Rousseau, Bakoenin en “etatisme”

“Rousseau lijkt in de verste verte niet op Marx die op portretten met norse blik en weelderige baard de wereld een meewarige blik toewerpt. Maar ook Rousseau is, net als Marx, van top tot teen autoritair. Wee diegene die van de partijlijn afwijkt. De partijlijn was de lijn die Conner trekt en niemand anders. Op zich is dat weinig opzienbarend. Ook andere partijvoorzitters gedragen zich als zonnekoningen: ‘le parti, c’est moi’.

Wat wel aandacht verdient, is dat Rousseau volop de erfzonde van het socialisme in de praktijk toepaste. Hij gelooft dat de overheid het absolute recht heeft mensen te sturen in de door haar gewenste richting. Dit is net wat Bakoenin omschrijft als ‘etatisme’.

Meerdere voorstellen van Rousseau getuigen van een verregaande drang om anderen te disciplineren. Hij formuleerde telkens zijn voorstellen als sociaal, om ‘de mensen’ te helpen. Hij stapte immers in de politiek om ‘de dingen’ te veranderen voor ‘de mensen’. In werkelijkheid zijn meerdere van zijn voorstellen vrijheidsbeperkend, soms zelfs vrijheidsberovend…”

Mocht het opiniestuk van professor Hendrik Vuye u ontgaan zijn, dan is dit – vooral in het licht van de schandaalpers die zich uitsluitend bezig houdt met “zatteklap”-inhoud, een aanrader. Zéér leerrijk en vooral te onthouden mocht Rousseau een tweede kans krijgen – iets dat praktisch vast staat – en weer op de voorgrond kan en zal treden om de rol van “oppersos” te spelen.

Lees: Er was méér dan ‘zatteklap’ – Doorbraak.be