Een opvallend verfrissende kijk op Europa van een man die al 10 jaar wegkwijnt in een Russische gevangenis |
Dag op dag tien jaar nadat hij in zijn geboorteland in de gevangenis werd gesmeten, publiceert de New York Times een opiniebijdrage (‘Ten Years a Prisoner‘) van Mikhail Khodorkovsky, de voormalige topman van het Russische oliebedrijf Yukos. Khodorovsky was de CEO van de Russische oliemaatschappij Yukos tot hij in mei 2005, samen met zijn rechterhand Alexander Lebedev, tot negen jaar strafkamp werd veroordeeld voor belastingontduiking en fraude. Veelal wordt aangenomen dat de rechtszaak tegen de oliemaatschappij Yukos en tegen Khodorovsky persoonlijk door president Poetin op touw was gezet vanwege de politieke aspiraties van eerstgenoemde. Khodorkovsky was namelijk een van de weinige oligarchen – in 2003 was hij de rijkste man van Rusland – die het aandurfde openlijk kritiek te uiten op het leiderschap van president Vladimir Poetin. Zijn veroordeling wordt vaak in verband gebracht met die kritiek. In 2011 werd het duo in een politiek gemotiveerde rechtszaak voor een tweede keer veroordeeld voor grootschalige fraude en het witwassen van geld. Hun originele straf werd verlengd tot 2016. Khodorovsky’s advocaten trokken toen naar het Europees Hof voor de Mensenrechten. In december vorig jaar raakte dan bekend dat beide strafvermindering krijgen en begin 2014 zullen vrijkomen, twee jaar vroeger dan gepland. In het zeer lezenswaardige stuk geeft Khodorovsky – die vastzit nabij de Russisch-Finse grens – zijn kijk op de huidige gebeurtenissen in de wereld. Hij betreurt de teloorgang van de Russische geloofwaardigheid, te wijten aan het nu al 14 jaar durende autoritaire regime van Vladimir Poetin. Een regime dat alle lust om te ondernemen heeft weggenomen (de voorbije 10 jaar hebben 2 miljoen Russen het land verlaten, de kapitaalvlucht bedraagt 350 miljard dollar sinds 2008). Rusland leeft vandaag enkel en alleen van zijn inkomsten uit zijn rijke grondstoffenreserves. Het geluk is weggelegd voor een select groepje happy few. Maar vooral zijn kijk op de Russisch-Europese samenwerking is interessant: ‘Toch heeft Rusland zaken die het de wereld kan bieden. We zijn Azië, noch Eurazië, maar een ondeelbaar stuk van Europa. Hetzelfde Europa dat niet enkel aan de wieg stond van de huidige beschaving, maar ook ‘s werelds belangrijkste politiek laboratorium blijft om nieuwe sociale en ethische ideeën uit te proberen, die daarna overal ter wereld kunnen worden aangepast en geïmplementeerd. Maar Europa kampt met een onophoudelijke crisis: de wetenschappelijke en technische vooruitgang zal onvoldoende zijn om de hoger-dan-geraamde kosten van de welvaartstaat te financieren, terwijl de Europse maatschappij haar capaciteit om de diverse volkeren te integreren heeft overschat. Haar idee van een post-industriële economie is geïnterpreteerd als een afbouwen van alle industrie en niet de creatie van nieuwe types industrieën. De crisis heeft het Europese integratieproces – op zichzelf een enorm socio-cultureel experiment – nadelig beïnvloed. Maar zelfs deze crisis betekent geenszins een instorting. Europa’s crisis is een uitdaging, maar ook een krachtige impuls voor verandering. De contouren van die verandering zijn al zichtbaar, al blijft er nog een lange en complexe weg af te leggen. Danzij een culturele en historische affiniteit en de geografische nabijheid, is Rusland in staat om een deel van de oplossing te bieden, door zijn ervaring inzake het beheer van zijn gigantisch grondgebied, met diverse economische en culturele patronen. Rusland en Europa moeten manieren vinden om samen te werken, veel meer dan ooit tevoren. Natuurlijk zou zo’n verandering een serieuze inspanning vergen van de Euro-Atlantische beschaving. Eerst op personeelsvlak en dan op vlak van technologie en innovatie. Honderdduizenden ondernemers en specialisten – een nieuwe generatie Europeanen – zouden een gigantische golf van energie door een nieuw Europa kunnen zenden, een Europa van samenwerking, dat zich uitstrekt van de Atlantische tot aan de Grote Oceaan. |
Maandelijks archief: oktober 2013
Info voor asociale, egoïstische kapitalisten
Indien u zo asociaal bent na uw pensioenleeftijd nog steeds in leven te blijven, indien u zo egoïstisch bent een spaarpotje verworven te hebben dat de overheid tot op heden ontglipt is, indien u de acties van het “goede doel” stomweg negeert, kortom indien u een oppassende burger bent, die door werken erin slaagde een huis en een spaarboekje bijeen te sprokkelen en u bent de mening toegedaan dat u met uw geld en eigendom kunt doen wat u wilt, dan is onderstaande info misschien nuttig.
