Ondertiteling en geautomatiseerde vertaling via icoontjes onderaan.
Maandelijks archief: augustus 2016
Aan alle mama’s, uit buiten Antwerpen, een gelukkige Moederkensdag!
Het vereren van moedergoden, moeders en Maria is uiteraard al eeuwenoud, en viel in verschillende regio’s op verschillende dagen – zij het meestal wel in de lente, gepaard gaand met processies en kerkelijke vieringen.
Pas in 1870 werd in de VS een niet-religieuze moederdag gestart door Julia Ward Howe uit Philadelphia, een pacifiste en voorvechster van vrouwenrechten. Het succes kwam echter pas vanaf 1907-1908, o.a. door de eerder nationalistisch getinte moederdagvieringen van Ann Reeves Jarvis. In 1914 besloot president Woodrow Wilson dat elke tweede zondag in mei voortaan Mother’s Day zou zijn, een nationale feestdag. In de jaren 1920 waaide die trend over naar Europa.
De Amerikaanse Moederdag was nog niet bekend, toen de Antwerpse liberaal Frans van Kuyck (1852-1915) in 1913 een Moederdag lanceerde op 15 augustus, de feestdag van Maria.Van Kuyck mobiliseerde de plaatselijke pers en de scholen, publiceerde een scenario en zette een propagandacomité aan het werk. De kinderen en vader moesten moeder verrassen met versieringen, gelegenheidsversjes, bloemen, speciale broodjes en zelfs juwelen. (Dr. Karl Catteeuw, KU Leuven)
O.L.V. Hemelvaart in schilderijen
https://youtu.be/a4ew4U-hC5g
De “Tovercirkel” van de muziek
In mei 2014 brachten het Egidius Kwartet & College in vier concerten de muziek ten gehore, die opgetekend werd in de roerige dagen rond en in jaar 1566, het jaar van de Beeldenstorm.
Terwijl overal in de Nederlanden beelden, schilderijen en boeken vernield werden, en er alom grote angst en onrust heerste bleef men in de Leidse Pieterskerk doorgaan met het zingen van hemelse, bijna onaardse mooie muziek. Zangmeester Joannes Flamingus schreef in die jaren een serie prachtige Maria-motetten. In het Koorboek dat in die crisistijd werd gemaakt vinden we nog meer onthechte, ‘onaanraakbare’ stukken van beroemde en minder beroemde componisten.
Tijdens de concerten wordt u als publiek als het ware meegenomen naar het jaar 1566. Rondom u en de zangers hangt een onheilspellende sfeer, maar de muziek die gezongen wordt trekt zich daar niets van aan, die blijft wonderschoon en gericht op het eeuwige.
In die vervreemdende sfeer staan de zangers in hun rode toga’s in een cirkel in het midden van de kerk, u als publiek zit er omheen, en maakt als het ware deel uit van de ‘tovercirkel’ waaruit de polyfonie meeslepend en troostend opklinkt.
“De storm raast weer over de Nederlanden”
450 jaar Beeldenstorm, van Zuid naar Noord
Ook Ons Erfdeel vzw en het jaarboek De Franse Nederlanden-Les Pays-Bas Français willen hierbij niet achterblijven.
Op 5 oktober a.s. organiseren wij in de kantoren van Ons Erfdeel vzw een gesprek “Over tolerantie gisteren en vandaag. Van Steenvoorde tot Palmyra”. De historica Anne-Laure Van Bruaene en de filosofe Tinneke Beeckman zullen het hebben over tolerantie.
In 1566 trok de Beeldenstorm een spoor van geweld door de Nederlanden. In 2015 vernietigden de strijders van IS beelden en tempels in Palmyra. Hoe keek men in de 16e-eeuw aan tegen andersgelovigheid ? Wat vond een denker als Spinoza in de zeventiende eeuw over tolerantie ?
Wat kan een individu, een samenleving verdragen ? Waar liggen de grenzen van de tolerantie vandaag?
Meer info bij http://www.beeldenstorm450.eu/
en bij http://www.onserfdeel.be/nl
Vrijheid van meningsuiting
Zogezegd
“Ik, sultan en heer van de Hoge Poort, zoon van Mohammed, broeder van de zon en de maan, kleinzoon en afgevaardigde van God op aarde, heerser van de koninkrijken Macedonië, Babylon, Jeruzalem, Groot- en Klein-Egypte, koning der koningen, heer der heren, onvergelijkbare ridder, onoverwinnelijke veldheer, hoop en troost der moslims, schrik en grote beschermer der christenen, beveel jullie, kozakken van Zaporozje’, u vrijwillig en zonder weerstand te onderwerpen en mijn rijk niet langer met jullie overvallen te storen.”
Sultan Mehmed IV
En de geschiedenis herhaalt zich. Een zelfbenoemde Turks-Ottomaanse ‘Verheven Leider’ beschouwt zichzelf als de gezant van een god en wil – gevleugeld door grootheidswaanzin en gedreven door arrogantie en tomeloze ambitie – iedereen onderwerpen, goedschiks of kwaadschiks.
Toen en vandaag vond / vindt Hij meelopers, collaborateurs, gedreven door hebzucht en egoïsme, verblind door godsdienstwaan.
