‘De gastvrijheid van de Bange Blanke Man heeft zijn grenzen’
‘Zeggen dat de massale volksverhuizing niet te controleren is, is populistische tweespraak’,vindt Jean-Marie Dedecker. ‘De grenzen helemaal openzetten, betekent chaos en ontwrichting.’
Al een halve eeuw lang zetten de West-Europese landen hun nationale soevereiniteit in de uitverkoop. Hun autonomie op economisch, sociaal, juridisch en financieel vlak werd stelselmatig overgedragen aan supranationale structuren zoals de Europese unie en de Europese Centrale Bank of onderworpen aan de rechtspraak van Straatsburg. Nieuwe wereldbranden als WO II voorkomen, was de kritiekloze ondertoon om het verzwakken en de ontmanteling van de natiestaten te verrechtvaardigen.
Volgens de Nederlandse filosoof Thierry Baudet- in zijn boek “De aanval op de natiestaat”– was er naast het supra-nationalisme nog een tweede weg waarlangs de natiestaat werd uitgehold: het multiculturalisme door de massa-immigratie, de toestroom van goedkope arbeidskrachten in de jaren zestig en zeventig en de volgmigratie van familieleden in de decennia daarna. “Het multiculturalisme waarmee deze massamigratie is begroet, maakte dat aan de immigranten geen duidelijke loyaliteit en aanpassing aan de dominantie cultuur mocht worden gevraagd. Vandaag de dag neigt men zelfs naar rechtpluralisme waarin ieder cultuur of etnische achtergrond kan blijven leven volgens de eigen normen. ” Lees verder…
Moslim voorzitter van derde-provincialer SC Vilvoorde verbiedt alcohol in kantine en roken op minder dan 40 m afstand.
Na het voetbal een pintje gaan drinken, voor veel supporters hoort dat erbij. Bij derdeprovincialer SC Vilvoorde gaat dat echter niet meer: zij hebben alle alcoholische dranken officieel verboden in de kantine. De voorzitter van Vilvoorde is moslim, en dat zorgt nu voor een stevige rel.
Veel fans denken dat voorzitter Carim Fnine een persoonlijke agenda heeft, maar hij benadrukt dat zijn geloof er niets mee te maken heeft. “Maar het heeft helemaal niets met godsdienst te maken. Toen deze club werd opgericht, is beslist dat de jeugdploegen centraal zouden staan. En drinken en roken is volgens ons niets voor de jeugd. Ook roken in de buurt van de kantine hebben we verboden. Daarvoor moet je 40 meter verderop gaan staan”, vertelt hij aan NewsMonkey.
Fnine had niet verwacht dat er zo veel commotie ging ontstaan om zoiets banaals. Zelfs het gemeentebestuur is nu betrokken bij de zaak: de Schepen van Sport Kevin Vincke ontfermt zich persoonlijk over deze materie. “Ik vind dat iedereen de vrijheid moet hebben om te drinken wat hij of zij wil, dus ook een pintje bier. Ik ben zelf opgegroeid in het voetbal en heb nooit anders geweten dat er na de match een pint werd gedronken”, aldus Vincke.
Ook de tegenstanders van Vilvoorde vinden het maar een vreemd idee. “Lachen en zeveren na de match met een pintje in de hand hoort gewoon bij de voetbalcultuur”, aldus Roland Barbieux van reeksgenoot Peutie. “Uit beleefdheid zijn we een stuk taart gaan eten met de thuisploeg. Maar daarna zijn we snel naar de tennisclub ernaast getrokken om enkele pinten te gaan pakken.”
EU-hoofdstad Brussel zinkt weg in criminaliteit door Marokkaanse motorbendes Een ware nachtmerrie voor de gewone Europese burgers begint werkelijkheid te worden nu blijkt dat bestaande misdaadbendes, die voornamelijk worden gerund door migranten, de krachten bundelen met de vele duizenden ISIS aanhangers onder de zogenaamde ‘vluchtelingen’ waar onze leiders massaal de grenzen voor hebben geopend. Hierdoor dreigen veel wijken en straten, ook in kleinere steden, binnen korte tijd te veranderen in levensgevaarlijke no-go zones waar islamistische misdaadbendes het voor het zeggen hebben, omdat de politie niet voldoende middelen zal krijgen om tegen hen op te treden.
