Hoe Juncker aan de leiband van Erdogan ligt
Gelekte notulen van ontmoeting zijn ontluisterend
Begin november van vorig jaar werden er in Turkije opnieuw parlementsverkiezingen gehouden. Voor de islamistische AKP van president Erdogan stond er veel op het spel, want zes maanden eerder was die haar absolute meerderheid kwijtgespeeld. Het was dus erop of erover voor het Erdogan-regime.
Net op het moment van die verkiezingscampagne werd de Europese Commissie geacht haar jaarlijkse ‘vooruitgangsrapport’ over kandidaat-EU-lidstaat Turkije te publiceren. Dat verschijnt traditioneel in de loop van de maand oktober, en bevat even traditioneel een hele waslijst aan tekortkomingen en andere problemen. Maar wat gebeurde er? De publicatie van het rapport werd om niet nader bepaalde redenen uitgesteld. De Europese Commissie wekte op zijn minst de indruk de AKP van Erdogan een duwtje in de rug te willen geven door een voor de regering lastig document weg te moffelen.
Europees parlementslid Marine Le Pen diende op 10 november 2015 een schriftelijke vraag in naar de reden van het uitstel van de publicatie van het rapport, en die vraag werd nog altijd niet beantwoord (de normale termijn voor het beantwoorden van een parlementaire vraag is zes weken). De voorzitster van het Franse Front National hoeft echter niet meer te wachten op het antwoord van de Commissie.
Het antwoord op haar vraag staat te lezen op de Griekse webstek Euro2day, die de notulen publiceerde van een ontmoeting tussen commissievoorzitter Jean-Claude Juncker, raadsvoorzitter Donald Tusk, Erdogan en de Turkse eerste minister Davutoğlu. Hierin herinnert Juncker Erdogan eraan dat de Commissie het rapport uitstelde tot na de verkiezingen in Turkije. De snoeverige Erdogan antwoordt dat hij dat uitstel niet nodig had om de verkiezingen te winnen, waarop Juncker zegt dat ze de publicatie van het rapport uitstelden omdat Erdogan daarom gevraagd had. ‘Waarom zouden we anders bereid zijn om daar kritiek voor te krijgen?’
Juncker en de andere niet-verkozen EU-functionarissen lopen aan de leiband van Erdogan. Dat was al langer geweten, maar deze notulen maken op behoorlijk spectaculaire wijze duidelijk hoe erg het wel is. Het is dan ook merkwaardig dat, op De Tijd na, geen enkele Vlaamse krant er ook maar de minste aandacht aan besteedde.
Wat staat er nog allemaal in de notulen van die bewuste ontmoeting? De discussie gaat over de zogenaamde vluchtelingencrisis. De Europese Commissie, die maar al te goed beseft dat Schengen op apegapen ligt, wil het bewaken van de grens tussen Griekenland en Turkije uitbesteden aan de Turken. Erdogan ziet de kans schoon om deze zwakheid maximaal uit te buiten, en wil geld. Officieel om de vluchtelingen uit Syrië op te vangen.
Juncker en Tusk hadden gedacht aan drie miljard euro, over een periode van twee jaar. De Turkse semi-dictator wil drie miljard euro per jaar, maar zegt dan plots dat Turkije dat geld niet nodig heeft. Hij onderhandelt als een tapijtenhandelaar in de grote Bazaar van Istanbul. Ga je niet akkoord met zijn prijs, dan hoeft de transactie wat hem betreft niet meer door te gaan. Om dan een minuut later opnieuw te beginnen marchanderen.
De aap komt uit de mouw: ‘We kunnen de deuren naar Griekenland en Bulgarije op elk moment openen, en we kunnen de vluchtelingen in bussen steken.’ Het is loepzuivere chantage. Wie over een minimum aan zelfrespect beschikt, zou op dat moment duidelijk moeten maken zoiets niet te pikken. Juncker en Tusk beginnen echter als bange wezels te discussiëren over de techniciteit van de bedragen. Ze worden tot tweemaal toe brutaal onderbroken door Erdogan, die hen plots toebijt: ‘Dit gaat over Schengen, opnieuw een Europees project.’ Met andere woorden: jullie hebben er een potje van gemaakt, en nu vragen jullie mij om jullie problemen op te lossen. Het is knettergek, maar het is nog waar ook.
