Truc met meerdere rekeningen vanaf begin 2014 gevaarlijk
Eigenlijk is het nu al gevaarlijk een kapitaaltje te spreiden over meerdere banken om de roerende voorheffing op spaarboekjes te ontduiken. Want hoe nieuwsgierig de fiscus zal zijn weet je niet. Wat we wel weten is dat Vadertje Staat vanaf het voorjaar van 2014 een diepe inkijk kan krijgen in je portemonnee.
Het heeft voeten in de aarde gehad, maar vanaf 1 februari 2014 kan de fiscus bij een informatiecel van de Nationale Bank (NBB) al je rekeningen opvragen.
Tegen die datum moeten alle Belgische banken alle rekeningen – en nog veel meer (zie verder) – die in 2010, 2011 en 2012 bestaan hebben doorgegeven hebben.
Woelen in het verleden?
Het is weinig waarschijnlijk, tenzij je er aanleiding toe geeft, dat de fiscus gaat woelen in dat verleden en wil weten hoeveel je bij pakweg én KBC én Belfius én ING hebt uitstaan.
Tegen 31 maart 2014 moeten alle gegevens over 2013 binnen zijn. Inkomstenjaar 2013 is dan nog niet verwerkt en de kans op een nieuwsgierige fiscale ambtenaar bijgevolg iets groter.
Stoemelings
Die nieuwsgierigheid zal waarschijnlijk geleidelijk aan toenemen. De opbouw van het zogenaamde vermogenskadaster – waarvan de centralisatie van bankgegevens bij de NBB een onderdeel is – gebeurt immers ook met stapjes, stoemelings bij manier van spreken.
De aangifte van de buitenlandse rekening was al langer verplicht. Dit aanslagjaar kwam daar de aangifte van een buitenlandse levensverzekering bij. Volgend jaar zal je ook het nummer van de buitenlandse rekening(en) moeten meedelen…
Betekent dit nu het einde van de spaarboekjesfraude?
Die vraag legde het magazine Trends (2 okt) voor aan enkele advocaten-fiscalisten. “Ja en nee”, luidt het antwoord. Tot nu tot was het gemakkelijk om de 15 procent roerende voorheffing op intresten boven 1.880 euro op gewone spaarboekjes (met ergens boven de 100.000 euro geraak je eraan) te ontduiken, door je kapitaal in schijfjes bij meerder banken te spreiden.
Vanaf februari en maart 2014 kan de fiscus bij dat ‘centraal aanspreekpunt’ van de NBB opvragen waar je geld hebt zitten. Maar de fiscus kan dit enkel als de belastingplichtige weigert mee te werken of niet reageert op vragen om informatie. Of als er aanwijzingen zijn van fraude, bijvoorbeeld door een buitensporige levensstijl, opgedoken niet aangegeven rekeningen of inkomsten…
In je blootje
Zodra de fiscus de rekeningen kent, zal hij ook saldi en verrichtingen kunnen opvragen. Dan sta je helemaal in je blootje.
Loop je niet in het vizier, dan is het mogelijk maar toch vrij riskant om verder spaarboekjesfraude te plegen. De fiscale geplogenheden in dit land veranderen nu eenmaal om de zoveel maanden.
Ook effectenrekeningen, contracten, kredieten…
Wat je nog moet weten over dat ‘centraal aanspreekpunt’ – in feite niets meer dan een beveiligde postbus – bij de Nationale Bank:
Niet alleen gegevens van individuele klanten moeten worden doorgegeven. Ook van rechtspersonen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid.
De banken zijn niet verplicht het saldo en de verrichtingen van hun klanten mee te delen. “Maar zodra de rekeningnummers bekend zijn en voldaan is aan de voorwaarden voor de opheffing van het bankgeheim, kunnen banken zich niet langer verzetten tegen de vraag om informatie”, aldus François Parisis (Puilaetco Dewaay) in Trends.
Niet alleen spaarrekeningen moeten gemeld worden, ook zichtrekeningen, effectenrekeningen, hypothecaire kredieten, contracten, leningen, kredietopeningen, afbetalingen…
Het is geen momentopname op het eind van het jaar. Alle rekeningen die om het even welk ogenblik van het kalenderjaar hebben bestaan, moeten doorgegeven worden. Dit laat de fiscus toe bepaalde operaties en constructies op te sporen.
Die gegevens kunnen enkel geraadpleegd worden door een beperkte groep ambtenaren van de directe belastingen en dat enkel bij vermoeden van fraude, zoals hierboven aangegeven (weigering om mee te werken, aanwijzingen…).
“Voor de meesten verandert er niets”
Heel wat mensen op het terrein zien hierin een verdere stap in de richting van een echt vermogenskadaster, waarin elke soort eigendom geregistreerd staat.
Dit is volgens François Parisis een overtrokken visie. Er verandert voor de meerderheid van de belastingbetalers niets. De infobank heeft volgens hem in de eerste plaats de bedoeling om het werk van de administratie te vergemakkelijken. “Je zou eerder moeten spreken van een kadaster van het vermogen van fraudeurs”.
Het is bovendien geen online-bestand. De informatie wordt door de banken een keer per jaar meegedeeld. Daardoor is het centraal aanspreekpunt meer geschikt om de fiscale toestand van iemand de voorbije aanslagjaren na te gaan, dan om te weten te komen hoeveel hij nu bezit.
Vief