Woke puntentellen

Rennes: niet-binair persoon 4 punten, man 1 punt

Rennes, een grote Bretoense stad, heeft te maken met een forse stijging van de criminaliteit. Het informatieblad Le Telegramme, berichtte “dat in deze stad van 200.000 inwoners de criminaliteit op 3 jaar met 81 procent is gestegen”. Het socialistisch stadsbestuur kijkt echter resoluut in een andere, woke richting, zoals blijkt uit een recente beslissing van het stadsbestuur.

Op 18 september wijzigde Rennes de subsidievoorwaarden van sportverenigingen. Men wil “de gelijkheid tussen mannen en vrouwen verbeteren, net als de toegang tot de sportbeleving voor jongeren, en vooral dan voor meisjes en voor neutrale personen”. Daarom heeft het stadsbestuur een puntenrooster op punt gezet om zo sportclubs die non-binaire personen willen opvangen, bijkomend te subsidiëren. Ten nadele van de andere, maar dat is bijkomstig in de woke-beleving natuurlijk. De Bretoense stad zet hiermee een puntenkoers op gang, vrezen veel verenigingen.

Sportbeleving wordt sterk gepolitiseerd

De inschrijving van een “volwassene die zich tot het mannelijk geslacht bekent”, levert één punt op voor zijn club. Een vrouw die zich vrouw verklaart, krijgt 2 punten voor zijn club. Een non-binaire minderjarige brengt zijn club 4 punten op. Als hij zichzelf jongen verklaart, worden dan 3 punten, als hij of zij zichzelf meisje verklaart, worden dat opnieuw 4 punten. Rugby- of voetbalclubs zullen een tandje moeten bijsteken, om voldoende punten te verzamelen. En dus: voldoende non-binaire personen aantrekken?

Het besluit wordt niet op gejuich onthaald. Aude Mirkovic, van de vereniging Juristes pour l’enfance, is duidelijk: “Het is bijzonder confronterend, want deze simpele vraag verplicht geïnteresseerden om aan de werkelijkheid te verzaken, en in de wereld van de gevoelens te stappen. Als men een kind inschrijft voor tennis, dan is dat om het kind tennis te laten spelen en niet om hem of haar te ondervragen over het geslacht. Zo stort men kinderen in de totale verwarring”.

De vragen van de oppositie liegen er niet om: “Vanaf welke leeftijd is deze nieuwe categorie non-binair van toepassing? Zal men deze regeling veralgemenen? Wie zal de gegevens bewaren? Oordelen sportverenigingen zelf over het geslacht van de kinderen die aan sport willen doen?”. Frédéric Bourcier, lid van de socialistische meerderheid in de stad Rennes, veegde alle bezwaren – in naam van het bestuur – van tafel: “Het belang van personen en van het welbevinden moet primeren op de belangen van de collectiviteit”. En zo, beste lezers en lezeressen, groeit de woede elke dag opnieuw een beetje.

Peter Logghe

Van wie is het Beloofde Land?

Shoa versus Nakba. In het licht van de huidige en jarenlang aanslepende strijd om het grondgebied dat het huidige Israël en de Palestijnse gebieden beslaat, is het nuttig even – rustig – terug te blikken en te filosoferen over een (on)mogelijke verstandhouding. Klik ook even op de bruggetjes onderaan.

https://www.historischnieuwsblad.nl/dossiers/israel-en-de-palestijnen/

https://nl.wikipedia.org/wiki/Balfour-verklaring

https://nl.wikipedia.org/wiki/Ludo_Abicht

Maak kennis met de redenering vanuit Zionistisch standpunt …

Wij verwijzen naar onderstaand opiniestuk, dat vandaag bij het onverstoorbare Gatestone Institute* gepubliceerd werd, opdat u enig inzicht zou hebben in de gedachtengang en logica van het Uitverkoren Volk…

“Op zondag kondigden de Amerikaanse president Joe Biden, minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken en nationale veiligheidsadviseur Jake Sullivan allemaal aan dat de Verenigde Staten verwachten dat Israël “humanitaire hulp” zal toestaan in Gaza.

