… door Joren Vermeersch, jurist, historicus, auteur, columnist De Standaard, eerste opvolger op de Kamerlijst voor N-VA West-Vlaanderen.
“Vrienden, op deze eerste blog na de vakantie wil ik het met jullie hebben over hell-hole Afghanistan. De olifant in de kamer daar wordt immers onvoldoende benoemd: de islam.
In Afghanistan is een machtswissel gebeurd die, naar lokale maatstaven, snel en relatief vredevol is verlopen. Dat kan maar op één ding duiden: de mensen daar steunen die machtsovername in grote meerderheid. Er zijn inderdaad delen van de bevolking tegen (vooral onder de opgeleide stedelijke elite en de etnische minderheden in het noorden), maar zelfs zij kozen niet om te vechten, allicht omdat ze geen waardig politiek alternatief zien waarvoor ze willen strijden.
In onze media hoor je nu geweeklaag alom. De machtsovername zou liggen aan de overhaaste terugtrekking door president Biden. We zouden “de Afghanen in de steek laten”. Dit zou een zoveelste teken zijn van “de tanende macht van het Westen”, etc, etc, etc… Allemaal “bullshit”, om een treffende Amerikaanse term te gebruiken. In werkelijkheid was deze missie vanaf dag 1 gedoemd om te falen. Waarom? Omdat ze geen rekening hield met de culturele realiteit op het terrein, die sterk verschilt van de onze.
Elke poging om een diepgelovig moslimland met de wapenen te transformeren in een democratie en er onze eigen Westerse morele code (beter bekend als de “mensenrechten”) aan op te leggen, is bij voorbaat futiel. Het is namelijk wensdenken, grenzend aan pretentie, om te denken dat onze eigen normen en waarden ‘universeel’ zijn. Dat zijn ze niet. Ze zijn niets meer dan het unieke product van onze eigen lange geschiedenis, in het bijzonder van de christelijke moraliteit die er in Europa al 2000 jaar wordt ingestampt en zo is gaan behoren tot ons culturele DNA. Het culturele DNA van de islamitische wereld is daarentegen helemaal anders: de zeer gedetailleerde goddelijke wetgeving die de profeet Mohammed in de zesde eeuw openbaarde. Er bestaat niet zoiets als een universele opvatting over goed en kwaad. Dat is relatief: wat samenlevingen ethisch vinden en wat niet hangt af van hun eigen cultuur en geschiedenis.
Dat geldt ook, en misschien wel in het bijzonder, voor de gelijkheid van man en vrouw. Ik wil hier niets afdoen aan het heroïsche streven naar emancipatie van Afghaanse vrouwenrechtenactivisten, die ik ware heldinnen vind, maar de trieste realiteit is dat de meeste Afghaanse vrouwen zélf weinig graten zien in hun ondergeschikte rol. Waarom? Om de simpele reden dat hun heilige teksten (de Koran en de Hadiths) die rol voor hen nu eenmaal zo voorschrijven. Als diepgelovige vrouwen vrezen zij Allah’s oordeel na de dood nog veel meer dan dat van hun echtgenoot en de Taliban tijdens hun leven.
Het beeld dat onze media nu op hangen als zouden alle Afghaanse vrouwen nu zitten jammeren en sobben is een foutieve projectie van onze eigen Westerse moraliteit op de Afghaanse samenleving, die over die kwestie compleet anders denkt dan ons. Enkel onder de opgeleide stedelijke elite, waarvan vele agnostisch zijn en soms zelfs atheïstisch denken net zoals in de andere landen van de moslimwereld, wordt er geklaagd over de teloorgang van de vrouwenrechten door deze machtsovername. Maar die groep is in demografisch opzicht véél te klein om de cultuur en moraliteit in de Afghaanse samenleving te kunnen bepalen, zelfs maar te kunnen beïnvloeden.
