Een promotie van kinderhemdjes ‘Just add a Kid” kreeg een racistisch tintje toen de grappig-bedoelde hemdjes op een kapstok met kinderhoofdje, conform de verschillende rassen, gedrapeerd werden. Verkeerd gedrapeerd. Een aapje met een banaan en daarboven het glunderend snuitje van een Afro-American jongetje. Had er nu een blank of een oosters kindersnoetje op gestaan, was er niets aan de hand geweest. Niet te vatten hoe diep het racisme verankerd is. Zelfs bij de kinderkledij. Foei!
Men belooft beterschap. Het apenhemdje werd intussen uit het dierenassortiment genomen. Al stellen we ons vragen bij dit exemplaar:
We trekken ten strijde tegen dezelfde groep die we gefinancierd en bewapend hebben, met degenen waarmee we verleden jaar samen wilden oorlog voeren (tegen Assad), terwijl we hen bleven ondersteunen met uw belastinggeld.”
Maar het zijn geen moslims. Onmogelijk, Obama zegt het, Cameron zegt het… Wie zou eraan kunnen twijfelen?
Cameron schakelt zelfs een versnelling hoger: ‘ISIS zijn geen moslims, het zijn monsters’. Moslims zijn vredesapostelen, niet in staat tot geweld. Onmogelijk.
Nochtans hebben de ‘niet-moslims’ er een enigszins andere mening over:
Denkt Obama dat wij Mormonen zijn?
Intussen ziet Obama zijn kans schoon om via het IS-achterpoortje Assad toch aan te vallen in Syrië. Nochtans had noch hij, noch Cameron daarvoor toestemming van hun resp. parlementen gekregen. Poetin slaagde erin de toestand te ontmijnen door ervoor te zorgen dat alle gifvoorraden van het Syrisch regime overhandigd en buiten dienst gesteld werden. Iets wat Obama niet kon verteren. Volgens de president van de VSA geeft hij pas het bevel te bombarderen op uitnodiging van het te bombarderen land. Tenzij ons iets ontgaan is, hebben wij nergens iets kunnen vernemen over een bommenuitnodiging van Assad.
En nu zullen de VSA niet alleen in Irak, maar ook in Syrië ISIS vanuit de lucht aanvallen en de ‘gematigde‘ rebellen ondersteunen door hen wapens (en alle andere mogelijke steun) te leveren. Komt daar toch wel een moslimkat op de koord, zeker! Diezelfde gematigde lieverdjes hebben het op een akkoordje gegooid met de ‘niet-moslim-monsters’: een niet-aanvalspact. Ze gaan elkaar niet de duvel aandoen.
Wij vragen ons intussen af wat nu de juiste betekenis van het woord ‘gematigd’ is? Na hoeveel christen-koppensnellerij is men niet meer ‘gematigd’? Bestaat er een graadmeter? Vanaf 10 onthoofdingen is men niet meer in opleiding. Vanaf 20 komt men in de buurt van een goed-opgeleide ‘gematigde’ rebel. Elke scalp daar bovenop zorgt voor een stijging in rang van ‘gematigdheid’. Of vergissen wij ons? Zouden het dan toch geen ‘moslims’ zijn maar buitenaardse ‘monsters’?
Ook de bevoegdheid Ventilatiegaat naar Marianne Thyssen (CD&V). De Belgische eurocommissaris zal aanbevelingen doen over ideale luchtstromen. Geen topbevoegdheid, maar ‘de job waar ik van droomde’.
De CD&V is opgelucht: een totale afgang is Marianne Thyssen bespaard gebleven. Nogal wat eurocommissarissen kregen flutbevoegdheden, zoals ‘Meertaligheid op sociale aangelegenheden en buurtfeesten’ of ‘Wattages van huishoudtoestellen en kelderpompen’.
Het kan zelfs nog erger, stipt Wouter Beke aan. ‘Was Didier Reynders in de Europese Commissie gaan zitten, dan was hij opgezadeld met de bevoegdheid ‘Transport van pakjes die niet zwaarder wegen dan 174 gram’. Kom daarmee thuis’, blaast de CD&V-voorzitter.
Kijk wat er gebeurt als vredelievende relletjesmakers stenen gooien naar Duitse Herders en hun begeleider(s). Waar dit juist plaats vond konden we niet achterhalen, maar we kunnen geen enkele blonde IJslander op de beelden ontdekken en ergens op het einde van het beeldfragment menen we een soepjurk te herkennen…
Willie, de norse conciërge uit de populaire tv-reeks ‘The Simpsons’, is de laatste in een reeks Schotse celebrities die zich uitspreekt over het aanstaande referendum rond een mogelijke onafhankelijkheid. In een hilarisch filmpje dat op Youtube werd geplaatst, geeft hij bijna twee minuten lang zijn ongezouten mening over de kwestie. Meer bij AD
Tijdens de IJzerwakestond o.m. de IJzerpsalmop het programma.
