Een gefrustreerde burger verwoordde zijn dagelijkse ergernissen:
“Een generatie, die niet meer weet was lichamelijke arbeid is, strijdt tegen de motor en zet in op spierkracht.
Het is de centrale verwarming-generatie die gelooft dat warmte gewoon uit de muur komt. De generatie die niet weet wat het is om dagelijks een emmer kolen uit de kelder naar de xxx verdieping te moeten slepen om het in één meerdere-functies-ruimte (keuken, living, babykamer, opslagruimte…) warm te hebben. Zonder lift. Een generatie die niet weet dat iemand vroeger moest opstaan om de kachel, of later de “continu”, uit te kuisen, de sintels en asse door de rooster te laten vallen, de asla leeg te maken, het vuur aan te wakkeren of opnieuw aan te steken zodat de rest van het gezin in een enigszins opgewarmde kamer zich kon klaarmaken voor school of het werk. Een generatie die niet weet dat je de afgekoelde asse van de kolenkachel gebruikte in de kattenbak. Een generatie die niet weet wat een koffiebeurs is, dat je een nieuwe eerst een nacht moest laten trekken in oude koffie, die het knerpende geluid van een koffiemolen, het fluitje van de ‘moor’, de waterketel, nog nooit gehoord heeft, de genoegdoening van de zwellende koffie als het kokende water erop gegoten wordt. Een generatie die niet weet dat het “gesproken dagblad” nu “nieuws” genoemd wordt. Een generatie die in Bokrijk ernaar kijkt met een onbegrijpende – of meewarige – blik.
Een generatie die elke denkbare luxe – zij het een aan de hand klevende slimme telefoon, muziek uit oordopjes, een wasmachine of -droogkast, een vaatwasser, een elektrische tandenborstel, televisieschermen in alle kamers, een Nespresso-what-else-capsules-apparaat, ja zelfs een eierkoker, voor doodnormaal houdt.
Het is die generatie die nu hele steden tot voetgangerszones wil ombouwen opdat de ouder wordende bevolking geen 6 x 1.5 liter waterverpakking naar huis kan dragen maar ze de duurdere losse flessen moeten kopen.
Het is die generatie die langs het fietspad naar school een spoor van blikjes, zakjes en andere verpakkingen achter laat. Het is die generatie die zich geen TV, geluidsinstallatie of enig ander onmisbaar luxeding… zonder afstandsbediening kan voorstellen.
Het zijn de welvaartverwaarloosde luxekinderen wiens zweet slechts vloeit in fitnesscentra, begeleid door oorverdovende hersendodende muziek. Het zijn zij die smalend neerkijken op de achterlijke vorige generaties. Al deze onthaasters en terug-naar-de-natuur-fetisjisten, de werk-vrije-tijd-evenwichtkunstenaars en latte macchiato-jongleurs zullen ooit nog erachter komen: motorzagen en boormachines, liften en camions… werden niet uitgevonden om de biotoop van de vedergekroonde salamander of de fluo-geelgroene dwergluis te verstoren maar wel om het werk te vergemakkelijken, het alledaagse leven draaglijker te maken, sneller te kunnen werken en geld te verdienen, kortom om in staat te zijn de bankrekening te spijzen voor de onontbeerlijke luxeproducten der generatie die zich een leven zonder “festivals” niet kan voorstellen.
Eén troost: elke generatie heeft het recht uit haar fouten te leren. “
Wim Sonneveld verwoordde het zo: