In Angeltjes werd er op 10.11.2008 aandacht besteed aan een uitgebreid artikel uit ‘t Pallieterke waarbij uitgelegd wordt dat in de Limburgse ondergrond voor honderden jaren gas kan gewonnen worden voor onze eigen private en industriële behoeften. Er wordt tevens melding gemaakt wie deze winning dwarsboomde. Waarom vandaag deze bron niet wordt aangeboord, nu de energieprijzen de pan uitrijzen, mag een raadsel heten. Lees en verbaas u wat een expert terzake erover schreef in ‘t Pallieterke enkele jaren geleden:
Vlaamse steenkool – Jan Rabijn @ ‘t Pallieterke
Obama en McCain en de Vlaame steenkool
©’t Pallieterke – Jan Rabijn
Vandaag, 4 november 2008, kiest Amerika een president. Barack Obama en John McCain zijn het roerend eens over de steenkool. Die moet in ere hersteld worden klaroent het Republikeinse én het Democratische verkiezingsprogramma. In Limburg heeft Vlaanderen de kans om de eigen energie en chemie te voeden met steenkolen. Dat is geen folklore of nostalgie.
Bernard van Dyck uit Landen is een Vlaming en een intellectueel zoals wij er honderden te weinig hebben. De 84-jarige onderwijskundige en oud-schooldirecteur van het Atheneum van Landen is haast een halve eeuw een expert van de steenkolen van Vlaanderen. De VVB’er, activist van het Europees Studiecomité voor de Herwaardering en Chemische Valorisering van Steenkool en polemist, heeft een sterk verhaal over onze enige nationale energiebron: de steenkool. Hoe hoger de prijs van de olie, hoe schaarser deze brandstof wordt, hoe dreigender de Arabieren en de Russen, hoe belangrijker het wordt om te luisteren naar zijn mening.
Bernard van Dyck:
“Door 85 boringen die Willy Claes liet uitvoeren, en die nadien verdwenen achter de coulissen, weten wij dat er in Noord-Limburg direct uitbaatbaar vier miljard ton steenkool is, plus een reserve van vier miljard ton. Dus acht miljard ton van de beste steenkool ter wereld, klaar voor de chemische valorisering. Wij hebben Limburg 75 jaar uitgebaat, van 1917 tot 1992, en in al die jaren zijn 500 miljoen ton opgehaald. In de Vlaamse bodem rust hoogwaardige grondstof voor vier eeuwen. Wij zijn rijk. Uit honderd kilo Vlaamse steenkool komt veertig liter zuivere benzine plus basisstof voor de chemie, de farmacie en de cosmetica. Die rijkdom zal echter uit onze handen glippen omdat wij knullige politici hebben. Wij hebben het archief gered van de mijnen, een berg van 15 meter hoog die lag in Heusden-Zolder. Alle belangrijke stukken, alle kennis is verhuisd naar het technologie-instituut VITO in Mol. Na een jaar stond alles op microfiches en wie het wil weten, moet naar daar en vindt alles over elke laag en elke mogelijkheid.”
‘t. P.: Blijft steenkool een alternatief voor olie en aardgas?
BvD: “Inderdaad. De nieuwste technieken leveren schone energie uit steenkool. We hebben flinke voorraden die ons eeuwen kunnen verder helpen en ons vrijer maken van de Arabische olie en het Russische aardgas. Na de sluiting van de mijn van Beringen schreven de comitéleden en ik aan alle parlementairen en ministers – we zijn in ‘91-’92: Dames en heren, de olie raakt op, als de Chinezen in hun kamer allemaal een lampje laten branden van 40 watt en zij hebben een tiende van onze auto’s is er een wereldwijde energiecrisis. Dan moet India nog wakker worden. Die situatie zou er zijn, vermoedde ik, op de middellange termijn. Zij is er dus sneller. Voor de oorlog ’40-’45 had ik het boek gelezen van Anton Ziska, “Het Oosten ontwaakt”, met de stelling: als de Chinese draak ontwaakt, dan zal de wereld beven. Wij sloten onze mijnen, de Chinezen openden de ene na de andere put.”
’t P.: Weet het buitenland wat er bij ons ligt?
BvD: “Ja, de Vlaamse steenkolen mogen niet uit Vlaamse handen gaan. Concessies voor buitenlanders à la EDF en GDF zijn uitgesloten. Shell bezit veel kolenmijnen. De Chinezen hebben reeds voorgesteld om te komen kijken. Jongelui als Stijn Bijnens van de Limburgse Reconversiemaatschappij weten van niks en babbelen de modes na, zag ik in Knack in een zomerinterview: steenkool is vuil werk en vandaag zijn diensten en hightech het enige heil, aldus die broekies die op de schoolbanken zaten toen het Europese Valorisatiecomité nationaal en internationaal actief was. Als ik directeur zou zijn van de LIM, zou ik kijken naar de Limburgse bodemrijkdom: steenkool, wit zand en grind.”
