Struinend door het internet, lazen wij deze Duitse tekst met de titel ‘Aufruf an die Muslime in Europa’ op facebook. Hij verscheen enkele dagen geleden bij Islamisches Bewusstsein. Geen griezelbeelden van stenigingen, onthoofdingen, geselingen of explosies. Niettemin doodeng en overduidelijk.
Wij gaven ons de moeite hem te vertalen, want hij geeft zonder omwegen weer hoe moslims, die hier geboren en getogen zijn, alle kansen gekregen hebben… over ons en onze samenleving denken. Het is een belijdenis, een getuigenis, een oproep en een duidelijke boodschap. Een boodschap van haat en een oproep tot strijd. Strijd tegen onze samenleving, tegen onze cultuur, onze gebruiken, onze wetten. Wie het nu nog niet weet, wil het gewoon niet weten. Dit loopt niet goed af. We hebben het té ver laten komen. Het schokkendste aan deze tekst is dat hij niet geschreven werd door iemand die uit het ‘minder-kansen-segment’ der moslims afkomstig is.
De tekst begint braafjes:
“Wij zijn moslims in Europa. Velen van ons hebben hier het levenslicht gezien, hun kindsheid en jeugd doorgebracht, gingen hier naar school en de universiteit en ontwikkelden in dit land hun hele levensperspectief. Ook als velen van ons de taal van onze vaderen nog beheersen, is ze toch niet echt de onze. Als we eerlijk zijn, we kunnen ons nog in die taal met onze familie verstaanbaar maken, maar ook niet meer dan dat. De cultuur van het Avondland is ons bekend. Wij zijn vertrouwd met democratie en mensenrechten, we weten wat een seculiere staat is en we kennen hun dichters, denkers en filosofen.”
Gevolgd door bedenkingen en vraagtekens:
“Maar wat betekent dat? Betekent het dat voor ons, moslims, die in het Westen leven, Allahs Din (Vertaling: geloof, wet, religie, voorschriften, onderwerping )niet geldt en aangepast moet worden?
Moeten wij ons leven aan het Westen aanpassen, onze Din volgens Europese waarden afzwakken en ons helemaal onder de heerschappij van het Westen ordenen? Dit is ten minste de teneur van heel de Europese migratiepolitiek. Als we daaraan tegemoet komen, dan zouden we in vrede en totale gelukzaligheid leven. Wij zouden daarbij echter moeten aanvaarden dat wij met de moslims in de islamitische wereld niets gemeen hebben. Zij zouden hun antieke Din hebben, wij de onze, de Europese. Zij zouden hun wereld van geweld en achterlijkheid hebben, wij de onze, de moderne Europese.
Ik zal hier niet de afwijkende ideeën tegenspreken – dat hebben anderen voluit gedaan. In de plaats daarvan moeten wij ons van onze situatie bewust zijn. De moslims in onze thuislanden beschouwen Europa dikwijls als een stralende haven van welstand en vrede, een land waarin melk en honing vloeien. Als een oord waar gerechtigheid heerst en waar elke mens een gelijkwaardig leven mag leven, vrij van onderdrukking en geweld. Maar zij zien niet wat er achter deze stralende façade verborgen zit.”
Om dan voluit te gaan:
“In Europa wordt onze geest dag na dag vergiftigd. Dagelijks gebeuren zaken die geen oprecht oog mag zien, geen rechtvaardig oor mag horen. Europa is het centrum van het atheïsme, geen enkele plaats op de hele wereld is zo goddeloos als Europa. Hier is de plaats waar de arrogantie en de decadentie van het ongeloof hun hoogtepunt vinden. De moslim in Europa is omringd door een zondenpoel, druipend van haram (verboden zaken) en kufr (ongelovigheid) – overdag, ‘s nachts, eender wanneer, eender waar. Wij groeien hier op en van bij het begin van ons leven wordt onze geest onteerd door hun gedachten, hun waarden en hun pogingen ons in hun samenleving te assimileren. In elk geval is het idee dat Europa een oord van vrede en gerechtigheid is sowieso doordrongen van oppervlakkigheid en wordt de werkelijkheid verdrongen.
Onze broeders en zusters worden – hier in Europa – dagdagelijks vernederd, onderworpen aan onrechtmatige behandeling en vernedering. We worden bewaakt, beperkt en gestigmatiseerd. De opvoeding van onze kinderen volgens islamitische gewoontes wordt ons ontzegd. Een islamitisch uiterlijk wordt ons verhinderd. Kortom, ons wordt niet toegestaan onze Din ten volle te beleven. Wij worden opgesloten, vervolgd en aangevallen.
Dat wat Europa ons geeft is geen leven in vrede en al helemaal geen leven in gerechtigheid. Doch niet uitsluitend de hier wonende moslims vormen het doelwit van Europa. Van dit continent stammen vele troepen, die onze landen binnen gevallen zijn, die onze broeders en zusters kwellen, folteren, verkrachten, doden; ze doen hun uiterste best ons als deel van dit ereloos leger van kinderslachters en -misbruikers aan te werven, opdat onze identiteit in hun samenleving zou ontbonden worden. Dat heeft Allah, de boven alles Verhevene, al aangekondigd:
‘Zij wensen dat jullie even ongelovig worden als zij, opdat jullie dezelfden worden.’ (Sura 4, Aya 89)
Wel, wat betekent het dus een Europese moslim te zijn? Alles gewoon aanvaarden, onze Din beetje bij beetje, wet na wet, hukm na hukm (gebod) te laten vallen?
