Waaraan de Waasland tunnel zijn naam konijnenpijp te danken heeft.
In de Seefhoek woonde een soort van Jezusfiguur, die met een triporteur rond reed, iedereen een hand gaf en pamfletten uitdeelde. Wat daarin stond interesseerde de Antwerpenaar geen lap, maar ze wisten wel dat hij volksvertegenwoordiger wou worden. De man heette Frenssens en kreeg van de Antwerpenaar een mandaat. Hij had een schitterend en vrij goedkoop idee voor het graven van de tunnel. Hij was van oordeel dat alle konijnen van de linkeroever naar de rechteroever moesten worden gebracht. Die beestjes zouden zo vlug mogelijk terug naar hun vertrouwd terrein willen en voor dat doel een tunnel graven onder de schelde. Hij heeft zijn idee niet kunnen doordrukken maar toen de tunnel af was noemde de Antwerpenaar hem ‘de Konijnenpijp’.
Die goede oude tijd ! Toen was een Islamiet of tjoek tjoek nog een bezienswaardigheid. Nu zijn wij binnen afzienbare tijd een bezienswaardigheid . Een paar jaar later was het gedaan met die goede oude tijd , den Duitsch stond voor de deur, maar we schoven hem richting exit .Daarna mochten wij genieten van de jaren 50-60-70-80-90 afgelopen gedaan . Wij beleven nu een nieuwe invasie en die gaan wij nooit buiten krijgen dank zij de Gutmenschen en de prachtpolitiekers
Is,tot nader order,de vrt-tv en radio,omgevormd tot sp-a,onder het motto*slechte reclame is ook reclame*?????
1933, Toen was er in Antwerpen nog een reden om feest te vieren. Ook al was dat met (volgens de krant) “redelijk veel Hollanders”. Vandaag de dag is er in Antwerpen niet veel meer te vieren. Of misschien in 2018 de eerste allochtone burgemeester.
Terugblik op Frenssen. De man was een kleurrijke figuur. Hij gaf het een-man-blad ‘De Voorlichter’ uit en stichtte de Technocratische Partij. Hij had wel oog voor de Vlaamse Zaak. Toen de V.O.S in mei 1937 een verboden betoging voor amnestie hield, was Leo Frenssen erbij om ingerekend te worden door burgemeester Adolf Max. Hij liet hem voor 9 dagen in een psychiatrische kliniek opsluiten.
In 1938 werd hij samen met vijf anderen verkozen in de gemeenteraad van Antwerpen. Het Verdinaso kon er niet mee lachen en schreef:’ men heeft op 16 oktober de naam van onze stad in gans BelgiĆ« en in een deel van het buitenland belachelijk gemaakt. Wie het thans nog niet begrijpt, zal het na korte tijd begrijpen. We weten dat het volk van grappen houdt maar een grap die zes volle jaren duurt, wordt wel wat al te duur betaald. Terwijl de nood van Antwerpen met de dag groter wordt en het vraagstuk van onze haven steeds een meer en meer angstwekkend uitzicht krijgt. Terwijl de diamantnijverheid in onze stad de dood nabij is. Terwijl tienduizenden vreemdelingen en joden onze stad en omstreken bezetten en men toegelaten heeft dat Antwerpen de vuilhoop van West-Europa dreigt te worden, stuurt men in Antwerpen, Leo Frenssen met vijf thans beroemde onbekenden naar de gemeenteraad, om er gedurende zes volle jaren de belangen van een der beroemdste havensteden van Europa te helpen verdedigen.’
De vijf beroemde onbekenden maakte al rap ruzie en na enkele maanden zetelden er al dissidenten bij de Technocraten.
In april 1939 werd Frenssen ook verkozen tot volksvertegenwoordiger. Zijn buurt was niet vergeten dat men hem als ‘ne zot’ had opgesloten en andere partijen maakten bij zijn aanhangers geen enkele kans. ‘Partij, partij, wij stemmen voor Frenssen. Die arme sloeber mag ook eens met zijn gat in de pluche zitten’.
In mei 1940 werd hij, samen met duizenden andere staatsgevaarlijke elementen op de spooktrein richting Frankrijk gezet, omdat ze als gevaarlijk voor de openbare veiligheid golden. Veel buitenlanders, waaronder een Canadees en een katholieke Duitse pastoor + heel veel Duitse en Oostenrijkse joden volgden in beestenwagens. Enkele maanden later stond Frenssen terug in Antwerpen. Hij werd tijdens de repressie niet lastig gevallen, maar heeft zich in 1944 wel ingezet voor ‘zwarten’. Hij stierf in 1946 en werd op het Schoonselhof begraven.
