Vox clara ecce intonat… Ik hoor een stem verluiden…
Muziek: maakt deel uit van de Ambrosiaanse Hymnen – 4de eeuw – Italië
Tekst: Aurelius Ambrosius van Milaan, geboren 339 te Trier, overleden 4 april 397 te Milaan. Jurist, werd in 374 verkozen tot bisschop van Milaan; vader van de dichtkunst der hymnen in de Latijnse kerk.
Hoe kon je in de eerste eeuwen van onze jaartelling gelovigen winnen voor de zaak van de Katholieke kerk en de kerkelijke dogma’s? Veel van de toenmalige kerkleiders kozen voor het schrijven of laten schrijven van hymnen. Een van deze dichters van deze hymnen was Ambrosius van Milaan, een van de vier kerkvaders. Hij werd in het jaar 339 n.Chr. geboren in Trier en stierf als bisschop van Milaan in die stad in 397. Naast een groot aantal theologische werken schreef hij voor zover bekend ook veertien hymnen, allemaal volgens hetzelfde strak stramien. Een Ambrosiaanse hymne bestaat uit precies 256 lettergrepen, acht strofen van vier jambische verzen met acht lettergrepen. Ze hebben ook inhoudelijk dezelfde opbouw. Eerst wordt iets goddelijks verheerlijkt, vaak worden wonderen genoemd, dan wordt gekeken hoe dat uitpakt voor de wereld en voor mensen om te eindigen met de conclusie dat het belangrijk is om te geloven. (Uit: Zingen moet ons hart)