In het prins-bisschoppelijk paleis, dat nu het Luikse justitiepaleis is, heerst nog de geest van de Vrede van Fexhe, die de prins-bisschop daar in 1316 ondertekende. De Luikenaars kregen het recht zich bij de vorst te beklagen, meestal over de belastingen. De persoon, de woning en het eigendom van de bewoners van het vorstendom kregen bescherming. Daarom heeft Luik nooit de inquisitie gekend. De Vrede van Rexhe zou een monument in onze geschiedenisboeken moeten zijn. En nog altijd heerst in het prinsenpaleis de geest die oordeelt dat bedrog tegen de Belgisch-Brusselse regels minder zwaar weegt dan de rechten van de ‘vurige’ inwoners aan de Maas.”
“In Luik heerst nog altijd de geest die oordeelt dat bedrog tegen de Belgisch-Brusselse regels minder zwaar weegt dan de rechten van de ‘vurige’ inwoners aan de Maas”,reageert Karel Anthonissen, directeur van de Bijzondere Belastinginspectie op het arrest van het Luikse hof van beroep in wat hij “de zaak-O” noemt.
Het Luikse hof van beroep heeft op 25 juni beslist: in wat ik altijd ‘de zaak-O’ heb genoemd, is geen fraude met kasgeldvennootschappen gepleegd. De Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer heeft zijn best gedaan, maar ook hij is er niet in geslaagd een bende fiscale fraudeurs te laten veroordelen. Aan het openbaar ministerie in de persoon van procureur Patrick Carolus en aan de Belgische Staat als burgerlijke partij met meester Martine Bourmanne zal het evenmin gelegen hebben. Aan de vordering lag het zeker ook niet, want die was nog opgesteld door de Antwerpse procureur Peter Van Calster. Maar volgens de verdediging was het hele dossier een machinatie van een BBI-inspecteur, een zekere Karel Anthonissen, die de Antwerpse onderzoeksrechter Christian Van Wambeke, vervolgens de hele Antwerpse justitie en daarna ook nog de Brusselse rechtbank van zijn vileine theorieën overtuigd had.
Griekse media maakten bekend: in juli heeft de Marokkaanse vorst 5 miljoen euro besteed tijdens zijn zevendaagse vakantie in Griekenland. De koning Mohamed 6 verbleef daar met zijn echtgenote prinses Selma en hun 2 kinderen de prinsen Hassan en Khadija. Het koninklijke gezin werd begeleid door 70 privébeveiligers. De vorst en zijn gezin bracht zijn vakantie door in de Griekse regio Ilia. Pijnlijk. Tijdens de viering van de dag van zijn troonsbestijging had hij het over de aanpak van armoede.
U kent zonder enige twijfel de pittige keelpastilles “Fisherman’s Friend”. De verkoopverantwoordelijke van Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland meende mee te moeten deinen op de golf van verontwaardiging over de vreemdelingenhaat. Met een “boodschap van tolerantie”, een actie op facebook en twitter met verpakkingen in verschillende kleurtjes om aan te tonen dat de wereld “kleurrijk” is. Maar – zo wordt verzekerd – “we houden ons niet bezig met politiek. We zijn gewoon bezorgd om situaties zoals in Heidenau.”
Noteer de pittige tekst onderaan met een sneer naar … juist… nazisme!
Charles Auguste de Bériot (Leuven, 20 februari 1802 – Brussel, 8 april 1870, hij werd begraven op de begraafplaats van Laken) was een Belgische violist.
Charles-Auguste de Bériot werd geboren in een adellijke familie in Leuven. Hij kreeg zijn eerste vioollessen van Jean-François Tiby, die in 1812, na het vroegtijdig overlijden van de Bériots ouders, het voogdijschap over de jongen op zich nam.
Op negenjarige leeftijd trad de Bériot reeds op voor publiek met een concerto van Giovanni Battista Viotti. Op aanraden van de violist André Robberechts en met steun van Viotti, trok hij op 19-jarige leeftijd naar het Conservatorium van Parijs, waar hij vioolles volgde bij Pierre Baillot. Deze hield echter niet van de Bériots technisch excentrieke stijl, en na korte tijd zegde de Bériot het Conservatorium vaarwel.
