Geert Wilders: “Ik ben maar om één ding de politiek ingegaan…”

“Ik ben maar om één ding de politiek ingegaan: om de islam te bestrijden. Om de vrijheid te verdedigen. Al gaat de PVV over veel meer: het terugwinnen van soevereiniteit uit Europa, over lagere belastingen, het tegengegaan van het opheffen van de verzorgingshuizen.” “Maar de bestrijding van de islam is mijn drijfveer. Dat is geen Nederlands probleem, maar een existentieel probleem.”

Lees heel de tekst hier

Carl Philipp Emanuel Bach – Concert voor klavecimbel en piano

klassische-musikCarl Philipp Emanuel Bach – Concert voor klavecimbel en piano

Nog een belangrijke jarige. Gisteren 8 maart was het 300 jaar geleden dar deze minder bekende componist geboren werd. Hij bleef ten onrechte in de slagschaduw van zijn vader, de grote Johann Sebastian Bach,staan maar werd door zijn tijdgenoten boven alle andere componisten verheven. Hij was de meest aparte, originele en innovatieve onder de Bachs.

Carl Philipp Emanuel Bach ( Weimar, 8 maart 1714 – Hamburg 14 december 1788) was een Duits componist..

Hij is de tweede overlevende en bekendste zoon van Johann Sebastian Bach en Maria Barbara Bach. Zijn naam wordt gemakshalve vaak afgekort tot ‘CPE’, hoewel C. Ph. E. zijn correcte voorletters zijn. Hij wordt vaak de Hamburgse Bach genoemd, naar de stad waar hij het grootste deel van zijn leven werkte, maar door tijdgenoten werd hij aangeduid als “Berlijnse Bach”.

Hij studeerde aan de gymnasia van Köthen en Leipzig. Oorspronkelijk studeerde hij rechten in Leipzig en Frankfurt aan de Oder, maar hij werd in 1740 hof musicus (klavecinist) van Frederik de Grote in Potsdam, niet ver van Berlijn. Hij moest daar onder andere de koning, die een bekwaam fluitist en componist was, begeleiden op het klavecimbel. Hij schreef er voor de verschillende adellijke personen beroemd geworden muziek: de Preußischen Sonaten (1742) voor Frederik II, de Württembergischen Sonaten (1744) voor de jonge hertog Carl Eugen von Württemberg en de Sechs Klaviersonaten mit veränderten Reprisen (1760) voor prinses Anna Amalia. Zijn brede, algemene ontwikkeling was hem hierbij erg van nut: hij verkeerde met groot gemak in de hoogste kringen en was charmant, hoffelijk en onderhoudend – eigenschappen die zijn vader wel eens miste.

Het lukte Carl Philipp Emanuel niet om de plaats van zijn in 1750 overleden vader als cantor-organist aan de Leipziger Thomaskirche over te nemen. In plaats daarvan volgde hij in 1767 zijn peetoom Georg Philipp Telemann op als Kapellmeister van de vijf hoofdkerken van Hamburg. Hij legde zich vanaf dan hoofdzakelijk toe op het schrijven van kerkmuziek. Tot zijn dood bleef hij in Hamburg.

Heeft u voor de volkslening ingetekend?

Wij in geen geval.  Alles wat er vanuit het land b als “goed voor de mensen” voorgesteld wordt, laat onmiddellijk bij ons alle gevaarsensoren in actie treden.

En toch.
De regering Di Rupo (CD&V-minister van financiën Koen Geens op kop) spreekt van een succes. Een goed-nieuws-regering kent alleen successen. Maar de waarheid is anders. De verzekeringsmaatschappen, die net als de banken de volkslening mogen aanbieden, lieten horen dat er onvoldoende projecten zijn, waarom moet er dan geld worden opgehaald? Zij doen dus niet mee.
788 miljoen werd er opgehaald via 11 banken (Argenta, Belfius, BNP Paribas Fortis en dochter Fintro, Bpost Bank, CBC en KBC, Crelan, ING, Record Bank en VDK). Meer 50% mocht Belfius optekenen. Het geld zou moeten besteed worden in sociale projecten zoals hospitalen, scholen e.d.

788 miljoen = 0,3% van de  250 miljard op de spaarboekjes in januari. Als de volkslening slechts 0,3% van het spaargeld kan verleiden, dan is het spreken van een succes eerder overdreven.