De implicaties van dit standpunt zijn verwoestend voor Israël. Volgens berichten staan er “honderden vrachtwagens” in de rij aan de grens in Egypte, klaar om de Gazastrook binnen te gaan met zogenaamde “humanitaire hulp”. Deze vrachtwagens zullen, als ze worden toegelaten, niet noemenswaardig worden geïnspecteerd. Er is geen reden om aan te nemen dat ze babyvoeding en voedsel vervoeren dat aan de behoeftigen zal worden geleverd. Er is alle reden om aan te nemen dat ze oorlogsmateriaal en jihadstrijders vervoeren die zijn aangekomen om Hamas te versterken…

Lees verder: Nu Biden zich tegen Israël keert, moet Netanyahu sterk staan

door Caroline Glick

Oorspronkelijk Engels Item: As Biden Turns against Israel, Netanyahu Must Stand Strong

*Mocht u niet weten wat of wie het Gatestone Institute behelst of vertegenwoordigt: neem een kijkje bij: https://en.wikipedia.org/wiki/Gatestone_Institute (gebruik vertaalmodus)

WHO wil alleen heersen

Advocaat Philipp Kruse legt uit wat de WHO (World Health Organisation) van plan is onder de naam van “New Pandemic Treaty and Amendments to the international health regulations” (Nieuw Pandemieverdrag en wijzigingen aan de internationale gezondheidsregels).

“We zijn hier vandaag samen omdat we allemaal bezorgd zijn over de sterke druk die de WHO uitoefent om zijn bevoegdheden, zijn macht, zijn structurele en financiële mogelijkheden met een blijvend karakter op de soevereiniteit van de landen en de zelfbeschikking van het volk uit te breiden.”

“De macht om op elk moment onze grondwetten op te schorten, onze mensenrechten en internationale wetgeving te omzeilen.”

Philipp Kruse legt bij het Europees Parlement op 4 juli jl. treffend uit waarom WHO, Gavi en Europese Cie een totalitaire permanente machtsstructuur vormen:
 
1. De General Director kan met een druk op de knop een gezondheidscrisis uitroepen.
 
2. Alles wat de WHO aanbeveelt zal uiteindelijk verplicht worden.
 
3. Er is geen effectieve bescherming van grondrechten op landsniveau.
 
4. De WHO zal de enige zijn die beslist wat ‘waarheid’ is t.a.v. gezondheid, incl. de welbekende censuur van onwelgevalligheid.
 
5. Er is geen mechanisme van correctie of controle meer. Ze kunnen gewoon door blijven gaan met bs zonder evaluatie.
 
Dit zal leiden tot:
 
* schending van mensenrechten
* geen evaluaties of correcties
* geen scheiding meer van machten

Meer info bij: https://stichtingvaccinvrij.nl/toespraak-advocaat-philipp-kruse-in-europese-parlement-over-de-machtsgreep-van-de-who-gaat-viraal/

En in dit verband:

South Africa leads the way in Africa withdrawing from the controversial and unelected W.H.O

Het Derde Testament

Wordt het niet dringend tijd de Bijbel aan de actualiteit aan te passen, resp. uit te breiden?

Vroeger wond men zich erover dat er pas na 600 jaar iets op geschrift gebracht werd, maar sindsdien heeft men – sinds 2000 jaar – geen vervolg meer op de Bijbel geschreven. Dit in contrast met de Dikke Van Dale, waar voortdurend – volgens behoefte – aan gerenoveerd wordt.

Thema’s voor uitbreiding van de Bijbel zijn er immers genoeg. de shoa, de verdrijving der ongelovige bezetters uit Davids Rijk, 9/11, noem maar op… Als dat geen stof voor een Bijbelse invulling is dan weet uw dienaar het ook niet meer… tenslotte wil men in pakweg 1000 jaar ook nog iets te lezen hebben.

Zoals bv. (vul aan)

“En God sprak: “Ik straf jullie voor jullie zonden. Jullie zullen zodanig verward zijn dat jullie je eigen geslacht niet meer zult kennen, met blindheid geslagen worden zodat jullie mannen en vrouwen niet meer zullen kunnen onderscheiden!

Degenen die jullie op de hoogte houden – media en politici – zullen jullie 24/24, dag en nacht, met leugens om de oren slaan, zodat jullie de waarheid en de leugen niet meer uit elkaar zullen kunnen houden.