Wie de geschiedenis in de regio een beetje kent, weet dat dit niet de eerste keer is dat zo’n Westers messianistisch waardenproject mislukt, ten koste van vele soldatenlevens en enorme sommen belastinggeld. De kolonisatie door Europese machten van de moslimwereld van de late 19de eeuw tot Wereld Oorlog 2 was in feite hetzelfde verhaal. Kostte ook véél meer dan het opbracht, ondanks olie-inkomsten voor bedrijven als BP. De Engelsen waren na Wereld Oorlog II verstandig genoeg om niet vast te klampen hun koloniale macht daar. De Fransen hebben dat wel geprobeerd in Algerije, wat resulteerde in 10 jaar oorlog en 17.500 dode Franse soldaten.
Maar daarmee was de wensdroom van het Westen om de moslimwereld te hervormen naar ons eigen lichtend voorbeeld nog lang niet uitgedoofd. De invasie van Irak in 2003 was misschien wel het meest karikaturale voorbeeld van zulk Westers cultureel messianisme. We weten allemaal hoe dat afgelopen is. In chaos en een poel van bloed, een oefening die later nog eens netjes werd herhaald door Westerse militaire interventies in Syrië en Libië, met even rampzalige gevolgen.
Laat ons hopen dat dit debacle nu de allerlaatste poging geweest is van onze leiders om ons eigen Westerse kader van politieke organisatie (democratie) en normen en waarden (de “mensenrechten”, die in feite niets meer zijn dan een weerslag zijn van de christelijke morele code) met de wapenen te exporteren naar de moslimwereld. Het heeft nooit gelukt. Het zal nooit lukken.
Ondertussen ontruimen alle Westerse landen hun ambassades, maar de andere blijven doodleuk open. Die van Rusland en China bijvoorbeeld, om er twee te noemen die niet zonder belang zijn. De Chinezen kondigden droog aan ‘akte te nemen’ van de machtswissel en op een rationele basis samen te werken. Zolang de Taliban geen terroristische groepen tolereert die China viseren, willen de Chinezen zelfs verregaand economisch samenwerken met de Taliban, onder meer om de enorme lithium-voorraden daar te kunnen ontginnen. De Chinezen hanteren dezelfde strikte logica die ze altijd toepassen in buitenlandse zaken: géén inmenging in interne aangelegenheden, géén messianistische of belerende houding, maar louter zaken doen en langs die weg vriendschappelijke betrekkingen opbouwen. Onder het motto “elk volk heeft de leiders die het verdient” maakt het de Chinezen geen zier uit hoe corrupt en ondemocratisch de regimes zijn waarmee ze handel drijven. Die buitenlandse doctrine van keiharde ‘Realpolitik’ hebben de Russen ondertussen overgenomen en zou wel eens dominant kunnen worden in de 21ste eeuw.
Een laatste punt waar ik mij aan geërgerd heb in de hele Afghanistandiscussie is dit: selectieve verontwaardiging. Want in welk opzicht is het Taliban-regime minder repressief dan dat van Saudi-Arabië of Qatar? De Koran en de Hadith zijn overal hetzelfde. En om nogmaals cru te zijn, maar tegelijk doodernstig: in Afghanistan worden de doodstraffen die door de islamitische wetgeving worden voorgeschreven voltrokken met een schot van een Kalashnikov in het hoofd, in Saudi-Arabië met het zwaard. In Saudische steden als Mekka, Jeddah en Ryadh worden die doodstraffen voltrokken op volle marktpleinen. In 2019 werden daar liefst 184 mensen publiek onthoofd, vaak voor daden die bij ons niet eens strafbaar zijn. Met het Saudische dictatoriale regime doen we vrolijk zaken. We hebben er een ambassade. Bizar, toch? En wat dan te zeggen van Qatar? Daar worden vrouwen en homo’s gegeseld voor overtredingen van de strikte islamitische wetgeving. Toch gaan we daar vrolijk meedoen met het WK. Sommige Duivels laten zich beroepshalve door de Qatari’s zelfs vet betalen, zoals Kevin-vuistje-in-de-lucht-Debruyne, wiens club Manchester City in Qatarese handen is.
