Nu staan we dus weer voor de nacht der geesten en spoken, voor Halloween. En niemand schijnt nog te weten waar deze dag zijn wortels heeft. Ook als dit jaar een virus een streep door de Halloweenzotternijen trekt…
Eigenlijk zouden deze dagen een “stille tijd” moeten zijn, de tijd van terugblik, van familiebanden, van herdenken en rouw. En ja ook van liefde voor degenen die er niet meer zijn. Zoals de naam het zegt: op Allerheiligen worden de heiligen herdacht. Men herdenkt niet alleen de officieel erkende heiligen, die bv. op de kalender een plaatsje veroverd hebben, men herdenkt ook de mensen, wiens heiligheid slechts door God gekend is. Allerheiligen hoort trouwens ook tot de hoogtepunten in het katholieke kerkjaar, zoals Kerstmis en de Heilige Week voor Pasen – iets wat quasi niemand nog weet.
Een dag na Allerheiligen, op 2 november, herinneren we Allerzielen. Op Allerzielen gedenken we alle doden en hun zielen.
En dan komen we tot het fenomeen Halloween… Hoe?
Volgens het oude katholieke volksgeloof, dat in het bijzonder in Ierland verspreid is, stijgen de avond voor Allerheiligen de zielen der gestorvenen uit het vagevuur. Daar moeten ze (… indien u naar het college geweest bent, vertellen we u niets nieuws) een tijdje doorbrengen tot ze gelouterd zijn en opgenomen kunnen worden in de hemel. Vandaar “All Hallows’ Eve”, afgekort in de moderne vorm – zoals alles tegenwoordig verminkt wordt – “Halloween“.
Dit gebruik en volksgeloof hebben Ierse emigranten meegenomen naar Amerika – zoals ook de traditie dat kinderen op Allerzielen van deur tot deur trokken om koekjes of snoep te vragen. Waarmee we bij het huidige “Halloween” geraakt zijn. Een veramerikaniseerd, inclusief-gesekulariseerd fuifgedrag met een hoog commercieel gehalte. De pompoen kreeg zowaar een feeststatus. Dit jaar heeft corona een serieuze rem erop gezet. In normale, niet-besmette jaren, goed voor een miljoenen omzet. Halloweenmaskers, kledij, kaarsen, kaarten, taarten, soepen, menu’s, wedstrijden… alles kleurt oranje-zwart. Eén ding staat vast: met het oorspronkelijke “All Hallows’ Eve”, heeft het nauwelijks nog een band.
Aan geesten en spoken geloofden de mensen door alle tijden heen, ook vandaag nog. Zij werden bezworen en hun feesten gevierd. Tenminste deze der “goede geesten”. De boze geesten moesten uitgedreven worden. En dan zijn er nog de wat men vandaag de “fluïde” geesten zou noemen, deze waarvan men niet weet in welk kamp ze thuis horen. Men kan ook geesten oproepen, geesten, die we over- en onderschatten, geesten die we in een goedgelovige bui over ons heen laten komen, die we toelaten ons leven te bepalen. Niet te verwarren met ‘geest’rijke dranken…
De Heilige Geest, die wordt dezer dagen niet meer bij de goede geesten gerekend. Die zit geprangd, ergens tussen een autokratische Vader en een te brave Zoon. Zij moesten plaats maken voor de huidige heiligen, deze der commerciële “events“, de heilige Mammon. De oude heiligen kunnen niet concurreren met de godsdienst der brood en spelen, waarbij alles moet kunnen en mogen. Zelfs een huwelijk tussen dezelfde geslachten behoort tot de mogelijkheden, vindt de paus.
En zo heeft de Kerk plaats moeten ruimen voor de pompoen en God voor de geesten. Van de Blijde Boodschap van de Heer spreekt niemand meer. Ooit meende de Kerk met wijwater de kwade geesten te kunnen verdrijven – via het Halloweenluik dringen ze weer binnen. Of via andere luiken. De duivel rust niet.
Sinds de Kerk haar kernopdracht vergeten heeft, sinds de Kerk geen beginselvastheid meer toont, zijn de gelovigen op zoek naar een nieuw geloof. En wij – als ouders – voeden onze kinderen op, wij zijn verantwoordelijkheid voor de vluchtigheid van hun inhoud, voor hun egoïsme, hun consumptiedrang. Een toenemend sekuliere maatschappij schept haar eigen feestdagen – brood en spelen – met “Plezier” in hoofdletters als leidraad. En zelfhaat als het om geloof en nationalisme gaat. De huidige religie is een geïndoctrineerde tijdgeest van alles-moet-kunnen, van geslachtskeuze in de wieg tot overbodig leven na 40 jaar werken. De Bijbel werd vervangen door de Gutmenschentheologie – de man-vrouw verscheidenheid verbannen naar de kerkers der multi-geslachtelijke maakbare mens.
De zonden worden beschreven in de wetteksten der politieke correctheid, zoals door de Greta Thunbergs van deze wereld, zoals de Metoo-suffragettes, zoals de censuristen in de media, zoals de politici die slechts hun eigen korte termijnwelzijn voor ogen hebben.
Ach… Waar is de tijd dat men op de Dag des Heren zijn zondagse kleren aantrok om naar de mis te gaan? En dan bedoelen we niet speciaal nu in de coronatijd, waar sowieso alles verboden werd dat een samenhang bevordert. Het is veel gemakkelijker in de supermarkt vlaggetjes, lichtjes, pompoenen, maskers en dergelijke “made in China” attributen aan te schaffen om een geïmporteerd Amerikaans “feest” te vieren. Of om als eerste een nieuw computerspel op het internet te kopen.
Het is al te makkelijk de reclameindustrie de schuld te geven van het neo-carnavaleske “Halloween“. Oorzaak en gevolg worden dan vlotjes verwisseld. Halloween is een teken des tijds, de uitdrukking van een maatschappij waarin alles plezant moet zijn, een maatschappij waarbij men liefst niet meer zelf nadenkt maar gewoon de loop der dingen – waaraan u dagelijks in de reclameboodschappen op televisie onderworpen wordt – volgt. Mogen we het de carnavalisering van de maatschappij noemen? En de Kerk maakt zich schuldig aan verzuim; zij biedt geen antwoord meer. Integendeel, daar wordt ons een schuldcomplex aangepraat – we moeten immers de wereld redden…
Misschien kunt u daarover eens nadenken de volgende dagen. Brand niet alleen een kaarsje voor de overleden familieleden en vrienden op het kerkhof. Brand er vooral eentje voor uzelf en uw kinderen – opdat zij het licht zien door de pompoenenduisternis.
F.T.
Het instituut de Kerk is aan de uitverkoop bezig. Door hun laksheid worden binnenkort alle Feestdagen die we hebben door ons Christelijk geloof op de vuilhoop geworpen.
Ze worden weldra vervangen door commerciele dagen want geld is de drijfveer om die dagen.
Zoals vermeld zijn heel wat gebruiken uit onze jeugd verbannen en dat met goedkeuren van de kerk. Ik zou er nog aan toe willen voegen : heeft er nog een pastoor een bezoek gebracht, heeft hij u toegesproken, heeft hij de leer Gods op een waarachtige manier vertaald, noppes.