IJZERPSALM Ferdinand Vercnocke – Arthur Meulemans
‘t Vaarwel was kort, zij togen vroom ten strijde, zij waren jong, manhaftig in ‘t gevecht Werd recht beloofd, voor recht zou Vlaand’ren strijden: zij streden trouw en vielen zonder recht, zij streden trouw en vielen zonder recht. Nu rusten zij in ‘t eind’loos veld begraven, geliefde jeugd, verloren, ver van huis; vervolgd verguisd in hun geschonden graven en onder ‘t puin van hun verbrijzeld kruis en onder ‘t puin van hun verbrijzeld kruis. Her volk gedenkt, ‘t volk heeft een kruis gegeven, een groots te-huis, een stoute burcht van steen, waar liefde vol hun namen staan geschreven: verheerlijkt volk, in broederschap bijeen, verheerlijkt volk, in broederschap bijeen. Blijf, Dietse kruis, voor’t Dietse volk een bake, op ‘t heiligdom door bloed des volks gewijd. Gij zijt een schans, de doden staan op wake: zij strijden voort, de onvolvochten strijd, zij strijden voort de onvolvochten strijd.
De Fantaisie-Impromptu in cis mineur, opus 66, is een solostuk voor piano dat door Fréderic Chopin in 1834 gecomponeerd werd. Het werd pas na het overlijden van Chopin (als “opus-postuum”) gepubliceerd, en wel als eerste door Jules Fontana, een goede vriend van Chopin. Het werk kreeg naderhand een opusnummer: opus 66.
Het stuk wordt gekenmerkt door een opvallende ‘3 tegen 4’ beweging: de rechterhand speelt zestienden, en de linker hand achtsten in sextolen. Het stuk vereist van de speler naast een goede ritmische beheersing ook een goed ontwikkelde techniek, vooral vanwege de vele passages die door hun uitgebreide voortekening (dubbelkruisen en herstellingstekens) voor menig amateur lastig leesbaar is. Daarnaast vereist het stuk op muzikaal gebied veel van de uitvoerende.
Zoals vaak met werken van Chopin het geval is, bestaat het werk uit drie delen. Een eerste, snel en virtuoos deel gaat over in een meer cantabile tweede deel waarin gevoel en romantiek primeren. Uiteindelijk besluit het werk met een bijna letterlijke herhaling van het eerste virtuoze deel en een kort coda.
Chopin had een voorliefde voor de Plevel-vleugel, vanwege het lichtlopende mechaniek en de specifieke klank. Vandaar dat sommige uitvoerders ook heden ten dage ervoor kiezen om deze impromptu op een dergelijk of authentiek instrument te spelen, en dus niet op bijvoorbeeld een moderne Steinway-piano die veel zwaarder aanslaat en een ander type klank heeft.
Fréderic Chopins Piano Sonata No. 2 in B-flat minor, Op.2 in B-mineur, Op.35, in de volksmond bekend als The Funeral March, werd in 1839 afgerond in Nohant, in de buurt van Châteauroux in Frankrijk. Echter, het derde deel van de sonate was reeds af in 1837.
De sonate bestaat uit vier bewegingen ::
Grave – Doppio movimentoGrave – Doppio movimento
ScherzoScherzo
Marche funèbre: LentoMarche funèbre: Lento
Finale: PrestoFinale: Presto
Het eerste deel heeft een stormachtig openingsthema en een zacht lyrisch tweede thema. Het tweede deel is een virtuoos scherzo met een meer ontspannen melodisch centrale deel. Het derde deel begint en eindigt met de beroemde treurmars in B minor, die de sonate de bijnaam geeft, maar heeft een rustig intermezzo in D-majeur. De finale bestaat uit een wervelwind van niet-aflatende parallelle octaven, met onveranderlijk tempo en dynamiek, en niet één enkel rustig akkoord tot de laatste maten.
Zoals hierboven vermeld, wordt het derde deel gestructureerd als een treurmars gespeeld met een Lento intermezzo. De emotionele ‘treurmars’ is erg bekend geworden . Het werd gebruikt bij de staatsbegrafenissen van John F. Kennedy , Sir Winston Churchill en Margaret Tatcher en die van de Sovjet- leider Leonid Brezjnev .Het werd ook gespeeld op de begrafenis van de Spaanse dichter Miguel Hernandez en bij het graf tijdens de begrafenis van Chopin op Père Lachaise in Parijs. (volg bruggetje voor virtueel bezoek)