Fairtrade goed voor zielenrust van westerse regeringen.

Costa Rica 2012 200

Armen worden niet beter van eerlijke koffie
Ons wordt regelmatig op het hart gedrukt Fair Trade-producten te kopen, want daar worden de armen in de derde wereld beter van.
Maar is dat wel zo? Dat vroeg prof. Colleen Haight zich ook af. Zij deed 10 jaar onderzoek naar Fair Trade-koffie en bezocht verscheidene koffieplantages in Centraal-Amerika. Hoewel Fair Trade als keurmerk heeft bijgedragen aan consumentenbewustzijn,  is de bijdrage aan armoedebestrijding veeleer bescheiden. De meeste armen hebben namelijk onvoldoende middelen om als zelfstandige koffieplanter te werken en moeten aan de slag als minimumloners op koffieplantages. De hogere prijs van eerlijke koffie komt alleen ten goede aan koffieplanters met eigen grond.

Als u de arme werknemers op koffieplantages echt wilt helpen, kunt u het beste kwaliteitskoffie (premium coffee) kopen. Dat levert werknemers op koffieplantages beter betaald werk op.

Zie ook: The problem with Fair Trade Coffee (pdf).

Fair Trade is Counterproductive and Unfair: Rejoinder (pdf).

Is Fair Trade in Coffee Production Fair and Useful? Evidence from Costa Rica and Guatemala and Implications for Policy (pdf).

http://www.youtube.com/watch?v=7zvSO43SOtk

Eén gedachte over “Fairtrade goed voor zielenrust van westerse regeringen.

  1. Het gaat er toch ook zo toe in àlle landen: de boer krijgt een aalmoes voor het product van hun zweet, en àlle tussenpersonen éér het in de winkels liggen, hebben er ook een goedgesmeerde boterham aan.
    In de zeevisserij is het juist éénder: Om te starten… full speed naar de geopende visgronden (wààr vissen wél toegelaten is) die soms wel dagenlang kunnen duren,; Dan, bij aankomst: de netten overboord voor 3 à 4 uur, nettenophalen en uitgieten, en onmiddelijk terug-overboord.
    Ondertussen de vis van ingewanden ontdoen (gutten in vakjargon), en volgens soort in bakken leggen om ze dan in het “visruim” onder te bergen…. want… het dek moet wéér vrij zijn om een nieuwe lading te kunnen uitstorten nà die 3 à 4 uur verstreken zijn.
    De overgebleven (weinige) tijd besteden de bemanningsleden dan aan uitrusten en eten, de schipper moet dan ook nog z’n beetje tijd besteden om zijn logboek + vangstgegevens stipt bij de houden (controleschepen moeten “ten àllen tijde” in de mogelijkheid zijn om de “vangst na te zien”, en wee de schipper wiens boeken “niet comform” zijn… ze kunnen wettelijk naar een haven gesleept worden om het boeltje te laten wegen èn groottemeting.
    Denken Jullie maar eens in dat àl het kort-beschrevene zich afspeelt op een “immer-wiegend” dek, niet alleen van links-naar-rechts, maar meestal gecombineerd met “van-voor-naar-achteren” … en àl dàt, niet voor een paar uur, maar meestal voor 14 dagen-aan-één-stuk, DAG èn NACHT.
    Geen ènkele “landrat” die dàt zou willen doen als job, dààrvoor moet men wel een “zeekatte” zijn.
    DAARBIJ komt nog het feit dat… de prijs in de visveiling afhangt van de “goodwill” van de groothandelaars (dat ènkel maar vastgesteld wordt door de vraag van de binnenlandse vraag naar vis)… daardoor gaan de vissers meestal voor 14 dagen op zee, ZONDER VOORAF te weten hoeveel zij gaan verdienen… Geen ènkele arbeider gaat werken zonder voorafbepaald loon… de vakbonden zouden hun duivels loslaten indien “het” niet zo zou zijn.

Reacties zijn gesloten.