Etikettering: links of rechts?

De begrippen “links” of “rechts” ontstonden na de Franse revolutie (1789). Links in het parlement zaten degenen die verandering wilden (progressieven), rechts degenen die behoudsgezind waren (conservatieven). In monarchieën zaten de vertegenwoordigers van de artistocratie rechts, die uiteraard hun privilegies wilden behouden, terwijl de vertegenwoordigers van de arbeidersklasse aan de linkerkant.

In de vorige eeuw gingen de termen links en rechts vooral over economische thema’s. Links wil een sterke, regulerende overheid met een gelijke verdeling voor iedereen. Rechts wil juist dat de staat zich zo weinig mogelijk bemoeit en de zaken overlaat aan de vrije markt.

De classificatie is vandaag niet meer zo eenvoudig, omdat de bevolking haar klassenbewustzijn verloren heeft. Eigenlijk is dit verkeerd geformuleerd, daar het klassenbewustzijn opzettelijk en vakkundig uit de perceptie der mensen verwijderd werd, terwijl de “bovenste klasse” hun klassenbewustzijn absoluut niet verloren hebben.

De arbeidersklasse werd honderd jaar geleden een probleem voor de heersers toen het zich begon te organiseren omdat de arbeiders numeriek superieur waren aan het aantal aristocraten en industriële moguls. Bijgevolg heeft men een strategie bedacht om de arbeidersklasse te verdelen en uiteindelijk zelfs het bewustzijn te wissen dat er zoiets als een arbeidersklasse bestaat. (Vandaag zou men het bv. kunnen hebben over de “klasse van de kleine man”. Lees in dit verband: https://www.sampol.be/2014/04/het-volk-en-zijn-vertegenwoordigers)

Neem bijvoorbeeld het economisch beleid. Op dat gebied zou het eigenlijk heel eenvoudig moeten zijn. Links is wie “meer verzorgingsstaat” eist. En vanzelfsprekend is dit slecht voor allen, die zich economisch niet “links” noemen, slecht. Het verleden van de Sovjet-Unie en haar satellietstaten, zoals de DDR, hebben naar verluidt aangetoond dat dit systeem niet werkt.

De eerste eigenaardigheid is wel dat iemand die voor de compromisloze vrijheid van de markt is, zichzelf niet ‘rechts’ noemt. Want “rechts” staat volgens huidige begrippen voor “slecht”.

Echter, de politiek en de media pleiten voor vrije markten, die alles beter kunnen regelen. En – hoewel dat net het tegenovergestelde is van de “linkse” ingesteldheid – wordt dit niet als “rechts” geclassificeerd, maar wel als “liberaal”. Klinkt gewoon veel beter dan “rechts”, want de betekenis van “liberaal” is “vrij” en wie kan er nu tégen “vrijheid” zijn???

Maar politiek en media pleiten voor vrije markten die zogenaamd alles het beste kunnen reguleren. En hoewel dat het tegenovergestelde is van de ‘linkse’ posities, wordt het niet ‘rechts’ genoemd, maar ‘liberaal’. Dit klinkt veel beter dan ‘goed’, omdat ‘liberaal’ ‘vrij’ betekent en wie kan er tegen ‘vrijheid’ zijn?

Tot nu toe ging het uitsluitend om de vrijheid van de economie om zoveel mogelijk winst te maken en daarop zo weinig mogelijk belasting te betalen. Die heeft echter niets te maken met de vrijheid van het volk.

Begrippen worden bewust zo gebruikt dat ze iets in ons onderbewustzijn opwekken. De meeste mensen vinden “liberaal” goed, ook al zijn ze zich niet goed bewust van wat zich erachter verbergt.. “Rechts” wordt als slecht geïnterpreteerd, omdat de nazi’s (zogenaamd) “rechts” waren. Het wordt vandaag maar al te gretig vergeten dat de nazi’s, tenminste op economisch gebied, zeer links waren en het begrip “socialisme” in hun partijnaam zeer serieus genomen werd.

“Links” wordt daarentegen vandaag als positief voorgesteld. Dit is echter niet van toepassing bij het economische beleid. In het gunstigste geval geldt het als eerder naïef, in het slechtste geval zelfs als gevaarlijk, de ervaring met het Sovjet-socialisme in het achterhoofd.

Zo ziet men dat de opdeling “links” en “rechts” vandaag ingewikkeld is. En dan hebben we het hier slechts over het thema economie gehad.

Ook bij maatschappelijke thema’s zoals de regenboog-, gefantaseerde en gemanipuleerde geslachten, huwelijken voor alles en iedereen, immigratie, abortus, euthanasie… loopt de breuklijn van de samenleving tussen “links” en “rechts”. “Links” is voorstander van de b.g. lijst; “rechts” staat op traditionele waarden. Een nuchtere discussie tussen beiden wordt onmogelijk gemaakt door de strijdbegrippen “rechts” en “links”.

Een simpel voorbeeld: wat heeft een samenleving nodig? Kinderen. We worden rond onze oren geslagen met de “demografische cijfers”, die de verhoging van de laagste pensioenen onmogelijk maakt (… en in een later stadium zelfs de uitbetaling van de pensioenen in het gedrang brengt) en de pensioenleeftijd te verhogen. Kortom: er moeten meer kinderen geboren worden.

In plaats van een ernstige overweging te maken, hoe men dit kan realiseren, hoe men de bevolking kan aanmoedigen meer kinderen op de wereld te zetten, hoe men het land kindvriendelijker kan (om)vormen, krijgen we dé linkse oplossing door de strot geduwd: nl. méér immigranten!

Pakweg een eeuw geleden hadden we nog de arbeiders- en boerenklasse én de meestal Franstalige aristocratie, die ook tot de industrieheersers behoorde. Die laatste voelt zich nog steeds iets “beters” dan de jan-met-de-pet-klasse.

Deze laatste heeft geen klassenbewustzijn meer. Zij werd met succes verdeeld in het feminismedebat, in hetero’s en homo’s, resp. lesbiennes, wat ontaardde in de regenboogpropaganda, in autochtonen en allochtonen, in quota en percentjes. De grenzeloze immigratie, aangemoedigd door de EU, de zelfopgelegde medewerking, resp. zwijgplicht der media gaven ons de doodsteek. En dat is dan in één woord: “links”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

3 + 20 =

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.