Je moet geen helderziende zijn om te voorspellen dat de volkslening niet echt zal doorbreken. Dat heeft alles te maken met de lage opbrengst (lager dan aangekondigd): met een looptijd van 5 jaar brengt de volkslening jaarlijks netto niet meer op dan 1,53%, met een looptijd van 10 jaar niet meer dan 2,34%.  Dat is geen aanbod om potentiëel geïnteresseerden over de streep te trekken. Geld op de beste spaarboekjes brengt netto tot meer dan 2% op en het is vrij beschikbaar, een volkslening daarentegen kan de eerste 5 jaar niet verkocht worden en daarna worden verkoopskosten aangerekend.

Komaan, Koentje, leg het nog eens uit:

 

Boven en buiten de democratie

Boven en buiten de democratie

De socialistische Franse minister Manuel Valls werd bijna ontslagen omdat hij luidop had gezegd: « Het is een illusie te denken dat het probleem van de Romabevolking alleen geregeld kan worden door integratie. […] Er is geen andere oplossing dan hun kampen geleidelijk te ontmantelen en hen over de grens te zetten. » Volgens opiniepeilingen vond minstens driekwart van de Fransen, over alle partijgrenzen heen, dat Valls gelijk had.

In de meeste Europese landen is ongeveer de helft van de bevolking, in sommige gevallen, voor de doodstraf. Na een gruwelijke misdaad is dat soms nog meer. Maar bij politici is geen 2% voorstander van de doodstraf. Zelfs de voorzitters van partijen waarvan de kiezers massaal vóór de doodstraf zijn, durven zij dat thema niet aansnijden. Het is taboe.

Eind oktober 2013 publiceerden verschillende Vlaamse kranten de resultaten van een onderzoek over « discriminatie » op de woonmarkt. Daaruit bleek dat bijna de helft van de Vlamingen liefst in een buurt wil wonen met ‘bijna alleen mensen van Belgische afkomst’. Op het platteland is zelfs 71% gekant tegen gemengde wijken met vreemdelingen.

Dit artikel gaat niet over zigeuners, de doodstraf of immigratie. Dat drietal dient hier alleen om een verschrikkelijk democratisch deficit aan te tonen. In een goed werkende democratie zouden verkozen politici de opvattingen van hun kiezers moeten weerspiegelen. Dat er afwijkingen zijn van elke procenten is onvermijdelijk. Maar hier gaat hem om monstrueuze verminkingen van de wil van de kiezer.

Als de democratieën in de genoemde landen echt goed werkten, dan zouden de zigeuners nu uit Frankrijk weggestuurd worden, de doodstraf zou een strijdpunt zijn waarover in parlementen en in de media wordt gediscussieerd en er zou een terugkeerbeleid gevoerd worden, want de meeste mensen willen geen buitenlanders in hun buurt.

Dat gebeurt nu niet en om één fundamentele reden: de huidige politieke kaste heeft, samen met haar collaborateurs in de media, beslist dat die onderwerpen boven en buiten de democratie geplaatst moeten worden.

Het zijn ideologische dogma’s geworden, waarover niet meer democratisch gestemd mag worden en waarover men zelfs geen discussie meer mag voeren. Ook seculiere politici hanteren hier – meestal onbewust – religieuze denkcategorieën. Ze geloven niet meer in de oude religieuze verdeling in Goed en Kwaad. Zij hebben nu andere, maar even absolute  indelingen. “Racistisch” tegen “antiracistisch”. “Gelijkheid” tegen “discriminatie”.

Mogen we dan misschien zelf nog onze stem uitbrengen over die tweedeling? Nee, dat mag niet. Mogen we nog stemmen over de invulling, de interpretatie of de draagwijdte ervan? Nee, ook niet. Dat mogen alleen de uitverkorenen van de heersende politieke kaste en de rechters die zij hebben benoemd. Hetzelfde geldt voor hun hoogst bizarre interpretatie van de mensenrechten, waarin alle socialistische stokpaardjes over gelijkheid plots tot “mensenrechten” zijn verheven en dus boven alle kritiek staan, maar ook boven en buiten de democratie. In een democratie horen die denkpatronen niet thuis.

Democratieën zijn er niet om vast te stellen wat Goed en Kwaad is. Ze zijn er om te zorgen dat de opvattingen van de meerderheid omgezet worden in beleid. Als die meerderheid zigeuners wil terugsturen, of Dutroux laten executeren, dan moeten democratische politici zich daarbij neerleggen. Democratische legitimiteit komt niet voort uit een kaste wijze, alwetende politici die qua onkreukbaarheid en  moreel bewustzijn hoog boven het plebs verheven zijn – hoor ik daar iemand lachen? – maar van het volk, voor het volk en door het volk. En politici die dat niet kunnen aanvaarden, moeten maar in de oppositie gaan. Of ze kunnen proberen paus, volkscommissaris of moraalfilosoof te worden. Als ze daar tenminste genoeg talent voor hebben.

Marc Joris, Rebel 03/2014