Amerika – Rusland: 0 – 1

Schitterend gewoon.  Top vermaak.  Dit had een debat moeten zijn tussen twee verdedigers van de Russische en de Amerikaanse politiek.    Kijk hoe de moderator ‘vergeet’ dat hij verondersteld wordt het debat in goede banen te leiden.  De Russische tegenspeler staat grijnzend met zijn duimen te draaien. 

Met Michael Bohm, een Amerikaanse journalist gestationeerd in Moskou, wordt de vloer aangeveegd.  Telkens hij meent een punt te kunnen maken, haakt de moderator erop in en draait de pijl om.   We zouden bijna medelijden met hem krijgen.  Bijna…

https://youtu.be/JGATVTWiw4A

Het spijt ons: geen vertaling beschikbaar.  Slechts Duitse ondertiteling.

 

2 gedachten over “Amerika – Rusland: 0 – 1

  1. Het mag dan al oud zijn, maar Knut Hamsun schrijft over Amerika (1889) wijsheden waarvan er vandaag nog gelden:
    ‘Amerika is tweehonderd jaar oud. Van die tweehonderd jaar was het honderd jaar lang onbebouwd, in de volgende honderd jaar begonnen enkele Europeanen in te wijken, fatsoenlijke, brave mensen, ijverige knechten, gespierde wezens, lichamen wier vuisten het land bebouwbaar konden maken en wier hersenen niet konden denken. Een mensenleeftijd verliep: meer en meer brave lieden kwamen per zeilboot naar Quebec, gevolgd door de een of andere bankroete cafébaas en de een of andere piëtistische priester. De tijd ging verder: op de rede van Baltimore liep een schoener binnen met drie en dertig arbeiders, vijf bankroeten en een doodslager aan boord. De tijd ging verder: een bark gleed de haven van Portsmouth binnen, die honderd knechten, duizend pond priesters, een half dozijn moordenaars, veertien falsarissen en twintig dieven meebracht. En op een nacht deed een koopvaardijschip New Orleans aan, het was een stille nacht en een donker schip vol koopwaar. Het kwam van de Boven-Nijl en had een lading van zeventig zwarten in het ruim. Ze werden aan wal gebracht: gespierde dieren, wier vuisten nog nooit de grond hadden bewerkt en wier hersenen nog nimmer hadden gedacht. En de tijd ging verder: mensen kwamen in stromen het land binnen, men had de stoomboot uitgevonden die hen over zee bracht. Men overstroomde Boston, men vulde New York. Dag voor dag zwermden de mensenmassa’s van de gehele wereld over de prairie gebieden uit, mensen van alle rassen en talen, fatsoenlijke lieden zonder tal, bankroeten en misdadigers, avonturiers en geesteszieken, priesters en negers – allen behorende tot het geslacht der paria’s van de gehele aarde. En geen adellijke ziel.
    Uit een dergelijke bevolking, uit zulke individuen zou Amerika een geestelijke élite vormen…
    Het ging het land goed. Er was goud in Nevada en Californië, zilver en petroleum in Pennsylvania, ijzer en koper, kwikzilver en lood in Montana, steenkool in de Alleghany Bergen, in Ohio, Kentucky en Virginia, er was landbouw en veeteelt. De goede lieden uit de hele wereld voelden zich behaaglijk in het nieuwe rijk, zij paarden en kregen nakomelingen, genoten van het leven, stonden tot aan hun knieën in het eten en aten ongeveer drie- tot viermaal zoveel als in hun vroegere vaderland. En uit de knechten werden patriotten geboren.
    Uit deze patriotten, uit deze goede lieden zou Amerika een geestelijke élite vormen…
    Het is onbillijk in Amerika een élite te verwachten, het is meer dan onbillijk van een land een élite te verlangen, dat als natie beschouwd het zuiverste experiment is. Onder de Amerikanen treft men geen streven naar het hoogste aan: het beste dat ze verlangen is Yankees van het zuiverste water te zijn, wier doel het gemeenschappelijke niveau is: de politieke democratie.
    Men kan het gemeen zo talrijk maken, dat het met zijn klauwen een stuk heerschappij bemachtigd; men kan het een slachtmes in de hand geven en het bevelen te steken en te moorden, en men kan het als ezels voor zich uit drijven, om bij een verkiezing de bovenhand te hebben. Maar de overwinning behalen, in geestelijke zin overwinnen, de wereld een voetbreedte verder brengen, neen, dat kan het gemeen niet.

Reacties zijn gesloten.