Morgen zal het 20 jaar geleden zijn dat Abdullah Öcalan, leider van de separatistische PKK (Koerdische Arbeiderspartij), gearresteerd werd bij de Griekse ambassade in Nairobi, Kenia, door de Turkse geheime dienst, die daarbij naar verluidt een handje geholpen werd door de Israëlische Mossad. De PKK werd door hem opgericht in 1978 samen met andere studenten die ijverden voor Koerdische autonomie; zowel door Turkije, de VSA en EU werd de PKK op de lijst van terroristische organisaties geplaatst.
Vanaf 1984 bewapende de PKK zich om hun doel te bereiken. Naar schatting zouden meer dan 40.000 mensen gestorven zijn enerzijds door acties van de PKK en anderzijds door reacties van de Turkse overheid. Of vice versa.
Voorafgaand aan zijn arrestatie verbleef Öcalan in exiel in Syrië, tot de Syrische en Turkse overheid in 1998 hierover een akkoord bereikten, waardoor Öcalan verplicht werd het land te verlaten. Öcalan werd door een Turkse rechtbank tot de dood veroordeeld, een vonnis dat in levenslang omgezet werd. (video) Hij verblijft sindsdien in de beruchte gevangenis op het eiland Imrali, dichtbij Istanboel, in complete afzondering en ondanks dit feit blijft hij het idool van de Koerdische toekomstdroom, niet alleen in Turkije maar in heel de regio. (video Imrali)
De PKK kreeg door zijn arrestatie een geweldige klap, bovendien zorgde zijn uitspraak op het proces, waarbij hij opriep de oorlog te stoppen – m.a.w. de droom van onafhankelijkheid – voor verwarring.
In 2013 riep hij vanuit de gevangenis via de HDP (pro Koerdische Volks Democratische Partij) op de wapens neer te leggen om vredesonderhandelingen tussen de Turkse regering en hem een kans op een politiek akkoord te geven. In 2015 hield de fragiele wapenstilstand op te bestaan; beelden van wrede aanvallen door het Turkse leger op de burgerbevolking in het NO van Turkije gingen de wereld rond.
Na de operettenputsch van 2016 schakelde Erdogan een versnelling hoger onder de noemer “strijd tegen terrorisme”: Öcalan werd officieel van de buitenwereld afgesloten. Eender welk bezoek aan Imrali werd verboden, zowel van advocaten als van familie (dixit Ibrahim Bilmez, één van zijn raadsmannen). Maar Öcalan had sinds 2011 al geen contact meer gehad met zijn advocaten!
Meer dan 300 gevangenen en politici/actievoerders zijn in hongerstaking gegaan en pleitten ervoor dat Öcalan bezoek van zijn advocaten en familie zou mogen hebben. Om hen milder te stemmen (… en vooral de buitenlandse media en politici zand in de ogen te strooien… Leyla Güven is in levensgevaar) hebben de Turkse autoriteiten uiteindelijk toegestemd in januari met het bezoek van Öcalans broer, Mehmet, voor het eerst sinds 2016. Volgens Mehmet stelt Öcalan het “goed”. (video)
Terugkijkend heeft de arrestatie en eenzame opsluiting van Öcalan de PKK meer drijfkracht gegeven en is dankzij de levende “martelaar” nu populairder dan ten tijde van zijn arrestatie 20 jaar geleden. Ook buiten Turkije trouwens. Zijn volgelingen noemen hem “Apo” or “Serok” (chef); in noord-Syrië hangen zijn affiches in de door de YPG gecontroleerde regio van Syrië.
Gezien de herhaalde dreiging van Erdogan aan het adres van de YPG en zijn wens een zone in Noord-Syrië te bezetten (zgn. veiligheidszone) is het bijzonder moeilijk zich voor te stellen dat hij met een “terrorist”, Öcalan, zou willen onderhandelen over een modus vivendi met de Koerden in Turkije. Zijn adagio is en blijft: een goede Koerd is een dode Koerd. En daar zal een petitie voor Öcalans vrijlating met meer dan 1 miljoen handtekeningen niets aan veranderen. (video Koerdisch Instituut in Brussel)