Door krankzinnigen zullen jullie geleid en leeggezogen worden en wat jullie bezitten zal jullie ontnomen worden door degenen die niet werken.

De domheid zal jullie overvallen zodat jullie niet meer zullen kunnen lezen, schrijven of rekenen!

Gras zullen jullie eten. Vlees en vis komt niet meer op jullie bord.

Jullie zullen eelt kweken aan jullie voeten want rijden moet in de vergeethoek belanden.

Plagen zullen jullie teisteren zodat jullie vrolijkheid en glimlach achter een masker zal verdwijnen.

En eeuwigdurende oorlogen worden geprogrammeerd!”

Méér dan een boek: de Dikke Van Dale

EEN BOEKENWEETJE – DE DIKKE VAN DALE

U zal er wellicht niets van hebben gemerkt maar deze maand is het precies 150 jaar geleden dat een mijlpaal voor de Nederlandse taal werd gefinaliseerd. In oktober 1873 legde de Nederlandse lexicograaf Jan Manhave de laatste hand aan het ‘Nieuw Woordenboek der Nederlandse Taal’. Dit woordenboek, dat snel razend populair werd en mee de standaard zette voor onze taal, was het levenswerk van Johan Hendrik Van Dale maar die had het succes van zijn woordenboek niet meer mogen beleven want hij was anderhalf jaar daarvoor, op 19 mei 1872 om precies te zijn, amper 44 jaar oud ‘…in den Here ontslapen’ zoals dat indertijd zo mooi werd geformuleerd.

Johan Hendrik Van Dale was een merkwaardige man. Als autodidact en onverbeterlijke workaholic publiceerde hij in een tijdspanne van amper twintig jaar niet minder dan 22 boeken en honderden artikels. Hij zag op 15 februari 1828 het levenslicht in het oude Zeeuwse vestingstadje Sluis als zesde zoon in het gezin van de peperkoekenbakker Abraham Van Dale en winkelierster Pieternella Johanna du Bois. Omstreeks de tijd dat Johan Hendrik werd geboren maakte vader Abraham een opvallende carrièreswitch door landmeter en later hulponderwijzer te worden. Uiteindelijk belandde hij in het leger. Hij bezweek op een oorlogsbodem voor de zuidkust van Java toen Johan Hendrik elf jaar oud was.

Johan Hendrik Van Dale was een pienter en nieuwgierig kereltje dat bovendien, volgens getuigenissen, over een ‘erg scherp geheugen’ beschikte. Deze eigenschappen legden hem geen windeieren. Hij was net zestien geworden toen hij zijn eerste onderwijsakte behaalde. Meteen daarop werd hij aangesteld als ondermeester in Sluis. In de jaren daarna behaalde hij in een opmerkelijk hoog tempo en blijkbaar ook met het grootste gemak allerlei pedagogische bekwaamheidsaktes: zo verwierf hij de bevoegdheid les te geven in onder meer Frans, wiskunde, Engels, Duits, natuurkunde en landbouwkunde. Op eigen houtje bekwaamde hij zich bovendien in het Latijn en Gotisch schrift, terwijl het oude Middelnederlands in hem ‘eene priester vol van de warmste geestdrift’ vond. Vanaf mei 1854 was Van Dale hoofdonderwijzer aan de openbare school te Sluis, vanaf oktober 1855 tevens stadsarchivaris.

Ondanks zijn drukke professionele leven was Van Dale in 1852 ook nog eens beginnen publiceren. Het eerste werk van zijn hand dat van de persen rolde was ‘Honderd opstellen ter verbetering’, een handboek voor de hoogste klas van de volkshogeschool. Naast boeken en talloze artikels over zinsontleding en spraakkunst publiceerde hij vooral en met veel liefde over historische en oudheidkundige onderwerpen en vooral dan over zijn geboortestreek Zeeuws-Vlaanderen. Het rijke stadsarchief van Sluis, dat hij als eerste inventariseerde, was een ware goudmijn aan bronnenmateriaal voor hem. Zijn artikelen verschenen in gerenommeerde tijdschriften als ‘De Taalgids’, de ‘Taal- en Letterbode’,’ De Toekomst’ en ‘ De Navorscher’. En natuurlijk ook in ‘ Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen’, een tijdschrift dat Van Dale samen met zijn vriend, dominee H.Q. Janssen redigeerde en dat verscheen tussen 1856 en 1863.