Erfenisplanning
De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat organiseert op dinsdag 5 november om 18 uur gratis infosessies in alle Notarishuizen van het land.
In Brugge in de Biekorf, Sint-Jacobsstraat 20-26.
In Hasselt in de Hogeschool PXL, Agoralaan, gebouw H, Campus Diepenbeek.
In Halle in het auditorium H-Hartinstituut, Parklaan 7.
In Gent, Notarisstraat 1.
In Antwerpen, Koningin Elisabethlei 10.
In Brussel (Bergstraat 30-34) van 12.30 tot 14 uur.
In Leuven (Bondgenotenlaan 134) van 19 tot 21 uur.
Reservering verplicht via www.notaris.be.
FVE
EU wil Super-Spionnencentrum
Europese Unie wil “intolerant” gedrag in kaart brengen
De EU wil staatsburgers monitoren als ze intolerant zijn naar multiculturele politiek.
” Een raad van voormalige staatshoofden en regeringsleiders roepen de Europese Unie op om nationale controle eenheden in te stellen om de staatsburgers van alle 27 EU lidstaten te monitoren bij vermoedelijke “intolerantie”.
De European Council on Tolerance and Reconciliation (ECTR), een waakhond voor tolerantie, nam, onder leiding van de voormalige Poolse president Aleksander Kwasniewski en Moshe Kantor, President van het European Jewish Congress, het initiatief om door de overheid ingestelde controle eenheden op te richten die rechtstreeks ” intolerant” gedrag van geidentificeerde staatsburgers en groepen te monitoren.”
“Kriminaltouristen”
Toeloop van “Kriminaltouristen”
Met enige zin voor zwarte humor noemen de Zwitsers buitenlandse criminelen liefdevol “Kriminaltouristen“.
Zwitserse rechtbanken hebben verleden jaar in totaal 105.678 vonnissen uitgesproken. Dat is 9.8% méér dan in 2011. 7728 of 41.5% van het totaal van 18.619 veroordeelden, die wegens een vermogensmisdrijf voor de rechter stonden, hadden geen vast adres in het Alpenland. In het voorgaande jaar telde het Instituut voor de Statistiek er slechts 5245 van deze categorie.
Ook bij de drugshandel nemen buitenlanders zonder B- of C-identiteitskaart (dus zonder verblijfs- of vestigingstoelating) intussen een grotere plaats in van het allagaam veroordeelden. In 2012 hadden 2614 veroordeelden geen adres in Zwitserland, zijnde 44.7%. In 2011 werden er slechts 1951 “Kriminaltouristen” voor drugs-gerelateerde misdrijven veroordeeld.
FT
Justitie: niet bepaald proper
”125 magistraten zijn illegaal benoemd”
”Justitie is veel te belangrijk om enkel aan juristen over te laten”
Jan Nolf
Publicatie: 28 oktober 2013
VRT-nieuws – 16 oktober 2013
“Justitie is veel te belangrijk om enkel aan juristen over te laten” liet professor Hendrik Vuye ooit noteren. Alvast te belangrijk om enkel aan magistraten overgelaten te worden: dat was na de Witte Marsen de leidraad van de hervorming die ook de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) boven de doopvont hield. De politiek was er echter nog nooit weg te slaan. Dat blijkt nu meer dan ooit.
Die Hoge Raad is juridisch de échte Vierde Macht van België: zelfs zodanig verankerd in de Grondwet dat niet eens voorzien werd in een controle erop. Alle controle op de HRJ kon immers wel eens politieke druk betekenen. Bijna grappig: de HRJ werd nog onaantastbaarder dan de Koning. Met haar maagdelijke onafhankelijkheid zou ze zorgen voor de kleurloze objectivering van de benoemingspolitiek en de externe controle op de werking van justitie.