De beste
’t P.: Steenkool is een passie die u al tientallen jaren bezig houdt.
BvD: Ja, die dateert uit de tijd toen ik in de jaren zestig ondervoorzitter was van de Vlaamse Volksbeweging en in de Limburgse afdeling pleitte voor de blijvende valorisatie van de Vlaamse steenkolen in Limburg. Dat kon door een sprong voorwaarts in de steenkolenchemie en die kans hebben wij ook vandaag nog. Er zijn stommiteiten gebeurd, schandalige beslissingen zijn genomen. Echter met het oog op de toekomst sluimert in Noord-Limburg acht miljard ton grondstof die onze economie en onze energievoorziening kan ondersteunen. Steenkolen zijn en blijven onze enige nationale energiebron. Wij hebben met Antwerpen-Beringen de grootste scheikundeconcentratie ter wereld. Uit carbochemie haal je producten die niet kunnen met petrochemie. Wij liggen strategisch beter dan Houston, Texas, waar de chemie in Vlaanderen mee vergeleken wordt.
Met de VVB’ers Paul Daels, Staf Verrept, Maurits Coppieters, Ferdinand de Bondt en de Luikse professor en expert Pierre Stassen, een wereldautoriteit van de steenkool, belegden wij een grote vergadering in De Uilenspiegel in Zwartberg. Een VVB-manifestatie om Zwartberg – de modernste mijn van het land – open te houden volgde met 4.000 deelnemers. De vakbonden stuurden hun kat, want Zwartberg kon hen gestolen worden, dat was toch maar in Vlaanderen. De mijnwerkers waren in kleine groepjes aanwezig. Het protest is mislukt, de regering sloot Zwartberg.
Nadat de rijkswacht twee mensen neerkogelde in Zwartberg, haakte het VVB-hoofdbestuur af. Geen bloedvergieten, klonk het daar. Ik zei, je moet doorgaan en meedoen, we zijn een volksbeweging. Zwartberg was de mooiste mijn van België, er werd winst geboekt, maar omdat de Luikenaars en de Borains compensaties eisten, moest Limburg geofferd worden. Houthalen was reeds dicht, maar niet vernietigd en die mijn was ondergronds verbonden met alle andere steenkoolexploitaties. Je kon vijf mijnen sluiten in Limburg en ze langs de ondergrond en op afstand verder ontginnen.”
’t P.: De sluitingen volgden een onverbiddelijke logica. U haakte niet af?
BvD: “We zagen de bui hangen, acteerden de pietluttigheid van de politici en de vakbondslui en gooiden het over een andere boeg. Na de actie voor Zwartberg is de Vriendenkring Zwartberg-Limburg uitgebreid met wetenschapsmensen tot een Europees Studiecomité voor de Herwaardering en de Chemische Valorisatie van de Steenkool. Pierre Stassen en Jean Stassen, de broer van Pierre en de directeur van het kenniscentrum voor steenkool Iniex, in Luik, Jos Beckers, ir. Verbruggen, veiligheidstoezichter in Limburg, traden toe. De drijvende kracht achter het Europees Studiecomité was Désiré Dylst, die had geen diploma’s maar heeft zijn ganse leven ingezet voor de economie van Vlaanderen. Wij zochten contact met het buitenland, men is nooit sant in eigen land. De Nederlander Schopping met zijn eigen laboratorium in Nederlands-Limburg stelde vast dat Vlaams-Limburg de beste kolen ter wereld heeft: arm aan assen, zuurvrij en met een vluchtigheid tot 40% of meer. Limburg heeft de beste kolen ter wereld voor de carbochemie, dus om hen scheikundig te verwerken. Wij zonden de kolen naar Zuid-Afrika, naar Rusland en Oost-Duitsland, en telkens was in die kolenlanden het besluit: dit zijn de beste kolen ter wereld voor chemische valorisatie.”
’t P;: Bleef het bij studies?
BvD: “De Zuid-Afrikanen zijn hier komen praten op het ogenblik dat de ruwe olie 40 dollar per vat kostte. Zij vertelden, wij hebben kolen tot 27% vluchtigheid, die van jullie zijn beter en wij willen investeren in Limburg. De Arabieren lieten het ruw nadien zakken van 40 tot 10 dollar. De kolen als grondstof waren voordelig als de ruwe olie tegen 25 dollar per vat stond. In Zuid-Afrika ontving Sasol I, de eerste kleinschalige fabriek aldaar voor kolenchemie, overheidstoelagen bij ruwe olie onder 25 dollar, geen dollars voor een prijs tussen 25 en 28 dollar. Sasol I moest toelagen terugbetalen uit zijn winst bij een olienotering van meer dan 28 dollar. Na de daling van de olieprijs hebben de Zuid-Afrikanen bedankt voor een inspanning in Limburg.”
’t P.: De omschakeling naar andere activiteiten dan steenkool heeft Limburg gered?