De volgende jaren trad de Bériot vooral op in Parijs, Londen en de Nederlanden. In 1824 werd hij hofviolist van koning Charles X van Frankrijk en kreeg hij de titel ‘Violon de la chambre de S.M. le Roi de France’. Of hij deze laatste titel ook werkelijk kreeg is niet duidelijk: verschillende bronnen spreken elkaar daarover tegen. Enkele jaren later, in 1827, verkreeg hij wel de titel van kamervirtuoos van koning Willem I der Nederlanden, een ambt dat hij tot 1830 zou uitvoeren.
In 1827 ontmoette Charles de Bériot voor de eerste keer Maria de la Felicidad García, een beroemde mezzosopraan, beter bekend onder de naam van haar toenmalige echtgenoot Malibran. In 1830 vestigden ze zich in Parijs, en maakten ze samen concertreizen door Frankrijk, België, Engeland en Italië. In 1836 scheidde ‘La Malibran’ van haar echtgenoot en huwde ze de Bériot, maar nog datzelfde jaar overleed ze ten gevolge van complicaties na een val van haar paard. De Bériot trok zich terug uit het concertleven om voor hun zoon Charles-Wilfrid te zorgen. Pas een jaar na de dood van zijn vrouw trad hij voor het eerst terug op in het stadhuis van Brussel en ondernam hij een concerttour door Oostenrijk en Italië, samen met zangeres Pauline García, de jongere zus van zijn overleden echtgenote.
Na zijn tweede huwelijk in 1840, met Maria Huber, de dochter van een Oostenrijks magistraat, vestigde de Bériot zich in Sint-Joost-ten-Node en beperkte hij zijn concertreizen. Zijn huis werd het middelpunt van het door hem opgerichte ensemble ‘Cercle des arts’, dat regelmatig kamermuziekconcerten uitvoerde.
In 1842 wordt hij gevraagd als opvolger van Baillot aan het Parijse Conservatorium. Of de Bériot deze functie aangenomen of geweigerd heeft, spreken verschillende bronnen elkaar tegen, maar in datzelfde jaar zal hem ook een aanstelling aan het Conservatorium van Brussel aangeboden worden. De Bériot aanvaardt deze functie, richt er een bloeiende vioolschool op en blijft er tot 1852 les geven. Voordien had hij al privéonderricht gegeven: zo ontdekte hij in 1828 Henry Vieuxtemps, waarop hij besloot om de toen achtjarige jongen gratis vioolonderricht te geven.
In 1852 moet de Bériot ontslag nemen aan het Brusselse Conservatorium wegens een ernstige oogkwaal. Zes jaar later wordt hij volledig blind. In deze periode schrijft de Bériot aan zijn Méthode de violon, en ondanks zijn blindheid blijft hij ook als violist actief. In 1859 ontvangt hij een uitnodiging van de Russische violist prins Nikolaj B. Yusupov en zal hij enkele maanden in Sint-Petersburg verblijven. Wanneer de Bériot in 1866 verlamd raakt aan zijn linkerarm, is zijn carrière als violist voorbij.
Charles-August de Bériot wordt beschouwd als één van de grootste violisten uit zijn tijd en als één van de grondleggers van de Belgische vioolschool, waartoe later ook Eugène Ysaÿe behoorde. Het virtuoze vioolspel van Paganini voegt de Bériot samen met typische karakteristieken van de Franse vioolschool zoals elegantie, gratie, juistheid en zuivere intonatie. Deze kenmerken zijn reeds terug te vinden in de Bériots eerste vioolconcert, met zijn talrijke briljante effecten.
Hij schreef bijna uitsluitend werken voor zijn eigen instrument, onder meer tien vioolconcerten en tal van variatiereeksen voor viool en piano op beroemde operamotieven. De Bériot componeerde vaak samen met klaviervirtuozen, zoals zijn zoon Charles-Wilfrid de Bériot, Sigismund Thalberg, Georges Osborne en Benoit-Constant Fauconier. Als pedagoog componeerde hij verschillende verzamelingen Etudes en de pedagogische werken Méthode de violon (1858) en École transcendante du violon (1867).