Waarom de vakbonden steeds méér aan de basis liggen van steeds méér bedrog in de zakenwereld !
Men zegt dat een ezel zich niet tweemaal aan dezelfde steen zal stoten. Welke benaming moeten we dan zoeken voor het grootste gedeelte van de kiezers of van de werknemers in het algemeen die zich jaar na jaar en steeds door dezelfde groepen laten in de luren leggen?
In onze samenleving zijn er zo enkele groepen die duidelijk te identificeren zijn en waarvan een groot gedeelte van de leiders van die groepen uit beroepsbelovers bestaat.
Huichelen is deze leiders meestal niet vreemd en van de gemaakte beloften komt nooit iets in huis. Niemand heeft ooit kunnen bewijzen dat de belofte op eeuwig geluk na de dood die zowat het stokpaardje is van de meeste godsdienstleiders in de wereld ernstig mag genomen worden. Dit neemt niet weg dat er waarschijnlijk in 2015, en meer dan ooit, personen zijn geweest die de meest waanzinnige daden hebben gepleegd om dat eeuwige en onbewijsbaar geluk trachten te bereiken. Reeksen lieten zich, totaal onbegrijpelijk, in de lucht vliegen om dat geluk te bereiken en deinsden er zelfs niet voor terug duizenden onschuldige slachtoffers mee de dood in te jagen. Andersdenkenden werden bij trosjes van daken geworpen, levend in brand gestoken of werden letterlijk een kopje kleiner gemaakt. Hopelijk zal deze totale waanzin in de toekomst gaan stoppen of toch drastisch verminderen maar we vrezen het ergste.
Maar het hiernamaals is een abstract begrip en niet het onderwerp van deze bijdrage. Wij willen het vandaag hebben over een ander soort belovers namelijk diegenen die men wel aan hun resultaten kan toetsen. Tot deze belovers behoren duidelijk de vakbondsleiders en de beroepspolitiekers. De eerste groep belooft hogere lonen, betere werkomstandigheden, kortom een gelukkigere en meer zekere toekomst voor hun leden. De tweede groep heeft als stokpaardje eveneens méér inkomsten en anderzijds lagere belastingen te beloven. De enige zekerheid die men steeds heeft is dat men kan vaststellen dat beide groepen steeds meer, en meestal straffeloos, zeer handig voor zichzelf zorgen. Wat velen nog niet beseffen is dat beide groepen onder één hoedje spelen en steeds trachten hun voordelige situatie zo lang mogelijk te bestendigen alhoewel er van hun gemaakte beloften weinig of niets wordt gerealiseerd. In afwachting van een latere bijdrage over de beroepspolitiekers beperken we ons vandaag tot de vakbonden.
Indien men het behaalde resultaat van de vakbonden beschouwt over een lange periode dan is dit steeds negatief voor het grootste gedeelte van hun leden. De enige winnaars zijn diegenen die de leiding in handen hebben en een relatief klein gedeelte “haantjes vooruit” die de beste brokken uit de pap mogen halen. Hier denken we aan vrijgestelden die nog maar weinig of niet moeten werken, de beschermden van de ondernemingsraden en de vrienden van de vakbondsbazen. Deze laatsten hebben het met hun vrienden beroepspolitiekers kunnen regelen dat ze straffeloos bijna ieder bedrijf kunnen chanteren omdat ze over geen rechtspersoonlijkheid moeten beschikken. Juist zoals de beroepspolitiekers beslissen ze steeds meer en meer over het geld van anderen. Daarom stelt men de grootste misbruiken terzake vast in ondernemingen waar de bazen ook met andermans geld spelen namelijk de staatsondernemingen. En de vakbondsleiders willen maar niet geloven dat aan hun misdadig gedoe vroeg of laat een einde zal komen. De dag dat het grootste gedeelte van de nog overblijvende productieven in dit land het recht in eigen handen zal nemen is het feest uit. Er komt een ogenblik dat zelfs overheidsbedrijven waar de vakbonden het te gortig hebben gemaakt de rol moeten lossen. SABENA was zo een bedrijf. De NMBS is er ook zo een en zal een zelfde lot ondergaan indien de vakbondsleiders niet snel op de misbruikrem gaan trappen.