Uitgerekend met de eigen verkiezing van de HRJ-leden 2012-2016 zelf liep het minstens twee keer verkeerd. Dat blijkt al uit het dramatisch verschil tussen twee eigen perscommuniqués van de HRJ zelf.
Op 1 juli jl. luidde het nog dat “er op dit moment geen reden bestaat om te twijfelen aan de wettelijkheid van onze samenstelling”. Op 25 september uitte de HRJ plots “bezorgdheid omtrent die problemen”. De HRJ had “stappen gezet naar de Senaat en zou bij een oplossing “in alle transparantie communiceren”. Tevens sloeg grondwetsspecialist Van Orshoven de HRJ-deur achter zich dicht.
Gegeneerde stilte sindsdien, ook bij de Senaat: stilte voor de storm.
Het ultieme fiasco dreigt: collectief ontslag.
Een noodgedwongen collectief ontslag van alle 44 leden van de HRJ lijkt wel het ultieme fiasco voor de instelling die de kwaliteitsbewaking van justitie op zich moest nemen.
Die bloedernstige denkpiste van 44 ontslagnemingen werd deze zomer niet alleen in alarmerende krantenberichten en koppige opiniestukken gebracht. Ook een kurkdroge juridische analyse van een ex-raadsheer van het Hof van Cassatie, Christine Matray (tevens ex-lid van de HRJ) besloot verleden week in de “Journal des Tribunaux” dat dit wel de enige eerbare exit-piste voor de HRJ lijkt.
Hoe is het zover kunnen komen?
Kampioenen van de pariteit, maar zonder kwaliteit.
De 44 witte ridders van de Hoge Raad zijn de kampioenen van de paritaire samenstelling: 22 Nederlandstaligen en 22 Franstaligen, telkens 11 magistraten (verkozen door magistraten) en 11 niet-magistraten (aangeduid door de Senaat). Die verdelen zich per taalrol telkens opnieuw paritair in twee commissies: 14 leden voor elke benoemingscommissie maar slechts 8 leden voor wat in de wandelgangen gniffelend “de kleine commissie” genoemd wordt: enkel bevoegd voor advies en onderzoek.
De 4 voorzitters van die 4 commissies zijn opnieuw paritair samengesteld N/F en magistraat/niet-magistraat. Om het jaar is één van die 4 voorzitters ook de voorzitter van de volledige HRJ. Evenwichtiger kon het niet berekend worden – althans binnen een typisch Belgische wafelijzerpolitiek.
Dat de stembusgang van 2 maart 2012 voor de ongeveer 1.200 Nederlandstalige magistraten door hun 11 HRJ-leden-magistraten organisatorisch mis liep wordt niet echt betwist. Daarover antwoordde de minister van Justitie in het parlement dat niemand bevoegd is om dit te herstellen. Gewoon pech dus voor wie daardoor uit de HRJ-boot viel en hoera voor wie onverdiend aan boord raakte. “Volgende keer UNO-waarnemers dus” suggereerde mijn VRT-Opinie van 8 juli 2012.
Maar het liep daarenboven op 28 juni 2012 juridisch helemaal verkeerd bij de aanwijzing door de Senaat van de 11 Franstalige niet-magistraten. Minimum 5 daarvan moest de Senaat selecteren uit voordrachten van de advocatuur en de universiteiten. Er waren ruim voldoende van die voordrachten, maar de Senaat koos er slechts drie. Daardoor kon de Senaat twee “eigen” kandidaten méér kiezen: 8 in plaats van 6.
Nochtans werd dat minimum van 5 externe voordrachten in de wet ingebouwd om de politieke willekeur bij de aanwijzing van de niet-magistraten als politieke waterdragers in de HRJ aan banden te leggen. Premier Dehaene beschreef dat op 3 december 1998 als “een structurele mogelijkheid om zeer hoog gekwalificeerde personen te kiezen voor de Hoge Raad voor de Justitie“. Applaus.
De reparatiepoging: nieuwe vragen
Op 4 juli 2012, dus een week nà de illegale senaatstemming, stuurde UCL-rector Delvaux aan senaatvoorzitter de Bethune de twee ontbrekende universitaire voordrachten: zo werd post factum het minimum van vijf gehaald. Dat was wellicht geen spontane ingeving van deze eminente landbouwingenieur.