Op de afbeelding de Zaporozje-kozakken, die door Mehmed IV bevolen worden zich te onderwerpen. Zij schrijven hem een brief terug met volgend antwoord (…wie kan beter?):
“Jij Turkse duivel, broer, kameraad van de vervloekte duivel en compagnon van Lucifer zelf. Wat voor een ridder ben jij, voor de duivel, als je met je blote kont niet eens een egel kunt doden. Wat de duivel schijt eet je leger op. Jij klootzak, jij zult geen Christenzonen aan je onderwerpen. Wij zijn niet bang van je leger, we zullen je bevechten te land en ter zee, jij hoerenjong.
Jij Babelonische keukenjongen, raddraaier van Macedonië, varkenshoeder van Groot- en Klein-Egypte, bierbrouwer van Jeruzalem, zwijn van Armenië, Tartaarse bok, dief van Podolië, beul van Kamjanets, nar van de hele wereld en de onderwereld en daarbij de domkop van God, neef van de vleesgeworden satan en angel in onze penis. Varkenskop, paardenkont, slagershond, ongedoopte wenkbrauw, neuk je moeder.
Aldus verklaren wij, Zaporozje-Kozakken, jij gladjanus. Je bent niet eens in staat de varkens van de Christenen te hoeden. Nu gaan we ophouden. De datum kennen we niet want we hebben geen kalender. De maan staat aan de hemel, het jaar is des heren en we leven op dezelfde dag als jij. Kus onze reet.”
Astor Piazzolla
Astor Piazzolla (Mar del Plata, 11 maart 1921 – Buenos Aires, 4 juli 1992) was een Argetijns tanguero (tangomuzikant), bandoneonist en componist). Zijn nieuwe tangobenadering zorgde voor een vernieuwing van de Tango. Piazzolla was een controversiële figuur op muzikaal en politiek vlak.
Tot zijn bekendste werken horen onder meer Libertango, Oblivion en Adios Nonino. Over dit laatste werk wordt gezegd dat hij telefoon kreeg in de VS, dat zijn vader was overleden. Piazzolla zou zich toen op zijn kamer hebben teruggetrokken en al improviserend op zijn piano dit lied hebben gecomponeerd. “Adiós Nonino” betekent “Vaarwel opaatje”.
Astor Pantaleón Piazzolla werd op 11 maart 1921 in de kustplaats Mar del Plata in Argentinië geboren. Hij was enig kind van Vicente Piazzolla en Asunta Mainetti. In 1925 verhuisde de familie naar New York, waar zij tot 1936 woonden.
In 1929, toen Piazzolla 8 jaar oud was, gaf zijn vader hem zijn eerste bandoneon. Hij studeerde een jaar bandoneon bij Andrés d’Aquila, met wie hij zijn eerste opname maakte, Marionette Spagnol.
In 1933 studeerde hij bij de Hongaarse pianist Béla Wilda, leerling van Sergej Rachmaninov, over wie Piazzolla later zei: “Bij hem leerde ik Bach waarderen.” Kort daarna ontmoette hij de beroemde tangozanger Carlos Gardel, die later een goede vriend van de familie werd. Piazzolla kreeg een rol als krantenjongen in de film “El Dia Que me Quieras”, waarin Carlos Gardel de hoofdrol had.
Moslim overgevoeligheid? OK, dan zien we het door de vingers.
De overheid drukt een oogje toe bij “verkiezingsfraude in wijken waar veel Pakistaanse en Bengaalse verrijkers wonen.” Dit is immers het gevolg van een “overgevoeligheid wat betreft etniciteit en religie”.dixit voormalig staatssecretaris sir Eric Pickles,
Internetkrant Breitbart stelde in 2014 al bedreigingen en chaos vast bij de verkiezingen in de Londense moslimwijk Tower Hamlets.
Pickles noteert dat er autoriteiten in stembureaus andere talen dan het Engels gebruiken. Er vindt misbruik plaats van stembiljetten per post, ‘er wordt druk uitgeoefend op kwetsbare leden van etnische minderheden, vooral vrouwen en jongeren’. En: ‘er bestaan zorgen over beïnvloeding en intimidatie binnen gezinnen.
https://youtu.be/QmJf5xY7z4s
Een ‘Vlaamse subcultuur’…
Kan zich iemand daarbij iets voorstellen? Een sub-terrorist? Een sub-hijab? Een sub-sharia?
“De toekomst van de islam is als Vlaamse subcultuur.” Dat stelt Tomas Roggeman, voorzitter van Jong N-VA, in een opinie in deze krant. “Religieuze minderheden moeten deel worden van de Vlaamse cultuur.”
Voorwaarde is dat de Vlaamse identiteit zich verbreedt. “Het Vlaming zijn moet definitief worden onttrokken aan religie of aan etnie, in weerwil van wat Dyab Abou Jahjah (de Belgisch-Libanese opiniemaker, jvh) en de doorsnee Vlaams Belanger beweren. Wie hier gesocialiseerd is, Nederlands spreekt en ons gedeelde culturele fundament aanvaardt, is Vlaming.Het is belangrijk dat zij zich allen ook die Vlaamse identiteit eigen maken en zich daardoor deel verklaren van onze samenleving.” Lees verder bij onze vrienden van De Morgen.