Maar vandaag willen we het eveneens niet hebben over staatsbedrijven maar over een evolutie die we vaststellen bij privé ondernemingen. Er is iets aan het gebeuren dat blijkbaar weinigen tot nu toe begrijpen en dit is dat feitelijk meer en meer ondernemingen virtueel failliet zijn. Door steeds maar hogere ontslagvergoedingen te eisen brengen de vakbonden de toekomst van steeds meer van hun leden in gevaar. Als gevolg van het inwilligen (steeds onder dreiging van stakingen) van steeds nieuwe vakbondseisen hebben deze zelfde vakbonden de broodwinning van hun leden vernield. Werknemers bij Renault in Vilvoorde, Opel in Antwerpen en Ford in Genk hebben gedurende een bepaalde tijd kunnen profiteren van de verwezenlijkingen van “den bond” maar uiteindelijk verloren ze allen hun toekomst. Er worden vandaag méér auto’s in de wereld gebouwd dan ooit te voren maar niet meer bij ons.
Tot nu toe hebben de vakbonden het geluk gehad dat die grote fabrieken behoorden tot machtige holdings die het spel van de sluiting correct hebben gespeeld en kleine fortuinen hebben uitbetaald als ontslagvergoeding. Maar veruit het grootste gedeelte van onze overblijvende ondernemingen hebben daar de middelen niet meer voor. Indien onze ondernemingen zouden verplicht worden om op hun balans het sociaal passief op te nemen zijn de meesten bankroet! Zo simpel is dat.
En daarom liggen de vakbonden aan de basis van een nieuw soort bedrog dat snel belangrijkere vormen aan het nemen is. Wij volgen met aandacht die nieuwe evolutie die blijkbaar nog door geen enkel journalist blijkt vastgesteld te zijn. Er zijn meer en meer grote groepen die tot de vaststelling komen dat bepaalde van hun dochterbedrijven en als gevolg van overdreven ingewilligde vakbondseisen in het verleden niet meer leefbaar zijn en geen enkele toekomst meer hebben.
Het grote probleem om zo een onderneming te stoppen is het sociaal passief. Enkele snuggere snoepers bij de grootste accountantfirmas hebben dus een nieuwe markt ontdekt. Zo berekenen ze het bedrag van het sociaal passief van een onderneming. Door al die vroegere vakbondseisen hebben die bedragen van het zogenaamde sociaal passief ongeziene bedragen bereikt.
Nemen we een fictief voorbeeld: Een bedrijf telt honderd medewerkers, heeft geen toekomst meer en heeft een sociaal passief van 8 miljoen euro. Het accountantsbedrijf zoekt een, meestal malafide, partij die 100% van de aandelen wil overnemen. Deze laatste partij hoeft niets te betalen. Integendeel ze krijgt er nog een eigen vermogen van 4 miljoen bij.
Het oorspronkelijke bedrijf bespaart dus 4 miljoen euro en hoeft zich van het sociaal passief niets meer aan te trekken. De nieuwe eigenaars weten zeer goed dat ze het hoogstens nog een goed jaar kunnen trekken vooraleer ze zelf de sleutel onder de deur zullen steken. Inmiddels halen ze zoveel als enigszins mogelijk is uit het bedrijf en doen zelf een schitterende zaak door pakken geld te verdienen zonder ooit één cent te hebben moeten investeren. Het accountantskantoor en de huisbankier doen alsof ze niets zien maar zorgen dat ze zelf uit de brand blijven. De werknemers en de overblijvende schuldeisers blijven met lege handen achter. De overheid zal het sociaal passief zelf moeten betalen. De vakbond die feitelijk aan de basis ligt van het verhaal gebaart van krommen haas!
Er gebeurden de laatste maanden volgens onze mening reeds meerdere soortgelijke transacties. We komen op deze bijdrage beslist nog terug.
Men zegge het voort,
Freddy Van Gaever