De verboden toespraak van prof. Paardekooper
De Nederlandse taalkundige professor Piet C Paardekooper maakte vanaf 1949 school als auteur van de ABN-Gids, een Groen Boekje avant la lettre dat focuste op taalzuivering en vooral in Vlaanderen werd gebruikt.
In 1962 zond de KRO zes lezingen van hem uit, gebundeld uitgegeven door uitgeverij Standaard Boekhandel. Veelzeggende titel: Er zijn geen Belgen. Het leverde hem de reactie op van Le Soir: ‘Waar bemoeit die vreemdeling zich mee?’ Hij stelde de achterstelling van de Vlamingen aan de kaak, voerde een vurig pleidooi voor een beschaafde omgangstaal – wat toen het Algemeen Beschaafd Nederlands heette – en riep – zelf katholiek – katholiek Vlaanderen op zich van het Belgische klerikale juk te ontdoen. Het leverde hem de banbliksems op van de Belgische overheid die hem, na eerder lezingen te hebben gegeven voor het KVHV en de Vlaamse Volksbeweging in o.a. Antwerpen en Leuven, verbood nog langer toespraken te geven op Belgische bodem.
Dit gebeurde tot twee keer toe. De socialistische minister van Justitie Piet – ‘de leugeneer’ – Vermeylen wou zodoende rellen vermijden met Waalse militanten. De verboden toespraak focust vooral op de Franse preken in Vlaanderen. De tekst verscheen in 1962 in het meinummer van Doorbraak, toen het berichtenblad van de Vlaamse Volksbeweging. U vindt de volledige tekst als historisch document hieronder, volledig in de toen vaak gangbare progressieve spelling waar hij zelf voorstander van was. Enkele markante zinnen zetten we in het rood. Ook aan de KU Leuven, waar hij eerder doceerde, was hij tot 1970 niet welkom. Paardekooper is ondertussen 92.
Inleiding van de redactie:
Dit is de tekst van de redevoering die Dr. Paardekooper uitsprak te Gent en te Antwerpen. Deze tekst zou ook de inhoud van zijn Leuvense toespraak vormen. Men kent de schijnheilige argumentatie van Vermeylen, die kant noch wal raakt, tegen deze toespraak. Daarom is zijn optreden tegen Dr. Paardekooper louter willekeurig en ingegeven door de reaktie…
Tekst van professor Paardekooper:
“Dames en heren, Het heeft me getroffen dat er onder de honderden reakties op m’n radiovoordrachten, naar verhouding zoveel kwamen uit Antwerpen en omgeving. Het bewees dat er in deze grote trotse stad een sterk Nederlands hart klopt; dat maakt het voor mij wel biezonder prettig om hier voor u te komen spreken, in de kaizerlaike stad, Entwarpe groeët en raik. Zoals een Oostduitser op het ogenblik officieel een buitenlander is in West-Duitsland, zo ben ik het officieel hier in Zuid-Nederland, of ik het nou prettig vind of niet. Dat betekent dat ik me in uw land strikt moet onthouden van kommentaar op politieke aangelegenheden, in tegenstelling met wat ik kan zeggen in m’n eigen huiskamer tegen Vlaamse journalisten die m’n mening vragen of in de kleine Hilversumse studio. Dat betekent evenwel niet dat ik hier geen belangrijke kwesties met u kan bespreken; gelukkig kan dat wel. Want de strijd die onze gemeenschappelijke kultuur in uw land te voeren heeft tegen de brutale kulturele agressie van het Frans, heeft nog zoveel belangrijke niet-politieke kanten dat daar nog heel veel over te zeggen valt.
Om maar met de deur in huis te vallen: daar is allereerst hier in Antwerpen de brutale provokatie geweest van de Franse preken in de H. Geestkerk.
