Van Coburg tot Oranje
Terwijl Nederland zich opmaakt voor een groot volksfeest bij de troonsopvolging van koningin Beatrix, lijkt koning Albert wel vastgekleefd op zijn troon. Intussen zwalpt de Belgische monarchie van incident naar incident. Commentatoren pleiten voor een modernisering en meer transparantie, maar fietsen in een wijde boog om de fundamentele vraag heen: Heeft de monarchie überhaupt bestaansrecht in een democratisch bestel?
Om de erfenis van haar man (75 miljoen euro) en het potje van haar dotaties (20 miljoen euro) veilig te stellen voor de fiscus, richtte koningin Fabiola een stichting op. Wat een flater, wat een inschattingsfout. De kwestie sloeg in als een bom en zwengelde het debat over de dotaties voor de koninklijke familie weer aan. Die dotaties belopen intussen pakweg 15 miljoen euro per jaar en worden breed uitgesmeerd over alle erfgenamen van Laken. In werkelijkheid kost de monarchie minstens eens zoveel, want er zijn nog veel verborgen kosten en financiële transparantie is er niet.
Ze hoeven geen enkele verantwoording af te leggen over wat ze met dat geld doen en ze hoeven er ook geen euro belasting op te betalen. In tijden van crisis, massale ontslagen en zware besparingen, krijg je zulks nog moeilijk verkocht. Dat is mogelijk één van de redenen waarom premier Di Rupo (PS) nu werk wil maken van de al vaak beloofde herziening van de dotaties. Wellicht is het ook een poging om het koningshuis uit de wind te zetten en te behoeden voor erger, lees: de afschaffing. De publieke knieval van Albert II in zijn toespraak voor de ‘gestelde lichamen’ valt onder dezelfde noemer: redden wat nog te redden valt.
Rood
Nederland heeft het systeem van de dotaties erg beperkt. Alleen Beatrix, Willem-Alexander en Maxima krijgen zo’n toelage. Al de anderen moeten werken voor de kost. Bij de aankondiging van haar afscheid sloofden ‘roalty watchers’, politici en opiniemakers zich uit om de kwaliteiten van Beatrix de hemel in te prijzen: haar professionaliteit, haar warmte, haar kennis en kunde. Ondanks die quasi heiligverklaring reed ook Beatrix geen vlekkeloos parcours.
De Nederlandse auteur Carel Brendel schrijft dat ‘Trix’ de voormalige tegenstanders van de monarchie – links dus – wist in te palmen door in kerstboodschappen en troonredes de klemtoon te leggen op linkse thema’s als ontwikkelingssamenwerking, het verenigde Europa en het multiculturalisme. Ook dat is herkenbaar. “Niet verwonderlijk eigenlijk,” spot de rechtse filosoof Bart Jan Spruyt: “Het koningshuis is wel gebaat bij een beetje verdeeldheid. Hoe meer diversiteit, hoe sterker de behoefte aan een bindende factor.” Na de moord op Theo van Gogh ging Beatrix niét op bezoek bij de nabestaanden, maar repte ze zich naar een Marokkaans koffiehuis en een islamitische school.
En liet prinses Maxima zich niet laatdunkend uit over de Nederlandse identiteit? Die had ze – naar eigen zeggen – in al die jaren nergens gevonden. Geen wonder dat sommigen vinden dat het huis van Oranje de laatste jaren vooral rood kleurt. Dat maakt dat ze, aldus Bart Jan Spruyt, vandaag aan de verkeerde kant staan: “bij de vermeende elite, recht tegenover het volk.”
Al valt daarvan in de collectieve Oranje-waanzin die het land straks overspoelt wellicht weinig van te merken. Zelfs het anders zo kritische Elsevier staat mee te juichen. “Kim Jong-un (Noord-Korea) moet met een zekere professionele jaloezie naar de dwepende onderdanen van het vorstendommetje aan de Noordzee hebben gekeken,” schrijft Algemeen Dagblad-columnist Jerry Goossens. Het is een zeldzaam kritisch geluid.