Die hallucinante cover-up leidde tot een pervers resultaat: meteen ook de absolutie voor de onwettige verkiezing van de onmisbare Michèle Loquifer, echtgenote Philippe Busquin, die het ondertussen zowaar schopte tot voorzitter van de benoemingscommissie en HRJ-voorzitter 2014-2015.
Dame Loquifer is een tumultueus carrièreverhaal apart dat eindigde met haar schorsing als HRJ-lid mei jl. omwille van haar – al een jaar geleden voorspelde – inverdenkingstelling voor valsheid in geschrifte.
Ondertussen maakt ze vrolijk verder deel uit van de Raad van Bestuur van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO), de feitelijke magistratenschool. U vindt ze op de IGO-site onder “wie zijn wij?”. Dàt is pas een terechte vraag.
De schade binnen justitie: benoemingspaniek
De nog zorgvuldig geheim gehouden brief van toenmalig HRJ-voorzitter Staudt aan senaatvoorzitter de Bethune en de nuances van het top-secret advies dat de HRJ bij een gespecialiseerd advocatenkantoor opvroeg kunnen veel recent benoemde magistraten in hun koffie doen verslikken. Ook de niet-benoemden uiteraard.
Laat staan wat het ASM colloquium donderdag as. in Brussel over dat onderwerp zal brengen: uitgerekend op het moment dat het Bureau van de Senaat zich opnieuw over deze staatszaak buigt. Die Franstalige “Association Syndicale des Magistrat”‘ is erg boos en houdt geen blad voor de mond.
De mogelijke schade binnen justitie mag niet onderschat worden. Deze illegaal samengestelde Franstalige benoemingscommissie van een illegaal samengestelde HRJ kwam in het afgelopen werkjaar 25 keer samen, en daarnaast nog 10 keer met de Nederlandstaligen erbij in verband met Brusselse benoemingen: 125 koninklijke besluiten zijn er bij betrokken om het voorlopig enkel tot de Franstalige en tweetalige voordrachten te beperken.
Minister van Justitie Turtelboom bevestigde op een eerste parlementaire vraag daarover terecht dat niet alle termijnen voor beroep bij de Raad van State voorbij zijn. Fijntjes zei ze op een antwoord te wachten van de Senaat. Ze is niet alleen.
De schade buiten justitie: wie gelooft die mensen nog?
De schade buiten justitie pijnigt me pas echt. Leer me politieke benoemingen niet kennen. Ik weet hoe het werkt: ik ben een spijtoptant.
Ik kan twee professoren wel omarmen uit dankbaarheid om wat ze begeesterd schreven over het verschil tussen macht en gezag: de les van de voorbeeldfunctie die noch de Senaat, noch de HRJ blijken te snappen.
Hendrik Vuye bekende jaren geleden al zijn drang om ezelsoren te tekenen op borstbeelden en portretten van magistraten die in dienst bleven van een Belgische klassenjustitie: de politiek van toen die zich nu even partijdig herhaalt.
Carl Devos had het verleden week over “de apostelen van de antipolitiek” en twitterde me terecht dat magistraten daar ook bij horen. Ook justitie lijdt aan de arrogantie van de macht terwijl bij uitstek justitie niet kan overleven zonder “de verhevenheid van morele fundering”.
Inderdaad, zolang de HRJ de tabula rasa van een sober, collectief ontslag niet aandurft tellen we alvast 44 nieuwe apostelen van de anti-justitie. Het uitblijven van die catharsis zou onze rechtstaat nog oneindig veel meer schade kunnen aanrichten dan zelfs maar één enkele benoeming over te moeten doen.
Jan Nolf is ere-vrederechter. U vindt hem op Twitter@NolfJan
Ons vir jou: “Dit gebeurt dagelijks!”
Ons vir jou: “Dit gebeurt dagelijks”
“Als u een toekomstbeeld wilt hebben, dan stelt u zich best een laars voor die op een gezicht trapt. Ononderbroken“ Een citaat van George Orwell, passend bij bijgevoegde video. Ook al trapt er niet letterlijk een laars in het gezicht van het slachtoffer. De boodschap blijft dezelfde.
