5 april 1943:
BOMBARDEMENT OP MORTSEL
Intussen is het 70 jaar geleden dat de Anglo-Amerikaanse bombardementen op Europa plaats vonden.
Op 25 juli 1943 wordt Hamburg met de grond gelijk gemaakt; er sterven 42.000 burgers.
Maar de luchtoorlog bereikt zijn finaal hoogtepunt op 13 februari 1945 met het bombardement op Dresden, waar meer dan 200.000 burgers, vooral vrouwen en kinderen, de dood vonden.
Waar dit thema – zoals trouwens alles over de tweede wereldoorlog – in Duitsland lange tijd taboe was, is er nu toch een aanbod van literatuur vooral over luchtbombardementen van de Anglo-Amerikanen, maar ook over de ongestrafte oorlogsmisdaden van de Russen.
Twee voorbeelden hiervan zijn de schitterende romans Im Krebsgang van de Nobelprijswinnaar Günther Grass en Der Brand van Jörg Friedrich.
Maar wat opvalt is het gebrek aan belangstelling voor de vele slachtoffers die vielen in de bezette gebieden zoals Frankrijk, Italië, Nederland en België. Deze werden nochtans niet gespaard door de geallieerden.
Op Frankrijk werden meer dan een half miljoen ton bommen gegooid, op Italië meer dan één derde miljoen ton en op België 100.000 ton bommen.
Hierover bestaat zo goed als geen literatuur. Het onderwerp wordt in deze landen genegeerd.
Het bombardement op Mortsel evenwel is goed gedocumenteerd en beschreven in twee boeken van Achille Rely: « Bommen op Mortsel » en « Geen oorlogskruis voor Mortsel ». In 2008 verscheen het boek « Tranen over Mortsel », een getuigenis van de overlevenden van het bombardement op 5 april 1943, opgetekend en verzameld door Pieter Serrien.
Het was een van de zwaarste aanvallen boven bezet gebied uitgevoerd, hét zwaarste bombardement ooit boven België.
Er stierven 936 mensen waarvan 209 kinderen. Men vond 107 lichamen onherkenbaar verkoold.
Men telde 1342 gewonden. Zo’n 1300 woningen werden zwaar beschadigd.
Er werden 223 ton bommen afgeworpen. Slechts 4 bommen troffen doel en vernielden slechts een klein gedeelte van de ERLA fabrieken, die bijna ongehinderd bleven verder doorwerken; 33 bommen vielen binnen een straal van 300 m rond het doel.
De meeste vielen zo verspreid dat men op de luchtfoto’s 53 bommenkraters telde die buiten een straal van 2 km van de ERLA fabrieken vielen.
En dan heeft Mortsel nog geluk gehad: inderdaad, want er vertrokken 104 bommenwerpers, waarvan er slechts 82 Mortsel bereikten. 21 bommenwerpers hadden af te rekenen met pech of werden beschoten of neergehaald door Duitse jagers.
Dit betekende dat ongeveer 60 ton bommen nooit tot boven Mortsel geraakte en dat honderden mensen de dodendans ontsprongen, zonder dat ze zich daarvan bewust waren.
Hoe is het ooit zo ver kunnen komen?
Mortsel beschikte over de goed uitgeruste autofabrieken van Minerva, voor de recessie een illuster automerk te vergelijken met Rolls Royce.
Reeds bij het begin van de oorlog zagen de Duitsers het nut van de fabriek in. Het had niet alleen uitstekende toegangswegen, maar bovendien lag het vliegveld van Deurne vlakbij. De fabriek diende hoofdzakelijk voor de herstelling van in de oorlog beschadigde jachtvliegtuigen en de revisie van de motoren. Er werd ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om de laatste technische snufjes in te bouwen. Met speciale vrachtwagens werden de herstelde vliegtuigen naar het vliegveld gereden.
In 1943 werkten ongeveer 3.000 arbeiders bij ERLA, meestal mensen uit de omgeving die redelijk tevreden waren zo dicht bij huis hun brood te kunnen verdienen en niet in Duitsland te werk gesteld werden.