Leuven! Het anti-sociale gedrag van sommige priesters hebt u wel terecht aan de kaak gesteld. Als een arrestant niet wil luisteren naar het beleefde verzoek van een agent om mee te komen naar het politieburo, dan moet hij er zich niet over verbazen als hij daarna stevig in de kraag gegrepen wordt. Men moet nooit misbruik maken van iemands beleefdheid, geduld en inschikkelijkheid. Men moet bovendien begrijpen dat de tijd van sociaal onrecht al heel lang voorbij is. Een pastoor hecht ofwel belang aan z’n preek ofwel geen belang. In het laatste geval moet hij hem onmiddellijk afschaffen. maar in het eerste geval moet hij zich in elke preek tot al z’n parochianen richten en niet tot 1% daarvan, zeker niet als dat juist de rijkste zijn. Daarmee geeft hij aan de hele rest van z’n parochianen en zelfs buiten z’n parochie zeer grote ergernis. En ergernis geven is een groot kwaad. Funktioneert z’n eigen geweten slecht, dan is het zaak om hem zonder uitstel daarop te wijzen. Een paar jaar geleden kreeg het bisdom Den Bosch een nieuwe bischop Mgr. Bekkers. In de eerste brief die hij aan z’n gelovigen richtte stond een zin die ik nog nooit uit de mond van een bisschop heb horen komen en die me buitengewoon sympatiek klonk. Mgr. Bekkers vroeg om de kritiek van z’n gelovigen! Misschien heeft ook uw nieuwe bisschop dat wel gedaan, misschien is dat een even sociaal-voelend man als z’n Bosche kollega. In dat geval wens ik u geluk: er zal dan in zeer korte tijd een eind komen aan dat ergerlijke sociale euvel in de kerken: de Franse kastepreekjes. Als dat kwaad in andere bisdommen niet vlug verdwijnt, dan hoop ik dat soortgelijke dringende protesten als er al in de Gentse sint-Baafs hebben plaatsgevonden, zich juist zo lang en zo dringend zullen herhalen tot het sociale recht hier over de hele lijn hersteld is en tot iedere Franskiljonse pastoor opgehouden zal hebben met z’n parochianen het slechte voorbeeld te geven door de geest van de Belgische wet te verachten. Als die wet in Vlaanderen ééntaligheid voorschrijft, dan moeten de pastoors geen voorbeeld geven in het saboteren daarvan. Dat is onburgelijkheid oftewel INCIVISME
* * *
Een paar weken geleden heb ik in Gent gepleit voor het laten verdwijnen van de geest van het klerikalisme onder de katolieken. Ik zeg niet dat de indruk juist is die een buitenstander krijgt, maar het lijkt erop alsof de bisschoppen met de C.V.P. vòòr de verkiezingen een koehandel plegen die hierop neerkomt: de C.V.P. gunt ons een bepaalde invloed in de politiek en als tegenprestatie zullen wij het stemmen op andere partijen voor doodzonde of dagelijkse zonde verklaren, al naar gelang het bisdom. Dergelijke maatregelen hebben steeds meer de omgekeerde uitwerking van wat ze bedoelen: ze jagen veel katolieke letterlijk en figuurlijk de kerk uit omdat die de lucht daarin te benauwd vinden om te kunnen ademen. Ik pleit nogmaals voor een niet-klerikaal katolicisme, voor een sterke emancipatie van de katolieke leken. Een bisschop is geen paus, hij is feilbaar. Ik weet niet of de bisschoppen van de ene kerkprovincie feilbaarder zijn als die van een ander, maar het zou goed zijn als de wel zeer grote feilen van Mercier zo vlug mogelijk vergeten konden worden.
* * *
Sinds tientallen jaren beheerst de tegenstelling klerikaal-antiklerikaal de verhoudingen in uw land. Het is merkwaardig hoe sommige gevoeligheden volkomen toevallig ontstaan. U weet misschien dat bij ons in het noorden het processieverbod iets dergelijks is. Bijna alle protestanten hebben per traditie een panische, een pathologische angst voor processies. In België daarentegen kan men liberaal, socialist, ja zelfs godloochenaar zijn zonder zich ook maar iets aan te trekken van welke processie ook. Maar omgekeerd zijn klerikalisme en antiklerikalisme in de Nederlandse politiek vrijwel onbekende dingen. Geen enkele protestant, liberaal of socialist heeft er iets te vrezen van pastoors of bisschoppen. Ik zou willen dat het schoolpakt hier een voorbode werd van eerlijke samenwerking tussen Vlamingen van alle partijen zoals ik de dwaze processie-angst bij de protestantse Nederlander graag zou willen zien genezen. Herman Teirlinck en Stijn Streuvels – zeer grote figuren uit onze letterkunde – hebben elkaar kunnen vinden in de strijd tegen gebiedsroof en van Nederlandse socialisten blijken van instemming ontvangen; ze willen heel graag veel doen voor de bestrijding van het sociale onrecht dat de Vlamingen te verduren hebben van Franstaligen. De Vlaamse socialisten zullen zeker als ze die vrees voor het klerikalisme kunnen overwinnen, met hun Nederlandse partijgenoten mee willen werken.