Op de Duitse webstek Politically Incorrect trok een artikel over een steniging – ergens in Zuid-Afrika – onze aandacht. De bijhorende film geeft weer hoe een naakte persoon, slechts met sokken aan, op de grond ligt. De tekst vermeldt dat het om een vrouw gaat die daarvoor verkracht werd. Meerdere mannen gooien zware stenen op haar, trappen op haar. De scène speelt zich af in een drukke straat. Auto’s rijden toeterend voorbij. Bij elke steenworp of trap joelt de menigte. Niemand grijpt in. Zelfs kinderen doen mee aan het volksvermaak. Eén der daders draagt een schooluniform. Stenen treffen de weerloze vrouw tot ze geen levensteken meer geeft. De juiste omstandigheden zijn niet bekend.
We vroegen onze correspondent Peter Murray of hij hier meer over wist. Hierbij zijn antwoord:
“Wat jou vrae betref; helaas moet ek sê dat ek geen kennis van die voorval dra nie, en nie weet waar, wanneer en waarom nie.
Ek het wel die video gesien wat ons – snaaks genoeg – van ‘n bron in Rusland ontvang het. Dit het op vele websites gesirkuleer, maar Afrikaners is “woedend”, omdat ons hierdie dinge goed ken, en dat buitelanders dit op ons websites gooi asof dit groot nuus is.
Alhoewel dit vir ons “ou nuus” is, bly dit steeds elke dag verskriklik wreed. Die meeste lesers weier om daarna te kyk. Elke blanke persoon in Suid-Afrika het ‘n familielid, vriend, kollega of bekende gehad wat op sulke wrede maniere gedood is. Dit is dus nie meer vir ons VREEMD nie, maar dit is TELKENS WEER, en OPNUUT, ‘n skok wanneer ons met so-iets gekonfronteer word. Sulke voorvalle is nie uniek nie …. dit gebeur daagliks.
Sedert 1990, toe ons laaste wit president – F W de Klerk – aangekondig het dat hy ons land aan die kommunistiese swart barbare (op ‘n skinkbord) wil weggee, is daar al 4 000 blankes op boerderijen vermoor. Aangesien vele plase (boerderijen) ver afgeleë is, en ver van polisiebeskerming is, is die meeste moorde wreed. Mans, vrouens en kinders (maar veral bejaardes) word op die wreedste maniere denkbaar gemartel totdat hulle sterf. Wanneer dit dan by die polisie aangemeld word, word dit heel dikwels nooit aangeteken nie, en word daar oor statistieke gelieg. Die meeste inligting oor plaasmoorde kom van familielede en bure van oorledenes, wat dikwels – heel toevallig – op die lyke afkom.
Benewens die 4 000 plaasmoorde, was daar ook ‘n reuse getal moorde op blankes in stede en in dorpe. Daar word beweer dat meer as 70 000 blankes sedert 1990 deur swartes vermoor is. Dit is slegs die getalle waarvan ons bewus is. Daar kan vele méér moorde wees, waarvan ons nie bewus is nie. Dit is soveel soos die aantal sitplekke in die voetbalstadions wat vir die 2010 WK in Suid-Afrika gebou is. Elke Europeër wat van vandag af ‘n voetbalwedstryd in Europa bywoon, behoort vir ‘n paar oomblikke stil te word en te dink aan die 70 000 blankes (‘n hele stadion vol voetbal-supporters) in Suid-Afrika wat al onskuldig vermoor is.
Vanselfsprekend is daar méér swartes wat ook deur swartes vermoor is. Deskundiges skat die getal op sowat 250 000. Maar daar moet onthou word dat die PERSENTASIE van blanke slagoffers veel meer is as die PERSENTASIE swart slagoffers. Daar word tans gemiddeld 57 mense (swart, bruin, wit) per dag vermoor, waarvan omtrent 10 blank is. Daar word gesê dat die gevaarlikste beroep ter wereld is om ‘n blanke boer in Suid-Afrika te wees.
Dit is verstommend om te lees dat daar mense oorsee is wat reken dat die moorde op blankes geregverdig is. Sommige lesers op die blad in Duitsland beweer dat die moorde ‘n reaksie is op die wrede moorde wat blankes in die verlede op swartes uitgevoer het, en dat dit die blankes se verdiende loon is. Dit is natuurlik nie waar nie, maar ‘n groot leuen. Blankes in Suid-Afrika het méér goed as kwaad aan swartes gedoen. Hierdie land is deur blankes opgebou. Toe die eerste blankes in 1652 hier aangekom het, was hier letterlik GEEN infrastruktuur nie. In 1962 was Suid-Afrika ‘n Eerstewereldland wat met die beste westerse lande vergelyk kon word. Vandag is ‘n groot deel van daardie infrastruktuur vernietig.
