Zestig jaar geleden werd het Verdrag van Rome ondertekend, waardoor de Europese Economische Gemeenschap tot stand kwam. In de media wordt dit nu voorgesteld als de geboorte van de EU. Dat is waar, zoals het waar is dat herdershonden verwant zijn aan hyena’s. Maar ondanks die verwantschap zijn zij totaal verschillende dieren. Herdershonden beschermen kinderen, hyena’s verscheuren ze.
Men doet de oorspronkelijke Europese idealen en de “vaders van Europa” onrecht aan, als men ze identificeert met tirannen en verraders als Merkel, Verhofstadt en Juncker. De oorspronkelijke stichters van Europa hadden na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog realistische, bescheiden en nobele bedoelingen. Zij wilden verzoening tot stand brengen tussen de oude vijanden Frankrijk en Duitsland, en zij wilden voorkomen dat er ooit nog zo’n verschrikkelijke broederoorlog zou uitbreken tussen christelijke volkeren. Zij streefden naar wederopbouw en naar een renaissance van de oude waarden die in de barbaarsheid van de oorlog verloren leken te zijn gegaan.
Vele van de oorspronkelijke “vaders van Europa” waren oprechte christenen. Robert Schuman was een vrome katholiek. Alcide de Gasperi was een christendemocraat in een tijd toen dat woord nog inhoud had en iets betekende. Adenauer was een katholieke Rijnlander die de Koude Oorlog beschouwde als een krachtmeting tussen het christendom en het communisme. Men kan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijk stellen, dat geen van deze mannen zou goedgekeurd hebben wat de huidige Europese leiders nu doen: miljoenen moslims in Europa binnenlaten en een Grondwet schrijven waarin het christelijke erfgoed gewoon wordt verloochend. Meer nog, deze mannen zouden in het huidige seculiere, hedonistische en antichristelijke Europa uitgespuwd worden omdat zij te katholiek waren, net zoals dat in 2004 gebeurde met de Italiaanse christendemocraat Rocco Buttiglione, die afgewezen werd als Europees Commissaris omdat hij de katholieke leer nog ernstig nam.
Het Verdrag van Rome ging over samenwerking tussen soevereine, democratische staten, waarin verkozen parlementen het laatste woord hadden. Niets liet toen vermoeden, dat deze nobele, bescheiden Europese gedachte zou uitmonden in de quasi-dictatoriale structuur die de EU nu is: een monster dat niet-verkozen potentaten toelaat de wetten van nationale parlementen gewoon met één pennentrek weg te vegen. Zouden we deze verjaardag niet moeten aangrijpen om alle supranationale structuren van de EU overboord te gooien en terug te keren naar het oude Europa van soevereine staten, zoals die binnen die zestig jaar geleden samenwerkten, handel dreven en verdragen sloten, maar wel zichzelf mochten blijven?
Marc Joris