Door zijn vele taalkundige publicaties kwam Van Dale in contact met enkele van de voornaamste filologen van zijn tijd. Hij correspondeerde en was bevriend met onder andere Matthias de Vries, Lambert Allard te Winkel en met de Rotterdamse taalgeleerde Arie de Jager. Het was deze laatste die er voor zorgde dat Van Dale in 1866 door uitgever A. ter Gunne uit Deventer werd benaderd voor zijn eerste lexicografische opdracht: de bewerking van het ‘Taalkundig handboekje, of alphabetische lijst van alle Nederlandsche woorden, die wegens spelling of taalkundig gebruik aan eenige bedenking onderhevig zijn. ‘ Hij vond het een moeilijke en zelfs frustrerende klus zoals hij zelf notuleerde: ‘Het schrijven van een woordenboek is een ondankbaar, een verdrietig werk. Is er veel, dat men heeft opgenomen of verbeterd, er is nog veel meer, dat men vergeten heeft, dat de aandacht ontsnapt is en alzoo onverbeterd is gebleven.’

Maar dit belette niet dat hij de smaak van het lexicografische werk te pakken had gekregen en daarom ging hij graag in op de vraag van de Arnhemse uitgever D.A. Thieme om het ‘Nieuw Woordenboek der Nederlandsche Taal’ dat was samengesteld door de zwagers I.M. Calisch en N.S. Calisch en dat tussen 1861 en 1864 in afleveringen was verschenen, grondig te herzien en aan te vullen. Toen Van Dale na anderhalf jaar besefte dat hij het woordenboek alleen nooit af zou krijgen, riep hij de hulp in van zijn leerling Jan Manhave. Die had hem al eerder bijgestaan bij de correctie van drukproeven, maar vanaf februari 1869 besteedde de toen 19-jarige Manhave dagelijks een paar uur aan het bewerken van de door Van Dale geschreven kopij. Drie jaar lang werkten ze samen en het woordenboek was – in handschrift – tot en met de letter Y klaar, toen Van Dale door de pokken werd geveld.

In Vlaanderen – waar de positie van het Nederlands al decennia lang bedreigd werd door de dominantie van het Frans – had men met veel belangstelling naar het woordenboek van Van Dale uitgezien. De Vlaamse letterkundigen hadden behoefte aan een goed Nederlands woordenboek. En sinds 1849 hadden ze daar vrijwel jaarlijks op de gemeenschappelijke Taal- en Letterkundige congressen sterk op aangedrongen. Van Dale woonde pal op de grens van de kunstmatige grens die Noord-Nederland scheidde van het Zuiden en was zich als weinigen bewust van het belang van de gezamenlijke taal. Hij publiceerde in het Vlaamse tijdschrift De Toekomst en was lid van niet minder dan zes wetenschappelijke genootschappen in België én van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde ‘De taal is gansch het volk’ te Gent. Hij volgde met sympathie het reilen en zeilen van de ontluikende Vlaamse Beweging en koesterde bovendien een warme belangstelling voor de Vlaamsche dialecten. Het was dan ook geen toeval dat hij zijn woordenboek verrijkte met allerlei Zuid-Nederlandse woorden. Dat bleef in Vlaanderen niet onopgemerkt. ‘De geleerde hoofdonderwijzer van Sluis is inderdaad, als weinige in Noordnederland’, schreef de Vlaamse dichter Frans de Cort – een vriend van Van Dale – begin 1872 in het Leuvense tijdschrift De Toekomst, ‘met ons taaleigen bekend, derhalve uitmuntend voor de taak berekend, een algemeen Nederlandsch lexicon voor den dag te brengen, dat hier evengoed als ginder zou kunnen gebruikt worden.’

De brave man heeft het helaas niet meer mogen meemaken maar ‘Van Dale’ was al kort na zijn overlijden zo’n begrip, zo’n keurmerk geworden dat vanaf de vierde druk zijn achternaam in de titel van het woordenboek verscheen…. De ‘Dikke van Dale’ – verwijzend het volume van het boek en niet van de auteur – was een feit….

Geleend bij Jan Huijbrechts