Goede morgen lieve mensen
Verleden vrijdag hebben jullie me moeten missen wegens technische problemen. Mijn oprechte verontschuldigingen. Vandaag bied ik jullie een vrolijk nummer aan met een rare naam: Wooly Bully dat eigenlijk Hully Gully had moeten heten, maar dat mocht niet.
Het groepje dat dit plaatje op de markt bracht was Sam the Sham & the Pharaohs. De spil waarrond alles draaide, Sam, werd geboren als Domingo Samudio op 6 maart 1937 in Dallas, Texas; hij was van Mexikaanse afkomst. Reeds op school trad hij op als zanger en met een begeleidend groepje, waarvan Trini Lopez ook deel uitmaakte. Na zijn middelbare school tekende hij voor zes jaar bij de marine en ging in Panama wonen. Vervolgens zou hij twee jaar klassieke muziek proberen te studeren, gecombineerd met optredens van rock ’n roll, maar hij gaf er de brui aan.
In 1961 werd voor het eerst de groep The Pharaohs opgericht met Sam the Sham als zanger. Ze namen een plaatje op maar dat kende geen succes en eind 1962 gingen ze uit elkaar. Vervolgens zou Sam bij Andy & The Nightriders gaan spelen, die naar Memphis ging verkassen en daar enkele hits scoorden. Hun optredens vielen op door hun buitenissige kledij, die nu doodgewoon wordt beschouwd, nl. met lange gewaden en een soortement sjeik-hoofddoeken. Platenopnames volgden: de eerste twee zijn het vermelden niet waard, maar de derde, ons keuzenummer van vandaag, was bingo. Het verkocht wereldwijd 3 miljoen exemplaren en kwam in de Amerikaanse Hot 100 op nr. 2.
Bij ons en in Nederland werd het zelfs een nummer één hit. De oorspronkelijke naam, Hully Gully, werd door de platenmaatschappij verboden omdat er copyright op zat: iedereen danste toen een soort lijndans, de Hully Gully. Daarom werd het lied naar Sams kat genoemd: Wooly Bully.
Vraag me niet naar de zin of onzin van Amerikaanse benamingen; een behoorlijk aantal vind ik gewoon krankzinnig. Hoewel het liedje een groot succes was, werd het op sommige radiozenders geboycot, omdat het nummer zou verwijzen naar (homo)seks. Da’s nog zoiets dat intussen als normaal beschouwd wordt, of beter gezegd, als aanbeveling verkondigd wordt. Wat vijftig jaar geleden als ‘normaal’ beschouwd werd – en bijgevolg al het andere als ‘abnormaal’ – heeft nu andere criteria gekregen. ‘Normaal’ van toen betekent nu ‘enggeestig’, ‘conservatief’ of ‘discriminerend’. ‘Abnormaal’ van toen is nu ‘progressief’, ‘flexibel’, ‘vooruitdenkend’, ‘verdraagzaam’ en ‘modern’.
Ik kom terug op ons liedje, want anders is mijn stemming voor heel de dag naar de vaantjes. Sam nam met zijn Pharaohs nog nummers op maar die wisten in Vlaanderen het succes van Wooly Bully niet te evenaren. In hun vaderland kenden de opvolgers daarentegen wel succes. Sam was zowat de enige constante factor in het bestaan van de groep: Pharaohs kwamen en gingen; in 1966 werden ze aangevuld met drie achtergrondzangeressen, die zich de Shamettes noemden.
Op het einde van de zestiger jaren werd de groep opgedoekt en Sam the Sham ging solo verder. In 1972 kreeg hij een Grammy Award. Hij neemt nog steeds nummers op, treedt af en toe op tijdens concerten maar houdt zich hoofdzakelijk bezig als dichter en predikant.
Privé valt er niet veel te melden. Hij trouwde in 1959 met Louise Smith. Ze hebben samen één zoon, Dimitrius en zij gingen na hun echtscheiding elk hun eigen weg in 1968.
Mag ik jullie applaus voor een pretentieloosnummer met Sam the Sham & the Pharaohs: Wooly Bully?
Liefs van Lolita
Sam The Sham & The Pharaohs – Wooly Bully… door TOCARD-CONNEXION