Slovenië: volgende EU-land in de problemen
Ook al blijft Slovenië geruststellende taal gebruiken, de feiten en cijfers spreken deze wensdroom tegen.
In een recordtijd heeft de Sloveense politieke elite het land van een voorbeeldrol in een restauratieproject veranderd. Slechts vijf jaar na de toetreding tot de eurozone moet men ermee rekening houden dat Slovenië de volgende kandidaat zal zijn voor het euro-reddingsplan.
Ooit werd het land “het Zwitserland van de Balkan” genoemd. Pas in 2004 lid van de EU en drie jaar later werd het al rijp geacht om tot de eurozone toe te treden. En nu, vijf jaar later, moet het land, na Cyprus, aan een infuus. Het faillissement dreigt en weer is het de euro, die blijkt het nefaste dopingmiddel te zijn. De lage intresten na de toetreding tot de eurozone in 2007 hebben Sloveense ondernemingen ertoe verleid zich te pletter te lenen in een koop- en expansieroes. De kredietverleners waren meestal de drie grootste banken, die zich allemaal bezit van de staat zijn.
Wie een beetje dieper graaft zal snel zijn conclusies trekken wie er van die kredieten geprofiteerd heeft. Officieel als privatiseringen in de 90-jaren voorgesteld, blijkt het in werkelijkheid om schijnprivatiseringen te gaan. Verkoop aan vriendjes van het staatsinstituut zou ook de staatskas te goede moeten doen komen hebben, maar belangrijker was dat de invloed van de overheid op de economie behouden bleef. Het doel was de controle handhaven door ‘insiders’, zelfs de Europese commissie is daar intussen achter gekomen.
Resultaat van de handig geconstrueerde ‘privatiseringen’: de regering controleert nog altijd rechtstreeks of onrechtstreeks ca. 50% van de economie. Samen met het marktaandeel van 40% der drie grootste staatsbanken: een explosief mengsel. Langs de ene kant heeft de oude politieke elite de banken – in staatsbezit – regelrecht leeggeroofd. Langs de andere kant heeft de politiek druk uitgeoefend op de toekenning van kredieten aan firma’s zonder zich aa de regels van economische criteria te houden.
Resultaat: De Sloveense bankensector zit op een berg “vuile” kredieten. Zo zou volgens een laatste rapport van de OESO, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, een vierde van de toegestane kredieten aan niet-financiële ondernemingen als “vuil” (bad) gelden.
Slovenië zelf schijnt niet in staat te zijn met staatshulp de wankelende bankensector weer recht te krijgen. Omdat telkens weer vers geld in de rotte banken gepompt moest worden is de staatsschuld aan een sterk toenemend tempo gestegen. In 2008 bedroeg het deficit slechts 30% van het BNP, nu 60%. Tegelijkertijd wordt de toegang tot de kapitaalmarkt steeds moeilijker. De volgende weken worden kritisch als 2.5 miljard euro aan buitenlandse schulden opnieuw gefinancierd moeten worden.
Niet alleen de vuile bankkredieten hebben voor een toename van de staatsschuld gezorgd. Ook het pensioensysteem is een tikkende tijdbom. De officiële pensioenleeftijd ligt er op 58 jaar. Talrijke vervroegde pensioenstatuten hebben ervoor gezorgd dat de gemiddelde pensioenleeftijd 54 jaar bedraagt. Als gevolg van de royale regeling komt men tot de hallucinante cijfers van 450.000 pensioentrekkers tegenover 750.000 betalers van pensioenbijdragen. Alle pogingen om het pensioensysteem te hervormen, botsen op het njet van de DeSUS, de Sloveense Democratische partij voor Gepensioneerden. Deze partij is al jaren in de voortdurend veranderende meerpartijen-coalities de enige constante in het politieke landschap. Sinds jaren zit deze partij telkens weer in de meerderheid en slaagt erin haar kiezers tegen elke omvormingspoging af te schermen.
Het is niet duidelijk of de nieuwe premier Alenka Bratušek (partij “Positief Slovenië”) zich bewust is van de ernst van de toestand. Critici menen dat zij lijdt aan een ‘Hollande-syndroom’, dat zij zoals de Franse president noodzakelijke hervormingen en besparingen op de lange baan zal schuiven. Ongeacht het geruststellende credo van de premier, zou een kreet om hulp uit het euro-reddingsfonds een slecht signaal zijn voor het volgende EU-lid, Kroatië.
In het algemeen zorgt de situatie in Slovenië voor de ontnuchtering in EU-kringen. Als zelfs de “beste leerling van de klas” problemen van die omvang heeft, hoe zal het dan aflopen bij de probleemstaten van het vroegere Joegoslavië, bij Kroatië en Servië, die nog in de EU moeten opgenomen worden?
Bewerking uit het Duits door Floriaan Terbeke
http://www.preussische-allgemeine.de/nachrichten/artikel/absturz-eines-musterschuelers.html