* Oor ‘n tydperk van 24 jaar is groot skade aan ons land gedoen, en ons volk (die Boere-Afrikaners) is vermink en verneder. Die getal vermoordes is omtrent 2% van ons bevolking, die getal emigrante (wat ons land verlaat het asgevolg van die moorde) is 25%, en die getal ontwortelde en getraumatiseerde Afrikaners is waarskynlik meer as 50%. Ons vra die buitelandse media om nie die waarheid te verdraai, te verswyg of belaglik te probeer maak nie, maar om vir die wereld te vertel wat in ons land aangaan. (Nvdr: wat wij telkens weer aanklagen, Peter)
Genocide is ‘n werklikheid, al ontken die politiek-korrektes dit. Die Afrikanervolk het nou genoeg gehad. Ons eis nou van die ANC-regering in Suid-Afrika, asook van die internasionale wereld, ons vryheid. Ons eis ons eie grondgebied. Ons eis ons veiligheid. Ons verdien dit, want ons het aan die swart bevolkings van Suider Afrika ‘n eerstewereldland gegee. Geen ander nasie in Afrika is so bevoorreg soos die swart bevolking van Suid-Afrika nie. In ruil vir ons lojaliteit kry ons nou die stank vir dank. Ons eis nou ons vryheid! Ons is bereid om die droogste en onvrugbaarste deel van ons land (daardie 100 000 vk/km in die suide van die provinsie Noord-Kaap) in ontvangs te neem, net solank dit ons alleen-eiendom kan wees.
Peter.“
Hierbij de video waarvan sprake. De gevoelige lezer weze gewaarschuwd.
Op facebook wordt openlijk opgeroepen de blanken te vermoorden. Als wij nog maar met een scheef oog naar een gepigmenteerde cultuurverrijker loeren, dreigt ons een proces door het Spionnencentrum.
FT
Het Amerikaanse leger heeft een probleem
Zwaarlijvige militairen VS nemen toevlucht tot liposuctie
Een toenemend aantal Amerikaanse militairen roept de hulp in van plastisch chirurgen om het standaardonderzoek naar hun vetpercentage te doorstaan. Ze vrezen door een teveel aan lichaamsvet niet door de keuring te komen, wat grote gevolgen kan hebben voor hun loopbaan.
Die angst is niet denkbeeldig. De afgelopen vijf jaar is het aantal militairen dat wegens overgewicht op straat belandt vertienvoudigd.
Sommige dikke militairen zien geen andere oplossing dan liposuctie, maar ondergaan die onder protest. Ze houden vol dat niet hun postuur, maar de keuring het probleem is. De keurmeesters van defensie zouden niet alleen slappe bierbuiken, maar ook spierbundels en kleerkasten het predikaat ‘te zwaar’ opspelden.
Artsen onderschrijven de klacht van de verongelijkte militairen. Verschillende dokters en fitnessdeskundigen hebben het leger opgeroepen de standaard aan te passen. Amerikanen zijn tegenwoordig zwaarder dan vroeger, maar dat zou niet automatisch inhouden dat ze ook ongezonder en minder fit zijn.
De aangepaste, nieuwe standaard zou er zo moeten uitzien: wie twee barkrukken nodig heeft, wordt gebuisd.
Het Pentagon zegt dat zakken voor de vetpercentagekeuring dikwijls hand in hand gaat met slecht presteren bij conditietests. Bovendien zou het niet doorslaggevend zijn om een keer voor de meting te zakken.
Ontoelaatbaar zware militairen moeten verplicht afvallen in een ‘karbonadepeloton’ of een ‘donutbrigade’, zoals ze in legerkringen zijn gaan heten. Zo’n eenheid volgt een streng dieet en sportprogramma.
Sommige militairen stellen dat het obesitasbeleid van defensie wel degelijk strenger is geworden. Omdat het leger uit geldgebrek moet inkrimpen, zouden lijvige militairen als eerste in aanmerking komen voor ontslag.
Bron: tientallen mediabronnen
Wie eens wil nagaan hoe het met zijn vetpercentage zit, kan dit bij Army Body Fat Calculator
FT
olé, olé, olé Belgium, Vlaanderen is weer de klos
De belgische socialistische regering di rupo kan nog wat meer inspanningen leveren om het ondernemersklimaat op te krikken. Tot dat besluit komt de Wereldbank in haar Doing Business-rapport. Hoe liefjes zijn ze toch.