BvD: “Het ene zowel als het andere had gekund. De steenkolen hadden en hebben een toekomst in Limburg. Een voorbeeld, in het verlieslatende mijncentrum Eisden werkten 6.000 mensen en Willy Claes heeft die mijnwerkers op straat gezet zonder te denken aan alternatieven als carbochemie. Siemens en Bekaert zouden de oplossing brengen en bouwden in Lanklaar. Opdat er geen verzakking zou zijn onder die twee fabrieken, wat onvermijdelijk is in een kolengebied, mocht er geen kolenwinning zijn onder het industrieterrein Lanklaar, waar het kolen regende. Heel de Maaskant hebben wij gemobiliseerd om Eisden te redden. Tot in het Volkshuis hingen affiches met de slogan “Claes handen af van onze mijnen”. In Maasmechelen arriveerde Claes voor een meeting in het Volkshuis en zei boos: “Die affiche moet weg”. Hij werd toegebeten door de baas van het dranklokaal: “Willy dat hangt er en blijft er hangen, ge kunt mijn kloten kussen”. De minister bond in. De week nadien hebben wij bij hem thuis vergadert met het Europees Studiecomité. Zonder resultaat. Willy Claes staarde zich blind op de beloften van Siemens en Bekaert, daar zouden in totaal 3.200 arbeidsplaatsen geschapen worden, het bleef bij 450 en zelfs die vielen grotendeels weg.”
Crapuleus
’t P.: Willy Claes heeft jullie en de Vlaamse mijnwerkers in de steek gelaten?
BvD: “Ja, wel deed hij een geste die vandaag nog belangwekkend is. Willy Claes maakte geld vrij voor 85 boringen ten noorden van Lanklaar. Iedereen dacht dat de kolen daar zeer diep zaten. De Vlaamse lagen hellen van het Limburgse zuidenoosten naar het noordwesten en gedacht werd, zeker in de vooroorlogse jaren dat men dus op diepten zou moeten kolen hakken waar het te warm was. Wat bleek echter met de boringen van Claes? Dat ze in het noorden van Limburg kolen hebben die niet op 1.500 meter diepte liggen, wel tussen 1.000 en 480 meter. Er is een breuk in het kolenvlak die in het voordeel speelt van een rendabele exploitatie. De boringen bewezen dat je tot 1.000 meter dertien kolenlagen hebt waarin je rechtstaand kan werken. Willy Claes was razend omdat we dat in de pers lieten lekken. De rijkswacht werd ingezet bij de boorputten om te beletten dat er informatie zou uitlekken en het Europees Comité ook maar een millimetertje zou oppikken uit de boorkernen voor onderzoek in het labo van professor Schopping. De gendarmes knepen echter een oogje dicht en de mensen van het mijnwezen in Limburg speelden mee. CVP-politicus Johan Weyts bond de kat de bel aan in De Standaard. Zijn stelling was duidelijk: dit is een schat, bewaar die, draag er zorg voor, belet dat de mijnen onder water lopen. Zijn kinderen werden bedreigd met broodroof en hij werd van de eerste plaats op de kieslijst verdreven ten voordele van Daniël Coens. Dat werd op het laatste nippertje omgedraaid, maar Weyts kon na de verkiezingen opstappen.”
’t P.: Was er Europese belangstelling voor jullie kolenscheikunde?
Bvd: “En of. Wij ijverden voor een pilootfabriek voor de chemische valorisatie en vonden gehoor bij mevrouw Garcia, de voorzitster van de energiecommissie van EU. Zij was van Asturias, de Spaanse mijnbouwregio. In Heusden-Zolder verklaarde zij tijdens een meeting dat er miljarden frank aan Europees geld klaar lag voor een pilootfabriek. Dan moest er wel één mijn open gehouden worden. Beringen had gekund, dat leverde 250.000 ton aan Scandinavië. Onze studies bewezen dat je met 200 miljoen frank subsidie per jaar Beringen niet hoefde te sluiten. Met een open mijn in Beringen kon je de hele Limburgse ondergrond bereiken, daar bleef boven- en ondergronds werk voor duizenden mensen en dat betekende minder dopgeld. De Commissie Economie van het Vlaams Parlement kwam op
werkbezoek. De dag voor zij kwamen, is men begonnen met beton te storten in Beringen en niemand weet, of wil weten, wie dat bevel gaf. Die crapuleuze smeerlappen hebben de Europese belangstelling gefnuikt, tot groot verdriet van mevrouw Garcia. Pogingen om het debat aan te gaan in het Vlaams parlement leverden evenmin veel op. Die parlementairen kenden niks van het mijnwezen en lieten zich ringeloren door hun medewerkers. Een agent van de Staatsveiligheid zei me letterlijk in de parlementaire wandelgangen: “Jullie hebben gelijk, ik zie dat ze daar binnen niet weten wat ze zeggen.”
Jan Rabijn