Waaraan de Waasland tunnel zijn naam konijnenpijp te danken heeft.
In de Seefhoek woonde een soort van Jezusfiguur, die met een triporteur rond reed, iedereen een hand gaf en pamfletten uitdeelde. Wat daarin stond interesseerde de Antwerpenaar geen lap, maar ze wisten wel dat hij volksvertegenwoordiger wou worden. De man heette Frenssens en kreeg van de Antwerpenaar een mandaat.
Hij had een schitterend en vrij goedkoop idee voor het graven van de tunnel. Hij was van oordeel dat alle konijnen van de linkeroever naar de rechteroever moesten worden gebracht. Die beestjes zouden zo vlug mogelijk terug naar hun vertrouwd terrein willen en voor dat doel een tunnel graven onder de schelde.
Hij heeft zijn idee niet kunnen doordrukken maar toen de tunnel af was noemde de Antwerpenaar hem ‘de Konijnenpijp’.
Die goede oude tijd ! Toen was een Islamiet of tjoek tjoek nog een bezienswaardigheid. Nu zijn wij binnen afzienbare tijd een bezienswaardigheid . Een paar jaar later was het gedaan met die goede oude tijd , den Duitsch stond voor de deur, maar we schoven hem richting exit .Daarna mochten wij genieten van de jaren 50-60-70-80-90 afgelopen gedaan . Wij beleven nu een nieuwe invasie en die gaan wij nooit buiten krijgen dank zij de Gutmenschen en de prachtpolitiekers
Is,tot nader order,de vrt-tv en radio,omgevormd tot sp-a,onder het motto*slechte reclame is ook reclame*?????
1933, Toen was er in Antwerpen nog een reden om feest te vieren. Ook al was dat met (volgens de krant) “redelijk veel Hollanders”. Vandaag de dag is er in Antwerpen niet veel meer te vieren. Of misschien in 2018 de eerste allochtone burgemeester.
Terugblik op Frenssen.
De man was een kleurrijke figuur. Hij gaf het een-man-blad ‘De Voorlichter’ uit en stichtte de Technocratische Partij. Hij had wel oog voor de Vlaamse Zaak. Toen de V.O.S in mei 1937 een verboden betoging voor amnestie hield, was Leo Frenssen erbij om ingerekend te worden door burgemeester Adolf Max. Hij liet hem voor 9 dagen in een psychiatrische kliniek opsluiten.
In 1938 werd hij samen met vijf anderen verkozen in de gemeenteraad van Antwerpen.
Het Verdinaso kon er niet mee lachen en schreef:’ men heeft op 16 oktober de naam van onze stad in gans BelgiĆ« en in een deel van het buitenland belachelijk gemaakt. Wie het thans nog niet begrijpt, zal het na korte tijd begrijpen. We weten dat het volk van grappen houdt maar een grap die zes volle jaren duurt, wordt wel wat al te duur betaald.
Terwijl de nood van Antwerpen met de dag groter wordt en het vraagstuk van onze haven steeds een meer en meer angstwekkend uitzicht krijgt. Terwijl de diamantnijverheid in onze stad de dood nabij is. Terwijl tienduizenden vreemdelingen en joden onze stad en omstreken bezetten en men toegelaten heeft dat Antwerpen de vuilhoop van West-Europa dreigt te worden, stuurt men in Antwerpen, Leo Frenssen met vijf thans beroemde onbekenden naar de gemeenteraad, om er gedurende zes volle jaren de belangen van een der beroemdste havensteden van Europa te helpen verdedigen.’
De vijf beroemde onbekenden maakte al rap ruzie en na enkele maanden zetelden er al dissidenten bij de Technocraten.
In april 1939 werd Frenssen ook verkozen tot volksvertegenwoordiger. Zijn buurt was niet vergeten dat men hem als ‘ne zot’ had opgesloten en andere partijen maakten bij zijn aanhangers geen enkele kans. ‘Partij, partij, wij stemmen voor Frenssen. Die arme sloeber mag ook eens met zijn gat in de pluche zitten’.
In mei 1940 werd hij, samen met duizenden andere staatsgevaarlijke elementen op de spooktrein richting Frankrijk gezet, omdat ze als gevaarlijk voor de openbare veiligheid golden. Veel buitenlanders, waaronder een Canadees en een katholieke Duitse pastoor + heel veel Duitse en Oostenrijkse joden volgden in beestenwagens.
Enkele maanden later stond Frenssen terug in Antwerpen. Hij werd tijdens de repressie niet lastig gevallen, maar heeft zich in 1944 wel ingezet voor ‘zwarten’.
Hij stierf in 1946 en werd op het Schoonselhof begraven.