VVB hakt knopen door
Secretariaat 16-03-2013
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) organiseerde op zaterdag 16 maart een symposium over confederalisme en onafhankelijkheid. Een volgelopen ‘Schelp’ van het Vlaams Parlement hoorde een vraag aan de politiek om duidelijke keuzes te maken waarbij ook de N-VA niet werd gespaard.
Het symposium was bedoeld als ‘reflectiemoment’ in een periode waarin ‘independentisten en confederalisten‘ elkaar verkeerdelijk als vijanden zien. Zo opende VVB-voorzitter Guido Moons. Hij zette de toon door te stellen dat onafhankelijkheid nodig is en de VVB als drukkingsgroep daarop zal blijven hameren.
Prof. Bart Maddens (KU Leuven) schetste het ruime kader van het confederalismedebat. Dat is volgens hem het foute debat omdat politieke instellingen zichzelf ontwikkelen. Later wordt er door politicologen een naam op geplakt.
Maddens had vier vragen voor de verandering die de N-VA wil doorvoeren: blijft er een Belgisch parlement? Moet er een Belgische Grondwet blijven of worden het grondwetten op deelstaatniveau? Blijft België deel van de EU of worden de sub-entiteiten deel van die unie? En in hoeveel deelentiteiten moet België worden geconfedereerd?
In het programma van de N-VA is niet altijd een duidelijk antwoord te vinden op die vragen. En de overkoepelende vraag blijft: hoeveel moet er federaal blijven? Maddens eindigde dat onderdeel met een oproep tot duidelijkheid: ‘de N-VA heeft duidelijk nog wat huiswerk’. Er wordt later in 2013 of 2014 een congres van de N-VA over dat confederalisme verwacht.
Maddens ging ook nog in op de zesde staatshervorming. Volgens hem heeft die de Vlaamse eis voor een confederalisme met twee onmogelijk gemaakt: ‘Brussel is de grote overwinnaar van het Vlinderakkoord’. En daar zal in de toekomst rekening mee gehouden moeten worden. Een co-bestuur van Brussel door Vlaanderen en Wallonië is niet ondemocratisch als de Brusselaars een duidelijke stem hebben.
Een derde onderdeel in het referaat van prof. Maddens was de vraag hoe de communautaire big bang moet worden georganiseerd. Hij waarschuwde dat 2014 wel eens de grootste anticlimax uit de Vlaamse beweging zou kunnen worden: ‘Als de traditionele partijen en Groen kunnen, zullen ze de N-VA buitenspel zetten’.
Als de V-partijen incontournable worden, zijn er drie mogelijkheden. De Vlaamse regering kan de federale regering met legale middelen onder druk zetten. Ze kan dan de federale machine laten stokken door elke samenwerking te weigeren en belangenconflicten in te roepen tegen federale regeringsbeslissingen. Ten tweede is er de Catalaanse weg: een soevereiniteitsverklaring waarin Vlaanderen in het Vlaams Parlement het recht op zelfbeschikking opeist. En ten derde het grondwettelijk kader verlaten. Dat is niet zo revolutionair als het klinkt, zei Maddens. De Franstaligen deden het al (dreigden er al meermaals mee, tot recent toe).
In een debat bogen Dave Sinardet, Jean-Pierre Rondas, Fernand Keuleneer en Alain Mouton zich over de vraag ‘moeten we bang zijn van onafhankelijkheid?’. Waarin vooral een strijd over doel en middelen, wenselijkheid en haalbaarheid en van autonomie en unitarisme werden besproken.
In een samenvattend referaat werkte Peter De Roover, politiek secretaris van de VVB, de stelling uit dat Vlaanderen te groot en België te klein is voor een federaal systeem. Vlaanderen staat niet dichter bij de bevolking dan België en België biedt tegenover Vlaanderen geen schaalvoordeel. De deelstaten en de federale staat zijn, doordat ze van dezelfde grootte zijn, veroordeeld om constant met elkaar te concurreren. Extra staatshervormingen zullen dit probleem volgens De Roover niet oplossen, enkel verergeren. Daarbij zorgt het overaanbod aan overheden ook voor overregulering en regelneverij. De Roover riep op tot duidelijkheid in het debat. Wie meer Vlaanderen wil, moet beseffen dat dit inhoudt dat België verdwijnt. Wie pleit voor meer België moet het ermee eens zijn dat alle grendels en evenwichten verdwijnen.
De voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, Guido Moons, sloot krachtig af met een oproep om de taalgrens eindelijk te respecteren. Hij gaf alle Vlaamse regeringspartijen, inclusief de N-VA, een veeg uit de pan omdat ze niets ondernemen tegen de oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap. Volgens Moons holt die constructie de taalgrens uit. Hij verwijst daarmee naar de uitspraak van Laurette Onkelinx dat die BHG de ‘desenclavement de Bruxelles’ is. Hij verweet voorts de N-VA dat ze in dit dossier op een wel heel slappe koord dansen. Voor de VVB blijft de optie onverminderd: taalgrens is staatsgrens.
FVE
Bron: http://www.vvb.org/actueel/141/37787