* * *
Maar behalve dat eerste doel – geen Franse preken meer in Vlaanderen – kunnen we dit jaar nog een tweede bereiken. Er is al vaker over gepraat: de tijd is er volop rijp voor. Ik vraag uw aandacht voor een zeer belangrijke kwestie: het onderwijs in het Frans op uw lagere scholen. Op het ogenblik wordt er in de Nederlandse Tweede Kamer een zeer groot wetsontwerp behandeld waarbij vrijwel het hele Nederlandse onderwijs opnieuw geordend wordt: de zg. Mammoetwet. Een van de zeer belangrijke en kostbare winstpunten daarvan is de sterke vermindering van het aantal lesuren in het Frans op de Middelbare Scholen. Die vermindering was allang dringend nodig, omdat het Frans sinds Frankrijk de laatste oorlog zo smadelijk verloren had als diplomatieke taal vrijwel vervangen was door het Engels. Militair, ekonomisch en politiek is Frankrijk net als Belgïe en Nederland door de Engelssprekende landen op de been geholpen. De grote beslissingen in de wereldpolitiek komen niet meer zoals vroeger van Frankrijk, maar van Rusland en Amerika, in mindere mate van Engeland en Kommunistisch China. Een enorm prestigeverlies voor het Frans was daarvan het gevolg: het Engels wordt ook in Frankrijk zelf steeds meer geleerd en gesproken. De bekende Franse taalkundige André Martinet schreef een paar jaar geleden: ‘Een Engelsman kan z’n leven doorbrengen in de hotels van de Azuurkust zonder één woord Frans te spreken’. Vandaar dat het aantal lesuren Frans in allerlei landen voortdurend afneemt, ook in Nederland. Dat is punt één.
Punt twee is dit: de normale toestand is in alle landen van de wereld dat de mensen er van nature een dialekt spreken maar dat ze op school uitvoerig onderricht krijgen in hun kultuurtaal, hun AB, net zolang tot ze dat mondeling en schriftelijk volkomen beheersen. Tachtig jaar geleden bestond er in Vlaanderen praktisch nog geen AB Nederlands. Men had er een verkeerde taal ingevoerd als kultuurtaal: het Frans, en die werd met grote energie op school aan de kinderen geleerd. Nu hebben we sinds tientallen jaren in leren zien dat daarmee een groot onrecht gepleegd is en de bedoeling van de taalwetten is kort en krachtig: herstel van de natuurlijke toestand. Boven de Nederlandse dialekten in België hoort het Nederlands AB, het ABN dus en niet meer het AB Frans. Dat ABN moet nu dus voortaan met grote energie op school aangeleerd worden, net zo lang tot de kinderen die taal mondeling en schriftelijk volkomen beheersen. Het is begrijpelijk dat lang niet alle mensen direkt begrepen hebben dat het hier eigenlijk om ging. Het is ook normaal dat vooral oudere mensen enige moeite hebben om helemaal aan deze nieuwe gang van zaken te wennen. Dat neemt niet weg dat we duidelijk moeten maken dat dit de weg is die Vlaanderen zo vlug mogelijk af moet leggen, wil het uit de moeilijkheden komen waaraan het door andermans schuld geraakt is. Er zijn nog altijd vrij veel Lagere Scholen in Vlaanderen waar de kinderen Frans krijgen. Welnu: ik doe een dringend en hartstochtelijk beroep op alle Vlamingen – schoolhoofden, onderwijzers en ouders van schoolgaande kinderen – om per 1 september aanstaande elk onderwijs in het Frans op de Lagere school radikaal af te schaffen en kostbare uren die daardoor vrijkomen te besteden aan het Nederlands. Ik doe een speciaal beroep op de Nederlandstalige pers in uw land om deze grote aktie met geestdrift te steunen. Geloof me: het is nu het ogenblik ervoor. Hoe zijn de resultaten van het tegenwoordig onderwijs? De lagere school leert de kinderen een klein mondje Nederlands en wat Franse woordjes. Na hun Lagere School spreken de kinderen geen fatsoenlijk Frans – en dat is op zich heel prettig – maar ook geen fatsoenlijk Nederlands, en dat is rampzalig. We moeten niet van twee walletjes tegelijk willen eten. Het is natuurlijk niet de schuld van de onderwijzers dat de resultaten zo droevig zijn, het is de schuld van het systeem. Welnu: de ouders hebben het in hun macht om dit dwaze systeem te veranderen.
