Taxshift wordt pijnlijk voelbaar
Nu de eerste maand van het jaar erop zit, beginnen de gevolgen van de taxshift steeds duidelijker te worden. En wat blijkt: van een taxshift is geen sprake, van een taxlift des te meer.
We worden door de regering immers getrakteerd op een suikertaks (op frisdrank, ook zonder suiker), verhoogde accijnzen (op diesel, alcohol en tabak), een beperking van het lage btw-tarief op renovatie tot huizen ouder dan tien jaar (voorheen vijf), een gestegen rusthuisfactuur, een stijging van het remgeld voor een tandartsbezoek, meer dan de halvering van het gegarandeerde rendement van de tweede pijler van het pensioen (van 3,75 naar 1,75 procent), duurdere postzegels, duurdere inschrijving en jaarbelasting voor nieuwe wagens, een speculatietaks op snelle verkoop van aandelen (behalve voor structurele beleggers, een cadeautje voor de financiële ondernemingen).
Van 675 naar 1.005 euro
Ook de elektriciteitsfactuur is flink de hoogte ingeschoten: van gemiddeld 675 naar 911 euro per jaar. Vanaf 1 maart komt daar nog de Turteltaks bij, zodat de jaarkost voor energie naar 1.005 euro stijgt. De elektriciteitsfactuur was in september van vorig jaar al aangetikt door de verhoging van de BTW van 6 naar 21 procent. Tenminste voor particulieren en kleine ondernemingen, want de grote bedrijven met een zwaardere aansluiting blijven ervan gespaard. Om niet te vergeten dat de gratis elektriciteit van 100 kWh voor een gezin (plus nog eens zoveel per gezinslid) ook is afgeschaft, en dat de netbeheerders hun (nieuwe) vennootschapsbelasting doorrekenen aan de klanten. Kortom, u betaalt dubbel en dik de rekening.
Belastingeed
Het enige lichtpunt in deze taxshift, de belastingverlaging voor de lage en middeninkomens, blijkt dan weer een lege doos. Met een groen biljet in de hand riep Bart De Wever van de N-VA-daken dat iedereen elke maand 100 euro nettoloon meer zou overhouden. Een belofte die intussen is gesmolten als sneeuw voor de zon. Naarmate de tijd vorderde en de budgettaire impact van die belofte duidelijker werd, werd de dure belastingeed bijgesteld. Een snelle rekensom leerde immers dat het Sinterklaasverhaaltje niet klopt: België telt zo’n 3,4 miljoen loontrekkenden, om die allemaal 1.200 euro per jaar te kunnen geven heb je ruim 4 miljard euro nodig en dat geld is er niet.
Later kwam het bericht dat het hogere nettoloon alleen bedoeld was voor werknemers met een brutoloon van maximum 2.100 euro. Dat amper een op vijf werknemers in deze loonschaal vallen, werd netjes achterwege gelaten. Ook het bericht dat de overige tachtig procent een lastenverhóging moeten slikken, bleef onvermeld.
Tweede indexsprong
Bovendien zal de prijzenpot voor de laagste inkomens worden gespijsd door álle werknemers, want betaald met hun gemeenschappelijke spaarpot van de sociale zekerheid. Een vierde van het geld voor de taxshift wordt bij de sociale zekerheid gehaald! En wie geen personenbelasting betaalt, vooral eenoudergezinnen, zieken en gepensioneerden, kan natuurlijk niet genieten van een hoger nettoloon. Maar de verhoogde taksen en accijnzen betalen ze wel mee. De portemonnee van de Vlaming krijgt daarenboven nóg een andere slag toegediend. Diesel, tabak en alcohol vallen immers buiten de gezondheidsindex en de stijging van de elektriciteitsprijs zal niet worden meegerekend in de index. Wat in de praktijk betekent dat er sprake is van een tweede indexsprong.
Rondje kaalplukken
Ook het riedeltje dat de werkgevers nu zullen genieten van verlaagde lasten stemt niet overeen met de realiteit, vermits werkgevers de roerende voorheffing op de liquidatiebonus zien stijgen tot niet minder dan 27 procent. Wetende dat deze in 2011 nog 15 procent bedroeg is dat een quasi verdubbeling op vier jaar tijd.
Kortom: de belofte om de koopkracht van de burger te verbeteren en onze ondernemers zuurstof te geven, is paradoxaal genoeg uitgedraaid op een rondje kaalplukken. Nogmaals blijkt dat het doel veeleer kiezers winnen was met loze belastingbeloften. Zeldzaam zijn zij die nog geloven dat een rechtvaardige belastinghervorming enkel mogelijk is buiten een Belgische context. Al is er één partij die dat wel doet. En dat zal blijven doen.
Klaas Slootmans