Om maar te zeggen: er valt méér dan één ambetante vraag te stellen bij de berichtgeving en het politieke debat in België over Afghanistan. Allemaal lastige vragen die niet worden gesteld en ook niet mógen worden gesteld, omdat ze nu eenmaal wijzen op een lastige olifant in de kamer: de islam en de impact daarvan op het denken en doen van de bevolkingen in de islamitische wereld.”
Nu al wordt duidelijk wat de Talibanstempel betekent voor Afghanistan. De boerkaverkoop piekt. De Taliban amuseren zich op kermissen, op springkastelen, in fitnesscentra, in het parlement.
Dixit Frank Vandenbroucke, de man die door feestneus Conner Rousseau vanonder het rode stof gehaald werd, de man die in onze maag gesplitst werd als “gezondheids”minister…
Zou hij bedoelen dat hij alle Afghaanse corona-patiënten naar hier wil halen?
Bij de Belgische ambassade in Islamabad, in buurland Pakistan, had men contactgegevens van 47 landgenoten die nog in Afghanistan verbleven, sommigen met gezinsleden die niet de Belgische nationaliteit hebben. Niet iedereen was vragende partij om te worden geëvacueerd. Allemaal hadden ze vorige week wel drie keer een oproep gekregen om het land te verlaten. (Nieuwsblad)
Hoe “gematigd” zijn de Taliban intussen geworden? Mogen we de beloftes van hun persconferentie – amnestie, vrouwenrechten… – geloven? De belofte over de vrouwenrechten “voor zover voorzien binnen de islam”, laat aan de verbeelding niet veel ruimte over.
Mocht u twijfelen aan hun goede bedoelingen, herinner u dan dat de islam dé godsdienst van de vrede is.
De Taliban maakten van hun wensen geen geheim: “Het is ons vreedzaam recht, de islamitische rechtspraak in ons land door te zetten.” … Welke concrete wetten “eerst zullen verkondigd worden” zal de nieuwe regering beslissen. “Vrouwen zullen in het kader van de sharia leven”… Hoewel ze eerst beloofd hadden dat vrouwen zouden kunnen studeren en werken én ze zelfs voor deelname aan de toekomstige regering uitgenodigd hadden, werd er uiteindelijk beslist een naar geslachten opgedeeld schoolsysteem in te voeren.
Over het werk der journalisten: “We zullen het contact met de media onderhouden en zij zullen de mogelijkheid hebben vrij te werken”. De Taliban zullen echter niet toelaten dat de media “de waarden der Afghaanse maatschappij, de nationale belangen en de leer van de islam aan hun laars te lappen”.
Een Terzake – reportage van 9 jaar geleden:
Zou Ayaan Hirsi Ali gevraagd worden voor een debat op de Afghaanse televisie? We verwachten geen antwoord…
FVD-leider Thierry Baudet sprak onlangs in de studio van BLCKBX over het Lock Step-scenario, de Great Reset en Build Back Better. Eerder hield Baudet in de Tweede Kamer een speech over het Lock Step-scenario, dat voorspelt wat er nu gebeurt in de wereld, hoe burgers angst wordt aangejaagd en overheden steeds totalitairder worden. Een opmaat naar de Great Reset, die is ontsproten aan het brein van Klaus Schwab.
Op 17 augustus 1996 overleed in Ekeren op de gezegende leeftijd van 92 jaar, pater, theoloog, bioloog en hoogleraar Max Wildiers die één van de grootste Vlaamse cultuurfilosofen van de afgelopen eeuw is geweest.