Radikale afschaffing van elk woord Frans onderwijs op de Lagere School is dé onmisbare voorwaarde voor sanering van deze ziekte. Laat u niet door schijnargumenten verleiden; houd voet bij stuk. Aan de plaats van het Frans bij het Middelbaar Onderwijs bij u tornt voorlopig nog niemand. Ik kan me voorstellen dat iemand m’n politieke opvattingen volkomen waardeloos vindt en als argument gebruikt dat politiek m’n vak niet is. Inderdaad. Maar taalkunde is m’n vak wél en taalonderwijs eveneens. In de Vlaamse, Brabantse en Limburgse dialekten voel ik me heel biezonder thuis en sinds 25 jaar interesseer ik me voor de verhouding tussen ABN en dialekt. Ik mag dus in alle bescheidenheid zeggen dat ik me volkomen verantwoord voel door dat klemmende beroep dat ik op alle betrokken partijen doe en ik vanwege het grote belang van de kwestie graag nog ‘s herhaal: laat het in Vlaanderen vanaf het komende schooljaar – vanaf september dus – definitief afgelopen zijn met elke Franse les op de Lagere School. Daaraan voeg ik nog dit toe: het is een verzoek aan alle gemeentebesturen, vooral aan die van de grote steden in Vlaanderen. Help de onderwijzers in hun moeilijke taak door waar het maar kan praktische kursussen te organiseren in volmaakt ABN-gebruik. (Nvdr: dankzij de culturele verrijking zijn we er verder vanaf dan ooit…) Ik neem aan dat Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal u daarin heel graag zal willen helpen vooral de jongere die niet meer tevreden zijn met een kompromistaal tussen dialekt en ABN, maar die alleen het fijste en het zuiverste Nederlands nog goed genoeg vinden om aan de kinderen te leren.
* * *
De Nederlandstaligen vormen een kultuurgebied van ruim 17 miljoen mensen die zich steeds meer bewust worden van hun waarde en hun kracht, die steeds minder zullen dulden dat ze vernederd en onbeschoft behandeld worden. Ons ideaal is zonder de minste twijfel dat we rustig in vrede mogen leven naast de kultuurgebieden die ons begrenzen. het is voor niemand van ons prettig om tijd, geld en kracht te moeten besteden aan een taalstrijd die ons opgedrongen wordt door de agressie waarvan ons kultuurgebied het slachtoffer is. Niemand van ons denkte eraan om Waver te annekseren of om Luik tot een ééntalig-Nederlandse stad te maken. Het zijn altijd de anderen die delen van òns taalgebied willen veroveren. Ik hoef u dat niet te zeggen. Men dwingt ons tot de strijd zoals de Duitsers ons militair de strijd dwongen in 1940. Welnu: dan zullen we die strijd ook aanvaarden in de grootst mogelijke eensgezindheid en met het vaste voornemen om niet te rusten voor hij definitief geëindigd is met de nederlaag van de dwaze overmoedigen die uit het verleden niets hebben willen leren, met de nederlaag van hun taal- en kultuurdiscriminatie, van hun kulturele waan, met de definitieve beveiliging van ons hele kultuurgebied, onverschillig of het binnen Nederland, België of Frankrijk ligt. Ik dank u.”
Als VVB-lid kan u enkele originele documenten hier bekijken.
Nvdr: Wie zich die tijd nog kan herinneren of wie er meer wil over weten, kan best even hier klikken op de webstek van de vroegere VMO.
http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/de-verboden-toespraak-van-prof-paardekooper