar 1829 toog hij naar Londen waar hij met zijn persoonlijke en artistieke kwaliteiten bewondering oogstte. Eind juli ging hij naar Schotland.

In de schemering van 30 juli bezocht Mendelssohn, om bij te komen van een vermoeiende concertreeks in Londen, het paleis Holyrood en meer in het bijzonder de resten van de vernielde kapel. Van Schiller kende hij het droeve lot van de Schotse koningin Mary en de moord van haar secretaris Rizzio.

In een brief naar huis schreef hij: “Er groeit veel gras en klimop in en aan het beschadigde altaar werd Maria tot koningin van Schotland gekroond. Alles is daar in stukken gebroken, vermolmd en wordt door een heldere hemel belicht. Ik geloof dat ik daar vandaag het begin van mijn Schotse symfonie heb gevonden”.

Lees verder

Richard Strauss – Ein Heldenleben, opus 40

klassische-musikRichard Strauss – Ein Heldenleben, Opus 40

Ein Heldenleben is een symfonisch gedicht van Richard Strauss (1864-1949). Het werk werd afgerond in 1898, in een periode waarin het talent van de componist tot volle wasdom was gekomen. Strauss droeg het werk op aan de toen zevenentwintig jaar oude dirigent Willem Mengelberg en het Concertgebouworkest in Amsterdam. De première werd desondanks uitgevoerd door het Frankfurter Museumsorchester.

Ein Heldenleben is een compositie die zonder pauzes wordt uitgevoerd, (behalve de dramatische pauze aan het eind van het eerste deel). Het werk bestaat uit de volgende delen (die niet altijd worden vermeld omdat Richard Strauss later wilde dat dat niet meer zou gebeuren):

  1. Der Held
  2. Des Helden Widersacher
  3. Des Helden Gefährtin
  4. Des Helden Walstatt
  5. Des Helden Friedenswerke
  6. Des Helden Weltflucht und Vollendung

Strauss hanteert in Ein Heldenleben de techniek van het Leitmotiv zoals zo vaak gebruikt door Richard Wagner, als onderdeel van de symfonische sonate-rondo structuur. Het geheel duurt ongeveer drie kwartier, onder te verdelen in respectievelijk vierenhalve minuut, drie, twaalf, negen, vierenhalve en tenslotte elf minuten voor de opeenvolgende delen:

1. Der Held: Het belangrijkste thema van de held wordt voor het eerst vertolkt door een samenspel van de hoorns en de celli, vergelijkbaar met het oorspronkelijke thema van Ludwig van Beethovens derde symfonie, de “Eroica”: een contrasterend lyrisch thema wordt het eerst gespeeld door de hoge strijkers en de houtblazers. Een tweede heroïsch motief wordt geïntroduceerd door de trompetten als de held zijn avontuur tegemoet rijdt, gevolgd door een onverwacht lange pauze, de enige in het gehele werk.

Lees verder

Giacomo Puccini – Suor Angelica

klassische-musikSuor Angelica (Zuster Angelica) is een opera in één bedrijf van Giacomo Puccini op een Italiaans libretto van Giovacchino Forzano. Het is het tweede deel van Il trittico (de triptiek). De eerste uitvoering vond op plaats 14 december 1918 in New York en werd verzorgd door de Metropolitan Opera.

Plaats: Een klooster nabij Siena

Tijd: Het laatste gedeelte van de 17e eeuw

De opera begint met scènes die de typische aspecten van het leven in het klooster weergeven: alle zusters zingen hun lofzang, en de zuster ordebewaarster legt de twee lekenzusters boetedoening op en iedereen verzamelt zich op de binnenplaats. De leermeesteres legt uit dat het de eerste van de drie avonden is dat de neergaande zon de fontein bereikt en het water goud kleurt. Dat zijn de avonden waarop de zusters bidden voor de medezusters die het afgelopen jaar zijn overleden. Zuster Genevieve doet het voorstel om wat van het gouden water op het graf van zuster Rosa, die dit jaar overleden is, te sprenkelen.

De zusters bespreken de kleine wensen die zij hebben met elkaar. De ordebewaarster is van mening dat welke wens dan ook verkeerd is. Zuster Genevieve bekent dat ze graag de lammetjes weer zou zien, en zuster Dolcina zou graag iets goeds te eten hebben. Alleen zuster Angelica beweert geen wensen te hebben, maar zo gauw ze dit zegt beginnen de anderen te fluisteren: zuster Angelica heeft gelogen, want ze verlangt al jaren naar bericht van haar familie. Sinds ze zeven jaar geleden het klooster inging heeft ze niets meer van hen gehoord. Het gerucht gaat dat ze voor straf naar het klooster is gestuurd.