Koning der Walen
Wat heeft het Nederlandse koningshuis dat ze in Laken niet hebben? Zet Willem-Alexander en Maxima naast Filip en Mathilde en veel uitleg heb je niet meer nodig: spontaniteit en natuurlijke charme. Zoiets als een ‘Oranjegevoel’ hebben we in België nooit gekend. Als de koning en koningin ergens te lande neerstrijken, zie je een handjevol die-hard-fans, wat schoolkinderen die opgetrommeld werden om met een tricoloor vlagje te zwaaien en een bus bejaarden uit het nabijgelegen rusthuis. Dat Frans de voertaal is in Laken en de koningin het simpelweg vertikt om Nederlands te spreken, helpt ook niet echt om een band te scheppen.
Ja, Beatrix was een taaie, koppige tante. Ze haalde haar neus op voor het ‘populisme’, voor Pim Fortuyn en zijn kiezers. Ze trachtte het centrumrechtse kabinet met gedoogsteun van Wilders in de gracht te rijden nog voor het gevormd werd.
Die politieke bemoeizucht zou haar trouwens duur te staan komen: een politieke meerderheid zette een kruis over haar invloed bij de regeringsformatie en -onderhandelingen. Albert II zou dus beter eens te rade gaan bij Beatrix, want zijn uitgesproken bemoeienissen bij de regeringsvorming van Elio Di Rupo hebben de al zwaar gehavende façade van ‘politieke neutraliteit’ beslist geen goed gedaan. Tel daarbij nog de jaarlijkse bolwassing aan het adres van de Vlamingen in de koninklijke Kerstboodschap of 21 juli-toespraak en het plaatje is compleet. De Belgische monarchie wordt in Vlaanderen niet (langer) beschouwd als een bindmiddel, maar veeleer als een aanhangsel van het francofone establishment dat in dit land nog altijd de lakens uitdeelt.
Recente peilingen wijzen uit dat een meerderheid van de Vlamingen intussen kiest voor de afschaffing van de monarchie. Laken heeft er geen flauw benul van wat in Vlaanderen leeft. Ze leven op een andere planeet. De planeet Belgica, ver weg van de echte wereld. VRT-journalist Jan Becaus schrijft dat de koning heerst over “een totaal gespleten land, met drie officiële talen, tweeënhalf gewesten, drie gemeenschappen, waar geen nationale politieke partijen meer bestaan en waar de media de wereld op een verschillende manier bekijken en uitleggen.” Albert II probeert die “surrealistische janboel” bijeen te houden, stelt Jan Becaus, maar dat is “trapezewerk in de nok van het circus, zonder vangnet. Hij moet er zich voor hoeden zich nooit te veel met een van de onderdelen van zijn rijk te vereenzelvigen.”
Maar, daar wringt net het schoentje. Albert heeft zijn lot verbonden aan dat van de – eertijds republikeinse – Walen. Hún politieke macht in Brussel is de levensverzekering van de Belgische monarchie. Maar zijn keuze vervreemdt de kroon steeds meer van het Noorden. Vlaanderen radicaliseert en roept steeds luider om verregaande of volledige autonomie.
Republiek
Jeroen Brouwers omschreef de toekomstige koning van Nederland ooit als iemand met “de intelligentie van een krop sla.” Ook koningin Juliana maakte zich ernstig zorgen over de capaciteiten van haar kleinzoon en vroeg zich bang af of dat wel goed zou komen. Vergeet dus de dotaties of een mogelijk ceremoniële invulling van de monarchie. Dat is een nepdebat.
De hamvraag is of we in een democratisch bestel het hoogste ambt van een land aan iemand kunnen of willen toevertrouwen, louter op basis van erfrecht. Willem-Alexander is niet alleen koppig als een ezel, zo wordt gezegd, hij heeft er ook het verstand van. En dat is een gevaarlijke combinatie.
Daar zijn ze zich zelfs in het wereldvreemde Laken van bewust. ‘Filip de Taaie’ zorgde jaren geleden al voor een politieke rel met de verklaring dat hij het Vlaams Belang eigenhandig een kopje kleiner zou maken. ‘Een man met een missie’, maar – iedereen is het er over eens – ontzettend dom. Daar moeten wel ongelukken van komen. Bij onze noorderburen is het Republikeins Genootschap alvast blij met de komst van Willem-Alexander: “Wij hopen dat hij ons gaat helpen om te laten zien hoe achterhaald de monarchie is.” Daarom kunnen heel wat Vlaams-nationalisten ook nauwelijks wachten tot prins Filip op de Belgische troon zit. Hij moet in staat zijn om die laatste poot onder zijn stoel door te zagen en het einde van België te bezegelen.
Bron: Vlaams Belang Magazine