Chokri, Zouzou, en het groot Vlaams pardon
Ook Vlaanderen heeft nu zijn Waarheidscommissie
Allicht doet het woord Waarheidscommissie bij u een belletje rinkelen: o.m. in Argentinië, El Salvador, Peru, en Guatemala, waar duizenden mensen gewoon in het niets oplosten onder de militaire dictatuur, drong een onderzoek zich op naar de ware toedracht. Een volk moet afrekenen met zijn verleden en de schuldigen aan massamoord ter verantwoording roepen.
Dat is ook de mening van Chokri en Zouzou Ben Chikha, twee lolbroeken van allochtone komaf (sorry, mag ik niet zeggen: verboden woord in het Gentse), die zich in uitermate knullig Nederlands uitdrukken over allerlei kwesties, ook de Vlaamse, en net daaraan hun hoge aaibaarheidsfactor ontlenen. Noem het maar positieve discriminatie: de heren zijn uit de media niet weg te branden.
Wat is hun case? Geen wrede dictatuur, geen genocide, geen doodstraffen of afgehakte handen (vandaag vooral te vinden in moslimlanden, minder langs Vlaamse wegen), maar de Wereldtentoonstelling van 1913 te Gent, waar een groep Senegalezen in een ”Village Sénégalais” figureerden. Ook een stel Filippijnen, ronddollend in hun natuurlijke habitat, vormde een vermakelijk curiosum, het was dan ook een Wereldtentoonstelling.
De charme van de wildeman dus. Vermoedelijk keken die mensen al evenzeer naar ons als wij naar hen, en moeten we dit als een voorvorm van het sociaal toerisme beschouwen, uiteraard vermengd met het typische koloniale sfeertje van die tijd. Maar zo denken de broers Ben Chikha er niet over: op hun webstek gewagen ze van een hallucinant, racistisch en mensonterend evenement dat dus euh… een Waarheidscommissie verdient. Honderd jaar na datum.
Zo gezegd zo gedaan: raar maar waar, ze bestaat echt, het is blijkbaar geen late Aprilgrap. Het oude Gentse gerechtsgebouw doet dienst als decor. Weinig kans dat ook maar één modale Gentenaar wakker ligt van het schertstribunaal, maar daar gaat het niet om. Dit slecht theater blijkt namelijk maar een voorprogramma te zijn van een optreden van de Gentse burgemeester.
De glazen bol van Termont
Over de zin en onzin van historische excuses is er op deze webstek al veelvuldig gebakkeleid. Meestal gaat het om plat politiek stuntwerk, afgedenkt door een stevig scheut moralistische aanstellerij. In dit geval met burgemeester Daniël Termont in de glansrol, die al eerder besliste om het Nederlands woordenboek van enkele onwelvoeglijke termen zoals “allochtoon” te ontdoen.
Ach, zich vergapen aan exoten, het is des Menschen, meer dan Chokri en Zouzou blijkbaar beseffen. We doen het allemaal op reis, we zijn allemaal Kuifjes in de Sovjet-Unie, nieuwsgierige en verwaande voyeurs die perse op de foto willen met die negerin (pardon) die haar kroeshoofd als een bagagerek vermag te gebruiken. Omgekeerd zijn de Bruggelingen én Gentenaars in hun Vlaams Madurodam voor al die Japanners ongelooflijk grappig en menig kiekje waard. Lachen geblazen thuis. Om nog maar te zwijgen van de vrolijke vitrines aan de Kortrijkse Steenweg, waar de fijne vleeswaren uit de Filippijnen, Senegal, en Oost-Europa dagelijks in alle maten en gewichten worden aangeboden.
Desalniettemin vragen Chokri en Zouzou zich bezorgd af, of dat negerdorp van de Gentse tentoonstelling uit 1913 toch niet iets met de Vlaamse identiteit te maken heeft. Daarop kunnen wij enkel bevestigend antwoorden: jawel, de stront aan onze klompen, die ongeneeslijke vieze adem die opwalmt als we onze donkerbruine gedachten aan de toog ventileren, dat lachen met foute moppen, het steeds maar weer voor de verkeerde partij stemmen, het zit in ons, en de Waarheidscommissie zal het eruit pulken.
Meer nog: niet alleen de Gentenaar, de Vlaming, maar meteen ook de Vlaamsche cultuur zal hier terechtstaan. Zo zal het Cyriel Buyssegenootschap zich plaatsvervangend moeten verantwoorden voor het woord “neger” dat door deze Vlaamse romancier (1859-1932) werd gebezigd. “De commissie moet een ondergesneeuwd en controversieel element van de Gentse geschiedenis blootleggen, en de commissie moet die bekommernis projecteren naar de toekomst toe”, aldus ene Annelies Verdoolaege, Afrikaniste aan de UGent.