Giacomo Puccini

De conversatie wordt onderbroken door de ziekenzuster, die zuster Angelica smeekt een geneeskrachtige kruidendrank te maken: haar specialiteit. Dan komen de lekenzusters met de mededeling dat er een koets is gearriveerd bij het klooster. Angelica wordt onmiddellijk nerveus, en denkt (terecht) dat iemand uit haar familie haar komt opzoeken. Moeder-overste spreekt haar bestraffend toe vanwege haar onbetamelijke opwinding en laat dan weten dat het bezoek niemand minder is dan de tante van Angelica, een kille en ongenaakbare prinses.

De prinses legt uit dat Angelica’s zuster gaat trouwen, en dat Angelica daarom allerlei papieren moet tekenen om afstand te doen van het recht op haar erfenis. Angelica antwoordt dat ze heeft geboet voor haar zonden, maar dat er één ding is wat ze niet kan doen – de herinnering aan haar onechte zoontje dat haar zeven jaar geleden is afgenomen loslaten. De prinses weigert eerst te spreken, maar uiteindelijk vertelt ze zuster Angelica dat haar zoon aan de koorts gestorven is. Zuster Angelica, total geruïneerd, tekent het document en stort ineen. De prinses vertrekt.

Zuster Angelica krijgt een visioen – ze gelooft dat haar zoontje haar roept om naar hem toe te komen in het paradijs. Ze bereidt een gifdrank en neemt die in. Pas dan realiseert ze zich dat zelfmoord een doodzonde is en dat ze zichzelf hiermee verdoemd heeft. Ze smeekt de maagd Maria om vergiffenis en wanneer ze sterft gebeurt er een wonder: de Maagd Maria verschijnt, samen met Angelica’s zoon, die haar omhelst.

Johann Sebastian Bach – Johannes-Passion deel 1

klassische-musikDe Johannes-Passion (BWV 245) van Johann Sebastian Bach is een oratorium met als onderwerp het lijden en sterven van Jezus volgens het Evangelie volgens Johannes. De originele titel luidt ‘Passio secundum Johannem’.

Bach schreef de Johannes-Passion in 1724 in drie maanden tijd. Op 7 april van dat jaar, Goede Vrijdag, werd de Johannes-Passion voor het eerst uitgevoerd in de Nicolaïkirche in Leipzig. Een jaar later verving hij het openingskoor door een ingetogen koraalbewerking, waarschijnlijk omdat er kritiek op de (te uitbundige) muziek was gekomen. Bach bleef wijzigingen aan de Johannes-Passion aanbrengen, zodat er tegenwoordig vier verschillende versies bestaan (naast die uit 1724 en 1725 is er ook een versie uit1728 en 1749). Vlak voor zijn dood begon Bach aan een nieuwe versie, die hij niet heeft kunnen afmaken.

De Johannes-Passion wordt vaak vergeleken met de Matthäus-Passion, die Bach enkele jaren later zou schrijven. In vergelijking met de Matthäus-Passion, is de Johannes-Passion muzikaal wat feller, maar tegelijkertijd ingetogener. Zijn voor de Matthäus-Passion twee orkesten en twee koren nodig: bij de Johannes-Passion volstaat een klein orkest en koor.

Bach volgt vrijwel letterlijk de teksten van het Evangelie volgens Johannes. Op twee plaatsen brengt hij een kleine toevoeging uit het Evangelie volgens Matteüs aan (het wenen van Petrus nadat de haan gekraaid heeft en het scheuren van het voorhang in de tempel, de aardbeving, het splijten van de rotsen en de opstanding van de gestorvenen na de dood van Jezus). Hierdoor ligt het accent in de Johannes-Passion minder op het lijden van Jezus. Jezus komt meer over als een krachtige persoonlijkheid die een boodschap te vertellen heeft dan als het trieste slachtoffer in de Matthäus-Passion. Veel aandacht wordt besteed aan de beschrijving van het proces van Jezus.

De eerste noot van het openingskoor spelen de houtblazers een driestemmige bes, d g: dit staat voor Soli (bes) Deo (d) Gloria (g): Bach draagt de compositie direct op aan God.

Ook op andere plaatsen in de Johannes-Passion maakt Bach gebruik van muzikale symboliek. Zo is het moment dat Pontius Pilatus zwicht voor de druk om Jezus ter dood te brengen het centrale punt. Vanuit dit koraal, Durch Dein Gefängnis, Gottes Sohn is de opbouw van de Johannes-Passion symmetrisch opgebouwd: hiermee (en door het relatief korte eerste deel en langere tweede deel) geeft Bach een kruisvorm aan.

Volg bruggetje voor de ontstaansgeschiedenis

en dit voor nog meer achtergrondinformatie