Ons van de Umma (moslimgemeenschap) te splitsen en die te verloochenen, opdat Europa ons misschien als een deel van hen kan beschouwen?”
En tot de conclusie te komen:
“Neen, een Europese moslim te zijn betekent opgroeien in het hart van de ongelovigheid en de Tağuts (ongelovigen, opstandelingen, rebellen). Het betekent te verstaan waarom de wereld de islam zo dringend nodig heeft. Het betekent dat wij degenen zijn, die beide zijden kennen en begrijpen: het leven dat de mens zou moeten leiden – dat van de islam – en het leven dat de Schepper van de hemel en de aarde verafschuwt, het leven zoals het hier in Europa geleid wordt. Deze wetenschap moet onze sterkte zijn. Wij, wiens imam hier aan de grootste aanvallen bloot gesteld wordt, moeten sterker dan elders in de wereld aan de islam vasthouden, eender hoe zwaar het kan zijn. Onze geliefde Profeet (s.a.s.) zegt:
‘Een tijd zal komen, waarbij geduldig in zijn geloof te zijn, gelijk staat als gloeiende kolen vasthouden.’ (Tirmidhi)
Voor ons moet het een eer zijn deze zinnebeeldige kolen te mogen dragen. En daarbij mogen we als moslims nooit in de slachtofferrol vallen. Europa zou ons graag laten geloven dat wij ons voor onze Din moeten schamen. In de plaats daarvan zijn wij, moslims, de schepsels, die de meest eervolle daden stellen, doordat wij de Heer van de werelden dienen. Daarom zegent ons de Verhevene met een bijzondere positie. Zo zegde de laatste van alle profeten:
‘Het uitwissen van de wereld betekent voor Allah minder dan dat een gelovige onterecht gedood wordt.’ (Ibn Majah)
Niet wij, maar wel de ongelovige Europeanen moeten zich schamen voor hun onwaardig leven, niet meer waard dan dat van vee, zonder enige vorm van eer en waarde. Dat heeft ons Allah, de Heer van de Dag der Afrekening, in zoveel verzen getoond:
‘Jullie Gelovigen! Waarlijk, de aanbidders van de afgoden zijn onrein. Daarom mogen zij na dit jaar de heilige moskee niet benaderen.’ […] (Sura 9, Aya 28)
‘Ziet, erger dan het vee bij Allah zijn de ongelovigen, die niet geloven.’ (Sura 8, Aya 55)
‘Willen jullie soms niet tegen mensen strijden, die hun eed gebroken hebben en die de zendelingen wilden verdrijven – zij waren het tenslotte die jullie als eersten aangevallen hebben? Vrezen jullie hen soms? Het hoort eerder bij Allahs waardigheid hem te vrezen, als jullie gelovigen zijn.’ (Sura 9, Aya 13)
Broeders en zusters, wij zijn de toekomst! Wij zijn de nieuwe Umma! Wij zijn het die in het hier en het nu leven en de kans hebben er verandering in te brengen. Onze generatie is beter opgeleid en sterker geworden dan eender welke in de laatste eeuwen. Wij moeten ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid: al dat wat onze vaders en grootvaders uit angst, lethargie of zelfs verraad niet gedaan hebben is onze opgave. Het is onze opgave als Europese moslims de islam, zelfs op deze plaats, rechtop te houden. Het is onze opgave deze wereld tot een wereld van de islam te maken, met mensen, die voor Allah – de Hoogste – buigen, van Alaska tot Australië, van Brazilië tot Siberië, van Noorwegen tot Zuid-Afrika. Wij zijn het, die – Inch’Allah – de heerschappij van de Kufr zullen beëindigen. Laat ons de generatie zijn, die het onrecht ten einde brengt.
Geliefde broeders en zusters, voor elke keer dat jullie broeder of zuster, jullie vader of moeder, jullie zoon of dochter, jullie vrouw of man, jullie vriend of jullie gezellin onrecht gedaan werd, voor elke belediging, voor elke plaats die ons ontzegd werd, voor elke blik, die ons niet waardig was, voor elke vernedering door de staat, voor ieder, die omwille van zijn Din zijn werk verloren heeft, voor ieder die hier nooit een kans gekregen heeft, voor elke dag, die we hier in het midden van de haram moeten leven en – vooral – voor elke eervolle druppel bloed en elke traan, die een moslim ergens op de wereld wegens afstotende daden der westerse soldaten vergieten moest, sta op en verhef jullie stemmen voor de islam. Verhef jullie stem voor de Umma! Verhef jullie stem voor La ilaha illa Allah! Toon de Kuffar wie we zijn, wie we gehoorzamen en wat we eisen. Sta op en toon dat wij moslims zijn. Toon dat wij de kinderen van Khalid ibn Walid en Omar ibn Al-Khattab zijn. Toon dat wij moslims ons niet laten behandelen zoals de joden. Verdedig jullie eer, de eer van hen, die jullie liefhebben en die van de islam. De getrouwen onder jullie moeten zich voor niets vrezen, noch in het heden, noch in het hiernamaals, want Allah heeft hen het paradijs beloofd. Dus verhef jullie en draag de betekenis van La ilaha illa Allah uit in heel de wereld.
‘Waarlijk, als Allah jullie (naar de zege) leidt, dan is er niemand die jullie kan overwinnen; als Hij jullie echter in de steek laat, wie zou jullie dan helpen buiten hem? Waarlijk, op Allah moeten de gelovigen vertrouwen.’ (Sura 3, Aya 160)”
Tot zover de tekst.
Florent Van Ertborn