De instelling met hoofdzetel in Washington nam de afgelopen maanden 189 landen onder de loep. Ze ging na hoe gemakkelijk het is een bedrijf uit de grond te stampen, aan vergunningen en financiering te geraken, belastingen te betalen en zaken te doen.
De Wereldbank plaatst België op plek 33, vijf plaatsen lager dan vorig jaar. In 2008, bij het begin van de wereldwijde financiële crisis, pronkte ons land nog op positie 19 op een totaal van 179.
We kunnen niet wachten op de volgende regering van de wuivende handjes, nespa di rupelsteeltje.
Was belgie geen succesverhaal, zeg het nog eens elioke, we horen het zo graag.
Der gute Kamerad
Der gute Kamerad
In het vorige artikel van Freddy Van Gaever verwijst hij naar een lied dat wij steeds weer even aangrijpend vinden. Het is bijna Allerheiligen / Allerzielen, traditiegetrouw de herdenkingsdagen van onze overledenen. Oók van de Vlaamse Oostfronters.
Ter hunner ere en voor ieder van ons die even wil stilstaan bij een stukje “verboden” Vlaamse geschiedenis – én de repressie – bieden wij dit lied aan en geven enige toelichting over het ontstaan en gebruik.
“Ich hatt’ einen Kameraden” of “Der gute Kamerad”, de officiële titel van het lied, is een traditionele klaagzang in het Duitse leger. De tekst werd in 1809 geschreven door de Duitse dichter Ludwig Uhland. In 1825 maakte de componist Friedrich Silcher de muziek.
“Der gute Kamerad” speelt een belangrijke ceremoniële rol bij het Duitse leger en is een integraal deel van een militaire begrafenis sinds 1870. Het lied is ook traditioneel geworden bij de begrafenissen van militairen in Oostenrijk, de Oostenrijkse brandweer en het zeer gepruisiseerde Chileense leger. Het wordt ook in zekere mate gebruikt in het Franse leger, met name in het Vreemdelingenlegioen. Wanneer het lied wordt afgespeeld salueren de soldaten, een eer die alleen eigenlijk aan nationale volksliederen is gegeven.
Af en toe wordt het lied gespeeld bij burgerlijke plechtigheden, meestal als de overledene aangesloten was bij het leger. Het wordt ook vaak gezongen bij de begrafenis van leden van een Studentenverbindung. Het lied wordt tenslotte ook gezongen op Volkstrauertag, de Duitse herdenkingsdag voor de gesneuvelden.
Het lied wordt ook gespeeld bij kransleggingen van buitenlandse staatshoofden en anderen bij het Duits nationaal oorlogsmonument in de Neue Wache in Berlijn. (Wikipedia)
Het lied ontstond in 1809 onder invloed van de Badische troepen onder Frans bevel tegen rebelse Tirolers. De tekstdichter Uhland onderhield contacten met beide zijden. Alhoewel het gedicht al op muziek gezet was, paste Friedrich Silcher een Zwitsers volkslied daarvoor aan en zo ontstond de huidige versie.
“Der gute Kamerad” werd vooral vanuit een politieke reactie op muziek gezet om de oorlogsslachtoffers te huldigen en de heldendood te idealiseren. De betekenis van het gedicht zelf krijgt verschillende interpretaties. Langs de ene kant wordt het solidariteitsgevoel n.a.v. een gedode soldaat naar voren geschoven, langs de andere kant stelt men dat het gedicht voor iedereen telt, zowel voor de eigen troepen als voor de vijand, die na de dood ook respect verdient en niet verketterd wordt.
Daarom is het lied niet geschikt als propaganda, als oproep tot de strijd, maar “slechts” als een uiting van droefheid, van rouw, omwille van de gevallen soldaat.
Het begrip “kameraadschap” wordt op alle fronten, bij alle legers, bij elke militaire inzet gebruikt. Na de tweede wereldoorlog werd de “goede kameraad” een “boosaardige kameraadschap”. Het werd een reden tot spot, haat, afrekening en politieke-correctheid.
Wij zouden perfect een beeldfragment van een recente begrafenis kunnen plaatsen, zoals bv. van gevallen soldaten in Afghanistan, waarbij tijdens de militaire ceremonie dit lied ten gehore gebracht werd. Maar we doen dit niet. Dwars zoals we zijn plaatsen we deze video, waarbij we aandacht vragen voor de bijhorende tekst van degene, die het filmpje op youtube geladen heeft; vertaling lijkt ons overbodig.