Tot september 1944 werden ongeveer 4.000 vliegtuigen hersteld.
Het bombardement was een totale mislukking en een menselijk drama.Wat waren de oorzaken ?
Er zijn verschillende oorzaken die objectief vast te stellen zijn en er is een niet bewezen maar niet onwaarschijnlijke veronderstelling.
De komst van de Amerikanen: het is bekend dat Roosevelt reeds lang in de oorlog wou tussenkomen aan de zijde van de Engelsen. De publieke opinie was er sterk tegen, zodat de president moest wachten tot de aanval op Pearl Harbour.
Snel kwam de reusachtige vliegtuigindustrie op gang. Toch duurde het nog tot juli 1942 tot het eerste vliegend fort landde op de luchthaven van Prestwick in Schotland. De Amerikaanse bemanningen waren slecht opgeleid; er heerste een groot gebrek aan stiptheid. De escaderbevelhebbers lagen met mekaar overhoop. De radio werd gebruikt om grappen te maken, enz. cfr Dale O. Smith in « Screaming Eagle ». Hun eerste aanval voerden de vliegende forten uit op 17 augustus 1942 op de Franse stad Rouen.
In de volgende 48 opdrachten vielen vele slachtoffers bij de Nederlandse en Franse bevolking.
De aanval op Mortsel was de 50ste opdracht van de Amerikanen.
Wat heeft de Amerikanen bezield om 223 ton bommen op deze dichtbevolkte Antwerpse gemeente te werpen vanop 7.000 m hoogte ,waardoor de kans om uitsluitend de ERLA te treffen reeds van bij het begin totaal uitgesloten was?
De Duitse bewapening was in de periode 1942 / 1943 nog zeer sterk:
– Er waren vooreerst de uitstekende jachtvliegtuigen zoals de Messerschmidt en de vooral de Focke Wulf. Deze had een bewapening van vier 20 mm kanonnen en twee 7,9 mm mitrailleurs. Een vuurstoot van drie seconden veroorzaakte een losbarsting van 130 projectielen en er waren gemiddeld 20 treffers nodig om een bommenwerper neer te halen.
De Duitse jagers vielen vaak frontaal of in duikvlucht aan tegen een voor die tijd ongehoorde snelheid van 1.000 km per uur.
– Bovendien was er de FLAK, de « Flieger Abwehrkanonen »: met de 8,8 cm Flak, die een granaat van 9 kg tot een hoogte van 8.000 m kon afvuren , die dan uiteenspatte in 1500 stukjes, en bovendien de 10,5 cm Flak, die een obus van 15 kg tot een hoogte van 12.800 m kon schieten.
Op de bremweide naast het Antwerp-voetbalstadion stond een 10,5 cm Flak, door de Antwerpenaars genoemd « den Brem ».
– De derde reden van de ramp was de ligging van de ERLA midden tussen de huizen. Dit was een van redenen dat de arbeiders zich daar tamelijk veilig voelden. Bovendien kon dag en uur van het bombardement niet slechter gekozen zijn, nl. een maandag om 15.30 u. De kinderen waren nog in de scholen en de arbeiders in de fabrieken.
Indien de aanval bv. op zondag zou uitgevoerd zijn, dan had het aantal slachtoffers veel lager geweest.
Rekening houdend met de Duitse verdediging en de gekozen dag en uur, kan men tot besluit zeggen dat de slecht voorbereide aanval getuigt van een totale minachting voor de burgerbevolking, die deel uitmaakte van een bevriend land!
Buiten de besproken redenen is er ook nog een veronderstelling die vermeld wordt in het hogergeciteerde werk van Achille Rely, nl. dat er in Mortsel de zeer Vlaamsgezinde Gevaert-fabriek stond, die ook volop voor de Duitsers werkte, en bovendien was Mortsel de woonplaats van zeer veel Vlaams-nationalisten.
Opmerkelijk is wel dat deze veronderstelling wordt bijgetreden door een zeer bekende krantencommentator.
