Een rechtbank in New York heeft de Jordaanse Arab Bank, een van de grootste en gerenommeerdste financiële instellingen uit het oosten, schuldig verklaard voor ‘ondersteuning van terroristen’. De bank zou de terreurbeweging Hamas systematisch financiële hulp gegeven hebben en moet nu schadeloosstelling betalen aan diens slachtoffers.
Familieleden van de slachtoffers, die bij zelfmoordaanslagen in Israël en in de Palestijnse gebieden omkwamen, hebben de bank tien jaar geleden in de VSA voor de rechtbank gedaagd, omdat deze hoge geldsommen aan de nabestaanden van de daders overgemaakt zou hebben.
Een mijlsteen, want de eerste keer dat een bank zich n.a.v. de anti-terreurwet voor een Amerikaanse rechtbank moet verantwoorden. Meer dan een maand duurden de pleidooien van Hamas-experten en van getuigen, die de verbinding Arab-Bankrekeningen en extremisten moesten aantonen. In detail legden ze uit hoe het geld naar de familieleden der terroristen doorgesluisd werd.
Als bewijs werden bankafschriften voorgelegd, die electronische overschrijvingen t.b.v. 5300 dollar per zelfmoordaanslag aan familieleden van ‘martelaarsoperaties’ vermeldden.
De Arab Bank gaat – zoals verwacht – in beroep. Hun advocaten vinden de bewijzen ‘te dun’ en ‘vol met fouten’. Getuigen voor de verdediging zouden geweigerd geweest zijn. Het bedrag van de schadeloosstelling werd nog niet vastgelegd; er werd meer dan 1 miljard geëist.. Hiervoor is een bijkomende rechtszaak nodig.
De Arab Bank zou aanslagen gefinancierd hebben door, tijdens de tweede intifada van 2000 tot 2005, familieleden van Hamas zelfmoordterroristen geld over te maken uit een schadeloosstellingsfonds (NGO Saudi Committee), dat in Saoedi-Arabië gedeponeerd werd. Meer dan 70 miljoen dollar (54.6 miljoen euro) zou op deze wijze naar Hamas en soortgelijke organisaties gevloeid zijn.
De bank weigert de bewijsvoering te erkennen en beweert niets te maken te hebben met het conflict in het M.O. tussen Israël en de Palestijnen. Ze zweert totaal onschuldig te zijn en zich uitsluitend en alleen met ‘dagdagelijkse bankzaken’ bezig te houden, die vanzelfsprekend niet in strijd zijn met de Amerikaanse anti-terreurwetgeving. Als uitsmijter: de Arab Bank ontkent ooit de bedoeling gehad te hebben ‘Hamas of andere bekende terreurgroeperingen te ondersteunen’.
Wat achtergrondkennis over de Arab Bank is allicht nuttig. Dit eerste private geldinstituut in de Arabische wereld is vandaag een multinationaal fungerende financiële onderneming met 600 filialen in 30 landen. De balans van 2013 toonde beleggingen voor een bedrag van 46.4 miljard dollar, een eigen kapitaal van 7.8 miljard dollar. De bank overleefde gedurende 80 jaar alle oorlogen en regeringswissels in het M.O.
In de Palestijnse gebieden is de Arab Bank de eerste keuze voor de financiering van bouwprojecten van Amerikaanse en Europese ontwikkelingshelpers, van de VN en internationale hulporganisaties. Ze heeft onder haar beheer de rekeningen van de Palestijnse overheid, waarop Israël hun aandeel van douanerechten en belastingen overschrijft. Met bijna 1000 personeelsleden in 27 filialen is de Arab Bank ook een van de belangrijkste werkgevers in Gaza en de westelijke Jordaanoever.
FT