“Video dedicated to all the German soldiers who served in the Second World War.
This is one video in which I won’t allow negative comments towards the German soldiers or people. Negative comments will be removed and you will be blocked. Anyways, thanks for watching.”
Florent Van Ertborn
Men zegge het voort
Moet ik mij nu ook als een verrader beginnen te beschouwen?
Jaren geleden schrok ik toen vele, zogezegde Vlamingen, de vinger wezen naar toenmalig minister Johan Sauwens omdat die een vergadering van het Sint Maartensfonds had bijgewoond.
Ik kon niet begrijpen toen deze minister na allerlei negatieve persartkels in onze politiek-correcte pers diende af te treden. Nu herhaalt de geschiedenis zich en zijn er een reeks vuilspuiters die nu het vel willen van Jan Jambon (N-VA). Waarom? Omdat er nu een foto is opgedoken waarop hij staat afgebeeld tijdens een toespraak voor het Sint Maartensfonds !!!
“Djeezus Christ” zou ik zeggen. Is dat nu waarmede sommige journalisten en Vlamingen zich in 2013 moeten bezighouden nl. met een foto die meer dan 10 jaar oud is!! Ik meen dat we al die huichelaars als sukkelaars moeten beschouwen en verder negeren.
Wat moeten sommigen dan wel niet van mij gaan denken? Ik hield destijds drie of viermaal een toespraak voor het Sint Maartensfonds!!
Het was steeds tijdens de maand december dat ze me jaar na jaar vroegen en ik meen me te herinneren dat ik ook hun laatste spreker ben geweest vooraleer ze, wegens steeds
meer overlijdens en dus bij gebrek aan leden hun vereniging opdoekten.
De ene maal sprak ik over het corrupte Belgische “bestuur der luchtvaart”. Een ander maal over onze corrupte Belgische voetbalwereld en weer een andere keer over het grote aantal corrupten en huichelaars die ik in de politieke wereld had aangetroffen.
Nooit heb ik bij die Sint Maartensfondsleden iets verkeerds gehoord of bemerkt. Iemand stelde me voor; ik hield mijn toespraak en na het applaus stond iedereen recht en zong ingetogen “Ich hatt’ einen Kameraden…..einen bessern find’st du nit….” (ik had een kameraad……een betere vind je niet…)
Ik vond dit aandoenlijk en daarna ging iedereen in de nabijgelegen gelagzaal iets drinken. Ieder jaar luisterde ik naar het verhaal van een of andere weduwe die het grootste gedeelte van de aanwezigen uitmaakten.
“och Meneer….. het is allemaal zo jammer geweest…..ik was pas getrouwd met mijn man…..onder invloed van de aalmoezenier van zijn jeugdbeweging zou hij gaan helpen om de goddeloze communisten te gaan verslaan…..hij was een harde werker op de hoeve van zijn vader…..nooit heb ik van hem nog iets gehoord……nooit kwam er een andere man in mijn leven…..ik weet dat het zot is maar feitelijk hoop ik nog steeds dat hij ooit terug zal komen… Jaren na mijn man zijn er vele Amerikaanse soldaten in Korea ook gaan vechten tegen de communisten. Diegenen die hun leven verloren worden nu als helden beschouwd in hun land en bij ons heb ik jaren moeten horen dat mijn man een verrader en een lafaard was…”
Al die verhalen waren bijna steeds hetzelfde. Regelmatig zag ik dan nog een traan in de ogen van die inmiddels uitgebluste vrouwen. Zelf werd ik steeds ontroerd en het was met plezier dat ik een positief antwoord gaf toen ze me terugvroegen.
Moet ik mij vandaag nu ook als verrader gaan beschouwen? Zouden al die “vingerwijzers” zich niet beter bezighouden met al die vele parlementairen die via allerlei mandaten gigantische sommen in hun zak steken en dit meestal voor niet bewezen diensten? Waarom maken die Vlamingen toch steeds ruzie onder elkaar?
Arm Vlaanderen….arm volk, zou ik zeggen.
Zolang als de leiders van N-VA en VB blijkbaar niet door dezelfde deur kunnen en zolang er nog Vlamingen zijn die verdienstelijke politiekers als Johan Sauwens en Jan Jambon willen afslachten, wel zolang verdienen we het niet om ooit nog onafhankelijk te worden.
Men zegge het voort,
Freddy Van Gaever