Het ziet er dus naar uit dat Buysse in de nabije toekomst uit de rekken zal gehaald worden, tenzij men systematisch het woord “neger” overplakt. Met Afrikanologistische groeten.
Gewezen provinciegouverneur Herman Balthazar (S.PA) patroneert dit grootscheeps gewetensonderzoek, dat onvermijdelijk zal eindigen in een massaal mea culpa en een zelfgeseling van alle Vlamingen omwille van deze misdaad tegen de menselijkheid.
Er was althans één bijdehandse jongen die het verdicht niet afwachtte: terwijl de bizarre alliantie van artistieke mistspuiters en Gentse academici ijverig de stoelen klaarzette voor de zittingen van de Waarheidscommissie, leek burgemeester Termont (ook S.PA: zal het u verbazen) de uitslag al in zijn glazen bol te hebben gezien. Hij bood maar meteen, namens de stad Gent en voor de opgetrommelde media, zijn excuses aan tegenover heel de beschaafde wereld. ‘U kan er van op aan dat de samenleving die de stad Gent is, een heel andere samenleving is die dat vandaag niet meer zou doen’, aldus de burgervader.
De voorzet van Chokri en Zouzou recht in doel gekopt, jawel, zij het dat de match nog niet eens begonnen was.
Het leven en de werken van Leopold II
De in snelheid gepakte Commissie stond even voor gek: “we moeten het in een bredere context zien, als kritiek op het kolonialisme”, zo klonk het bedremmeld. Maar ondertussen was wel duidelijk geworden dat de milde steun van de stad Gent aan het project niet vrijblijvend was: dit moest en zou een Termont-show worden tijdens de Paaskomkommer. Met dank aan Action Zoo Humain, de subsidiefuik van Chokri en Zouzou, en de nuttige idioten van de Ugent.
Wat hier nog het meest in het oog springt, is inderdaad de ranzigheid van een linksgekleurd academisch establishment, dat probleemloos meehuppelt in de groteske mix van middelmatig allochtonentheater en politiek opportunisme. Kan men de fratsen van Chokri en Zouzou nog opvatten als bezigheidsterapie en een geslaagde vorm van tewerkstelling in de socio-culturele sector, en kan men nog enig begrip opbrengen voor de profileringsdrang van Daniël Termont die vóór zijn beurt in het beeld kwam lopen, dan is het “wetenschappelijk” gehalte van deze Waarheidscommissie dubieus. Temeer omdat het hier helemaal niet gaat om de Vlaamse identiteit en onze vermeende racistische inborst, maar om het kolonialisme in zijn globaliteit, waar de Gentenaar van vroeger en nu zich helemaal niet hoeft voor te excuseren.
Er zijn nochtans duistere bladzijden uit de Belgische geschiedenis genoeg, die wél een Waarheidscommissie waard zijn. Om in de koloniale sfeer te blijven: de moord op Patrice Lumumba bijvoorbeeld, de eerste premier van het onafhankelijke Congo,- een door de CIA beraamde executie, met instemming van Boudewijn I en op aansturen van het Belgische grootkapitaal, De daartoe opgerichte onderzoekscommissie in 2002 was weinig meer dan een doofpotoperatie waar uiteindelijk niemand met de vinger werd gewezen. Steek daar misschien eens uw tijd in, historici van de UGent.
Over de wandaden van Leopold II in Congo is bij ons weten zelfs helemaal géén officieel onderzoek gevoerd,- afgezien van het nep-onderzoekje dat de vorst zelf beval, onder druk van de aanzwellende kritiek op de onmenselijke omstandigheden in de rubberindustrie, de dwangarbeid, het gijzelen van vrouwen en kinderen, het platbranden van dorpen die hun quota niet haalden, het afhakken van handen en voeten.
Men schat dat Leopolds regime tien miljoen Congolezen het leven heeft gekost. Hugo Claus schreef er ooit een toneelstuk over, dat stante pede werd verboden. Onder druk van het Koninklijk Hof, zo wordt verteld.
In het licht van deze reële historische hangijzers is de Gentse “Waarheidscommissie” over de expo van 1913 van een lachwekkende onnozelheid. Als pure theaterbedoening had ik er geen woord aan vuil gemaakt, leve de artistieke vrijheid (al kost het ons ook geld). Maar dat dit in de blubber van de lokale politiek dobbert, en, godbetert, wetenschappelijke ondersteuning krijgt vanuit de academische sector, is de schaamte voorbij.
Johan Sanctorum