Juncker en Tusk zouden er nu fijntjes op kunnen wijzen dat de Turkse regering deels verantwoordelijk is voor de ellende in Syrië, door actief en passief steun te verlenen aan de jihadisten die het land in vuur en vlam zetten. Door terroristen ongestoord door te laten aan de grensovergangen, door Koerdische troepen te bombarderen (nota bene de enige ‘boots on the ground’ die met succes de Islamitische Staat bekampen). Ze zouden kunnen informeren naar de toestand van de hoofdredacteur en een andere journalist van de krant Cumhuriyet, die een levenslange gevangenisstraf riskeren nadat ze bewijzen publiceerden dat de Turkse geheime diensten wapens leveren aan jihadisten in Syrië.
De EU-bewindslui zeggen echter niets van dat alles. Ze rollen door het stof. Ze beamen dat de EU in een lastig parket zit, en dat sommige lidstaten eraan denken om Schengen op te schorten, vooral na de aanslagen in Parijs. ‘Als we niet snel met een akkoord kunnen uitpakken, kunnen de zaken dramatisch worden. En we willen echt een akkoord met u.’
De smekende Juncker en Tusk moeten dringend een cursus ‘Onderhandelen voor beginnelingen’ gaan volgen. Erdogan beseft dat als geen ander, en doet er nog een schepje bovenop: ‘En hoe willen jullie met die vluchtelingen omgaan als er geen akkoord komt? Gaan jullie de vluchtelingen doden?’ Even later zegt hij dat de EU geconfronteerd zal worden met meer dan één jongetje dat dood op een Turks strand aanspoelt. ‘Er komen er 10.000 of 15.000. En hoe gaan jullie daarmee omgaan?’
De voorzitters van de Commissie en de Raad ondergaan opnieuw die chantage zonder enige reactie. Ze stellen de opening van nieuwe hoofdstukken in de onderhandelingen over de EU-toetreding van Turkije in het vooruitzicht, net zoals het wegvallen van de visumplicht voor Turken die naar Europa willen. Voor geen van beide zaken bestaat in de lidstaten een democratisch draagvlak, maar dat zal de heren worst wezen.
Juncker en Tusk proberen Erdogan gunstig te stemmen door hem eraan te herinneren dat ze hem ‘als een prins’ hebben ontvangen in Brussel, waarop Erdogan antwoordt dat Turkije ‘geen Derde Wereldland’ is. Net daarvoor had hij de Luxemburger Juncker laten weten dat Luxemburg niet meer dan een stad zou zijn in Turkije.
De notulen die niet voor het publiek bedoeld waren, onderstrepen alvast één ding: wanneer EU-mandarijnen het moeten opnemen tegen hun Turkse evenknieën, zijn ze een vogel voor de kat. En dat is grotendeels te wijten aan culturele verschillen. Juncker en Tusk willen onderhandelen met het oog op consensus. Je geeft wat en je krijgt wat. Overleg. Empathie. Redelijkheid. Respect. Appeasement. Zijn we wel politiek correct? Stigmatiseren we niet?
De autoritaire Erdogan zit helemaal anders in elkaar; hij zit in een logica van agressie, van brutaliteit, van het verpletteren van de tegenstander. Wanneer het stof van de onderhandeling is gaan liggen, kan er in zijn geest alleen maar een winnaar en een verliezer overblijven. Het is één van de vele redenen waarom Turkije nooit mag toetreden tot de EU.
Dit is geen waardeoordeel. Het is een vaststelling. Misschien moeten wij Europeanen ons in de omgang met anderen soms ook een (klein) beetje als Erdogan gaan gedragen, in plaats van met ons te laten sollen…
Philip Claeys,ondervoorzitter van het Vlaams Belang, in een opiniestuk in Doorbraak.