Een gratis tip voor onze toegewijde lezers van het AFF (Anti-Fascistisch Front). Laurette Onkelinx is woest omdat N-VA-ministers op het Zangfeest 2015 hun keel wagenwijd hebben opengezet. Voor haar zijn Vlaams-nationalisten per definitie zwartzakken en collaborateurs, en dat loeit zij van de tinnen en transen. Dat mochten Theo Francken en Jan Jambon (N-VA) ondervinden. Bij elke gelegenheid tracht zij profijt te halen uit dat thema. Wat de hysterische PS-politica met de Vlaamse wortels uit Luik aan haar partij, haar achterban en haar medeparlementairen vergeet te melden, is dat collaboratie de clan Onkelinx niet onbekend is. De pot verwijt de ketel…
Haar grootvader Maurice Onkelinx en zijn echtgenote Noor, uit Jeuk, hebben daar in de jaren dertig en de oorlogsjaren in de Pispotstraat een café en een dorpse cinema (met voorstellingen tijdens het weekeinde) uitgebaat. Jeuk is een taalgrensdorp met 1.500 inwoners (vandaag valt het onder Gingelom), waaronder welvarende boeren en vroeger talrijke pendelaars naar de koolmijnen en de staalfabrieken van Luik. Stamvader Maurice is onder meer de pa van Gaston Onkelinx, de vader van Laurette, en een chouchou van de journalisten. Maurice Onkelinx werd oorlogsburgemeester in het Vlaams-Haspengouwse dorp en hij liet zijn belangstelling voor “den Duits” de vrije loop. Hij hielp, zoals gebruikelijk, jongemannen van zijn streek ontsnappen aan de verplichte arbeidsdienst en hij was populair. In 1945 zat hij kort in de nor. Grootmoeder Onkelinx werd bij de bevrijding kaal geschoren.
Na 1945 doken de Onkelinx’en onder in Luik en poetsten er hun imago als brave Belgen op. Gaston Onkelinx kan ontroerend vertellen over zijn geboortedorp, het café dat hij met zijn ouders en broer Clément uitbaatte in Ougrée, het heette Les Hauts Fourneaux-De Hoogovens, en zijn politieke jaren bij de PS. Gaston kan evenzeer bikkelhard zwijgen, zoals veel Vlamingen met een collabofamilie, over de stam in 1940-’45. Eenzelfde beweging maakten Vlaamse sympathisanten van den Duits naar de anonieme stad, waar weinig sociale controle was en nog minder vragen werden gesteld. Naar nabije en grotere steden: Antwerpen, Gent en Brussel. Gaston, de vader van Laurette en haar vijf broers en zussen, en zijn broer Clément weten alles over Maurice en Noor. Laurette kent de “onwelriekenden” van haar clan. De wortels van Laurette Onkelinx zijn bekend bij N-VA, want een Onkelinx van de Vlaamse vleugel van de familie die het niet pikt wat de feeks telkens meent te moeten vertellen, heeft de partij geïnformeerd na de aanval op Francken. N-VA legde de brief (voorlopig?) naast zich neer.
Pas in 2004 verscheen een eerste ernstig wetenschappelijk boek over de oorlogsburgemeesters, “Oorlogsburgemeesters ‘40-‘45”, van de hand van Nico Wouters (754 bladzijden, uitgeverij Lannoo). Hij pleitte toen voor meer microstudie van de lokale collaboratie tussen de Belgen en de bezetter. In het lange namenregister staat geen Onkelinx, maar dat zegt weinig tot niks. De lacunes zijn het rechtstreekse bewijs dat er veel werk wacht betreffende de lokale geschiedenis uit die tijd. Nico Wouters vond door zijn studie: “De beeldvorming van de “goede oorlogsburgemeester” is nog steeds sterk aanwezig in het collectieve Vlaamse geheugen.” In de rijke archieven van het ADVN (Archief en Documentatie Vlaams-Nationalisme) is evenmin een spoor van opa Maurice te vinden. Het AFF kan nuttig werk doen door een dossier te openen over Jeuk tijdens de Tweede Wereldoorlog, en starten met een audiëntie bij schelle Laurette ligt voor de hand.
Socialisten en progressieven en de NSDAP, het is een gemengd verhaal, te meer omdat studies meer en meer aantonen dat het nationaalsocialisme een eigen Duitse tak is van de socialistische boom (naast de sociaaldemocratie en het communisme). Er circuleert in Duitsland een nieuw boek over Helmut Schmidt (een socialistische halfgod) en zijn fascinatie voor het nazisme, plus zijn carrière bij de Wehrmacht tijdens de oorlog. De “outing” van fascistenjager, supersocialist en Nobelprijswinnaar voor Letterkunde 1999 Günter Grass (88), die als oudere tiener bij de Waffen SS-divisie Frundsberg diende, is evenzeer illustratief.
In eigen land waren Jos van Eynde en Hendrik de Man (van het etatistische Plan de Man en het vermenselijkte marxisme) twee prominente socialistische Duitslandvrienden kort na 1940. We denken ook aan Edgar Delvo, socialist, propagandist en opvoeder van zijn ideologische vrienden, en vervolgens overtuigd nationaalsocialist.
Nvdr: in het archief van Le Soir wordt het collabo-verleden van grootvader Onkelinx wijselijk verzwegen.
Geleend bij ‘t Pallieterke