Kerkmuziek was de Italiaanse violist en componist Antonio Vivaldi (1678-1741) met de paplepel ingegoten. Zijn vader was musicus aan de San Marco basiliek in Venetië, een kerk waar veel aan muziek werd gedaan. Vivaldi zelf werd muziekleraar en componeerde hoofdzakelijk instrumentale werken, waaronder ruim vierhonderd soloconcerten voor de meest uiteenlopende instrumenten(combinaties). In 1703 werd hij tot priester gewijd, waardoor ook kerkelijke werken op zijn programma kwamen te staan.
Glorie zij God in de Hoge is het tweede van de vijf delen van de mis. Vivaldi schreef drie Gloria’s. Hij maakte er zelfstandige stukken van. Het Gloria in D (RV 589) is het bekendste, hij schreef het in 1715. Deze prachtige, ingetogen compositie is te vergelijken met religieuze werken als Stabat Mater van Pergolesi, Miserere van Allegri en Ave Verum van Mozart.
Vivaldi’s Gloria in D bestaat uit 12 delen. Tussen de koordelen worden solo’s gezongen door sopraan en alt. De openingsmuziek klinkt als een fanfare zoals het Gloria uit de Hohe Messe van zijn tijdgenoot Johann Sebastian Bach (1685 – 1750), die overigens een groot bewonderaar van Vivaldi was.