Ik heb het voorrecht gehad Wildiers een paar maal te mogen ontmoeten en ik moet toegeven dat deze bescheiden, innemende, eloquente en vooral bijzonder erudiete man behoorlijk wat indruk maakte op de jonge snaak die ik toen nog was…
Max Wildiers had een rusteloze, immer zoekende geest. ‘Spiritus quiescit numquam’ – ‘De Geest Rust Nooit’ was niet geheel toevallig zijn levenscredo. De waarheid was in zijn ogen nooit een verworvenheid maar steeds een – bijna onbereikbaar – streefdoel. Zijn scherpe en kritische geest was wars van ieder dogmatisme en van slaafse kerkelijke gehoorzaamheid.
Dit resulteerde onder meer in het redigeren van het volledige werk van de Jezuïet en paleontoloog Teilhard de Chardin, die een groot deel van zijn leven aan het verzoenen van de evolutieleer met het katholicisme had gewijd of in het zich verdiepen in de biologie waaruit hij afleidde dat naast de biologie ook cultuur aan evolutie onderhevig was.
Net als Teilhard de Chardin beschouwde hij het als zijn opdracht de moderne natuurwetenschappen en geloofswaarden te verenigen.
Wildiers was van veel markten thuis: radicale Vlaamsgezinde, vernieuwende theoloog, kritische cultuurfilosoof, creatieve journalist, dienstvaardige én sterk sociaalvoelende mens. Zijn wetenschappelijk hoog geschatte werk leidde vanaf de jaren zestig tot verscheidene lesopdrachten aan Amerikaanse universiteiten. Ook aan de Leuvense universiteit kreeg Wildiers vanaf 1969 een docentschap.
Het Vlaamse beleid inzake onderwijs, wetenschap, onderzoek en kunst en cultuur volgde hij kritisch, hierbij waarschuwend voor zelfingenomenheid of een al te grote dominantie van technisch-industriële en economische overwegingen.
Hij ontving een aantal belangrijke prijzen voor zijn academische werk. Zo won hij in 1976 de driejaarlijkse Staatsprijs voor het Essay voor zijn studie ‘Wereldbeeld en theologie van de middeleeuwen tot vandaag’. Een cultuurhistorische studie over de invloed van de veranderde kosmologie op het religieuze denken.
Persoonlijk vind ik zijn magnus opus ‘Kosmologie in de Westerse Cultuur’ zijn belangrijkste essay. In 1985 werd hij doctor honoris causa aan de Universiteit Antwerpen en in 1992 aan zijn Leuvense Alma Mater.
En o ja, als cultuurredacteur van “De Standaard” was hij de geestelijke vader van “De Standaard der Letteren” waarvoor hij zelf onder het pseudoniem ‘Scurator’ honderden boekbesprekingen en artikels schreef.
Precies een kwarteeuw geleden ontviel ons deze, in meerdere opzichten merkwaardige en fascinerende man… Benieuwd wie vandaag nog aandacht aan hem zal schenken…
Jan Huijbrechts
Nvdr: Wie geïnteresseerd is, kan hier het gesprek van Joos Florquin met Max Wildiers in het programma “Ten huize van” (1971) lezen.
Een citaat:
U stond ook aktief in de studentenbeweging? In Antwerpen al. Ik was erbij toen Herman van den Reeck werd neergeschoten in de optocht van elf juli: ik stond er op drie stappen van. In de beweging stonden toen heel wat jongens die later naam hebben gemaakt: Maurice Schuermans, die later waarnemend generaal van de jezuïeten is geworden en in die tijd altijd maar gedichten deklameerde! Verder nog Stan Leurs, d’Haeseleer en anderen. Toen ik in de derde zat ben ik ook beginnen te schrijven, gedichten en artikeltjes. Die verschenen in het blad Storm, dat twee jaar heeft bestaan, en in De student, het blad van dr. Laporta.