Volgens de normen van toen waren er dus redenen te over om om te bombarderen zoals is geschied:… slordig en massaal !
Tot slot nog dit : het was de gewoonte dat aan de zwaar getroffen steden en gemeenten het oorlogskruis werd toegekend, zoals bv. aan Antwerpen, Luik, Bande, Kortrijk.
Aan Mortsel niet…
Vond de toenmalige Belgische regering het bombardement dan toch niet zo erg of wilde men de Anglo-Amerikanen niet voor het hoofd stoten ?
Het gaat vandaag al lang niet meer om dat oorlogskruis maar wel om het verdriet en de herdenking van het verdriet. Pas in 2004 kreeg Mortsel erkenning voor het oorlogsleed – een echt oorlogskruis echter niet wegens…“friendly fire”…!
.Paul Doevenspeck, ere-advocaat
Nvdr: Neem hier een kijkje voor de geplande herdenking in Mortsel
Kortrijk heeft ook haar deel van de koek gekregen tijdens WOll : dààr ging het NIET om fabrieken maar wél over “de Congostatie”…. een énorm rangeerterrein voor (vooral) goederenwagons.
Als kind heeft Fikken eens zo’n treinstel zien voorbijrijden: Drie (!) stoomlocomotieven die samen 108 wagons trokken, hoog-opgestapeld met vlas…
Zoals in Mortsel, werden de doelen pracktisch NIET getroffen, wél het “Madeleine-kerkje” met naastliggend groot kerhof (tgenwoordig zijn op die terreinen de Westvlaamse Hogeschool gebouwd.
Was het maar bij dit kerkje gebleven, doch de streep werd doorgtrokken zodat MINSTENS de helft van de Kortrijkse wijken vernietig werden.
Op het aantal slachtoffers, durf ik geen getal plakken, maar ‘heb wél de lange, brede geul gezien waarin de lijken lijk sardienen nààst elkaar ingelegd werden…
Identificatie speelde géén belang…men wilde ze absoluut zo-snel-als-mogelijk
begraven te hebben.
Eigenaardig genoeg: àlle huizen rond de markt waren vernietigd, inclusief het middeleeuws postgebouw, doch ” ‘t olje”, het klein halletorentje in het midden van de markt, had géén noemenswaardige schade.
Voilà, één van Fikkens’ trieste jeugdherinneringgen.
De foto met de lijkkisten op de Gemeenteplaats in Mortsel doet mij terugdenken aan mijn ex-werkgever “Kolen Dockx” destijds een begrip in Antwerpen. Alle vrachtwagens die zij ter beschikking hadden werden ingezet voor de begrafenis van de slachtoffers. Zij kregen hiervoor na de oorlog de rekening gepresenteerd tijdens de niets ontziende repressie.
Willy
Hopelijk komt er in dit onland een nieuwe repressie voor die paljaskes die naar Syrië trokken om mee te vechten in de “heilige Jihad”.
Alle overlevenden van die bloederige gevechten die terugkeren, ONMIDDELIJK aanhouden (zodat zij hun gif niet vérder kunnen uitzaaien) èn dan voor het “Krijgsgerecht” brengen.
Nu nog een nieuwe Ganhof vander Meersch vinden om, in navolging van de authentieke, ze àllen ter dood veroordelen zoals hij in 1946 deed met de voormalige Oostfrontstrijders.
Het is al een eeuwigheid geleden dat Fikken nog een bezoek bracht aan Breendonk… naar het schijnt staan die beruchte palen er nog steeds.
Welnu, aldus kunnen die palen bewijzen dat het wél de moeite loonde om dié te behouden sedert àl die jaren.
“Pas de pitié pour les vaches”, et, “pour les salauds non plus” !!!
AFKNALLEN verdorie, gespuis verdiend niet om vérder te leven.
Ik ben het volledig eens met Victor van Vosselaer. Maar het beste zou zijn dat allen die 0ostwaards getrokken zijn daar ook blijven, geheel of in stukken, het maakt voor mij geen verschil zolang ze maar niet terug naar hier komen.