Het gaat hier niet om een schandaal rond de grijpgrage handen van een pastoor. In Turkije, u weet wel de innig-geliefde EU kandidaat-lidstaat, staat – zoals bekend – de vrijheid van meningsuiting met stip genoteerd bij de aanbevelingen voor dit het land.
Groot was de verbazing toen Aykan Erdemir, volksvertegenwoordiger van de Turkse Republikeinse Partij, probeerde de webstek van een protestantse kerk in Diyarbakir te bezoeken. Dat de webstek niet toegankelijk was vond hij niet vreemd. Tenslotte is zowat alles in Turkije verboden wat niet door de Kalief goedgekeurd werd, maar het wekte wel zijn verwondering dat de webstek onder censuur geplaatst werd met als reden “pornografie“.
De protestantse pastor, Guvener, wist er niets van. Hij had er zich bij neergelegd dat ‘de staat’ een andere religie aanhangt en dat het verspreiden van andere geloofstrekkingen verboden is. Hij voelt zich erdoor zelfs niet meer beledigd want hij kent de verdachtmakingen. Maar dit is iets heel anders. Nochtans had zijn geloofsgemeenschap al één en ander meegemaakt. Zes christelijke families werden gedeporteerd en hij is er zeker van dat zijn telefoon afgeluisterd wordt.
Erdogan gaat steeds verder. De Amerikaanse predikant Jeremiah Mattix werd na een 12 jarig verblijf in Turkije uitgewezen, zonder mogelijke verlenging van zijn verblijfspapieren.
Als reden werd een paragraaf uit de immigratiewetgeving aangehaald, die normaal slechts bij opstanden aangewend wordt: de paragraaf richt zich tegen prostitutie, voetbalrellen, bedelaars en pooiers.
FT