Als docent in de theologie, eerst aan het seminarium van zijn orde in Izegem (bij Kortrijk), later in Leuven, heeft Wildiers zijn achtergrond niet verloochend. Hij bleef zich inzetten voor de politieke, maatschappelijke en culturele ontvoogding van Vlaanderen en zijn sociale bewogenheid en rechtvaardigheidszin noopten hem er meer dan eens toe zijn stem te verheffen, ook als dat de kerkleiding minder goed uitkwam. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog heeft hij zich met name ingezet voor mensen die hij beschouwde als slachtoffers van de Belgische repressie of zuivering (zijn eigen broer Frans, tijdens de oorlog gouverneur van Antwerpen, zat van 1949 tot 1951 gevangen). In 1950, officieel het Heilige Jaar van de Verzoening, vroeg Wildiers om verzoening ook jegens deze landgenoten en ondanks het feit dat hem van hogerhand (door kardinaal Van Roey) werd toegevoegd ‘Ce n’est pas encore le moment’, bleef hij voor amnestie pleiten. Het werd hem niet in dank afgenomen en eind 1950 werd hij om ‘gezondheidsredenen’ overgeplaatst naar Sint-Job-in-‘t-Goor (bij Antwerpen), waar hij als aalmoezenier aan een klooster verbonden werd. Maar als de kerk had gedacht zo van een lastpost af te zijn, zou nog blijken dat zij zich vergist had.
… vanaf wanneer de Taliban het etiket “gematigd” opgekleefd krijgen
Paul Joseph Watson past de Amerikaanse én volgzame internationale politiek een kleedje. Schakel ondertiteling, vertaling of geschreven tekst in via icoontjes onderaan.
En lees als compacte analyse de commentaren onderaan. Zoals deze:
het grappige is dat “complotdenkers” dit vanaf het begin al wisten
je wil toch niet op je eigen mensen schieten? De Afghanen gaven waarschijnlijk de voorkeur aan de Taliban i.p.v. aan de Democratie
wapens van het Afghaanse leger werden te koop aangeboden: nooit een schot mee gelost, slechts een keertje laten vallen
dat de linksen nu hete tranen wenen over het lot van meisjes en vrouwen is enigszins ongeloofwaardig, daar ze niet willen aanvaarden dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen
nog meer “gezinnen, artsen en ingenieurs” op weg naar Europa
stel je voor dat dit gebeurd was onder Trump: de chaos op sociale media, de massa hysterie op straat
Biden (enkele dagen geleden): “Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de Taliban heel het land verovert”… Taliban: “Hou mijn geit terwijl eens vast…”
De Talibans regeringswissel was minder bloedig dan de “vreedzame protesten” verleden jaar
De VSA zijn gevaarlijker als vriend dan als vijand
Ze noemen het nu al het Islamitisch Emiraat van Afghanistan”
Op de vraag of ze vrouwenrechten zullen respecteren, krijgt men een positief antwoord, met als dubbele bodem: deze volgens de islam…
In het NRC Handelsblad probeert voormalig kolonel Teun Baartman te ontleden waarom het Afghaanse leger niet wilde vechten voor hun land:
„Misschien wilde het leger niet vechten in de stad, omdat je daar geen voordeel hebt van je lange-afstandwapens maar wel de kans loopt veel burgerslachtoffers te maken”, zegt Baartman. „Misschien ontbrak het bij de militairen aan de wil om te vechten.”
Dat laatste lijkt een hoofdrol te spelen bij de snelle verkruimeling van het Afghaanse regeringsleger, waarin de VS tientallen miljarden dollars en vele duizenden trainingsuren heeft gestoken. Anders is lastig te verklaren hoe dit leger sinds het (aangekondigde) vertrek van de Amerikanen zonder slag of stoot is opgerold door de Taliban, zegt Baartman. „Want de Taliban zijn militair niet zo’n geduchte tegenstander. Het zijn vooral weekendsoldaten met maar een echte kwaliteit: een hoge sneuvelbereidheid.”