5 cm

Ineens zag ik haar, maar veel te laat.
Het was al donker in Vlaanderen toen ik die slecht verlichte weg inreed en mijn snelheid verminderde voor de verkeersdrempels, in die onoverzichtelijke bocht.
Daar was ze.
Ineens.
Vlak naast m’n auto.
Donker haar, donkere kleding, donkere fiets.
Het enige dat oplichtte, waren haar witte oortjes waar ze waarschijnlijk de nieuwste hits van de nieuwste artiesten op hoog volume beluisterde.
Misschien was ze 14. Misschien 15. Misschien was ze jouw dochter. Misschien jouw jongere zus. Misschien jouw kleindochter. Misschien je nichtje.
Voor ik het wist schoot ze naar links.
Geen richting aangevend. Voor ik het wist lag ze, met haar fiets, onder mijn wielen. En stortte de dood en immens diepzwart verdriet zich in de levens van iedereen die het meisje kende. Iedereen.
En míjn leven. Haar ouders zouden het mij nooit vergeven.
Ook al hadden ze hun dochter laten fietsen zonder zichtbare verlichting; ik zou voor hen levenslang 'dat monster in die auto' zijn.
En voor de Wet ben ik als bestuurder aansprakelijk wegens haar dood.
Maar dankzij mijn snelle reactievermogen, mijn perfecte remmen, kon ze gelukkig onverlicht doorfietsen, levend(ig) en wel.
Mijn geschrokken getoeter beantwoordde ze, zoals het hormoon-gedreven pubers betaamt, met een boos opgestoken 'Fuck jou man' middelvinger, uitgestoken tong en ze fietste verder, het duister in.
Op weg naar het huis waar haar ouders blij waren dat ze veilig weer thuis was.
Het waren 5 centimeters geweest tussen thuiskomen of doodblijven.
5 Centimeters tussen 'hoi mam, ik ben weer thuis' of twee agenten aan de deur die vragen of u 'de ouders bent van..'

2 gedachten over “5 cm

  1. Dit stukje vertolkt op meesterlijke wijze de angst die leeft bij menig autobestuurder: de ANGST VOOR FIETSERS!

    Verkeersdrempels, ronde punten, verkeerslichten, voorrangsregels, snelheidsbeperkingen, inhaalmanoeuvers, werkelijk alles kan ik trotseren, maar o wee als er een fietser in mijn nabijheid komt, dan vertraag ik omzichtig, met de voet klaar op de rem, en vraag me achterdochtig af welke onvoorspelbare toeren de fietser gaat uithalen.

    Fietsers zijn dicht bij je voor je d’r erg in hebt. Uit het niets doemen ze op, ze kruisen je pad om hals over kop de weg over te steken, zonder signaal, zonder even om te kijken naar aankomend verkeer. Overmoedig fietsgedrag.

    Ongedisciplineerde fietsers maken een jungle van het verkeer. Zoals op woensdagmiddag 12 uur, de bel rinkelt van een middelbare school. De straat wordt omgetoverd in een wirwar van fietsende scholieren, links en rechts van de weg, zelfs in het midden zwalpen ze rond. Autobestuurders wachten liever in parkeervakken tot de storm geluwd is… De fietser als sterke weggebruiker!

    • Dan heb je ook nog de zgn. fietsstraten. Daar zijn ze helemaal heer en meester. En dat wordt door die elektrische fietsen nog verergerd: met 45 km/u op het fietspad of slalommend tussen auto’s die zoals voorgeschreven de max. snelheid van 30 km/u volgen. Hier op het platteland zijn de wielerterroristen een ware plaag. Ze rijden in een dichtgepakte kolonne over de smalle straten, blokkeren alle verkeer, hebben geen begeleiding en zijn bijzonder agressief. Bij een panne – platte band – of als er eentje wil (wild)plassen blijft heel de meute ostentatief in het midden van de straat staan – niemand kan nog door! Probeer het niet. Er zijn er altijd die direct met hun slimme gsm in de aanslag foto’s of filmpjes maken. En je wordt sowieso afgeschilderd als een onverdraagzame fascist.

Reacties zijn gesloten.