- Turkije deelt de VSA mee dat ze Afrin, Koerdische enclave in Syrië, gaan aanvallen.
Bij monde van Tillerson, geven de VSA een goedkeurend antwoord: doe het snel en niet te uitgebreid. - Rusland heeft begrip voor de bezorgdheid van Turkije en suggereert dat de Koerden best hun onderkomen binnen het unitaire Syrië zien.
- De Syrische regering zegt te zullen terugslaan als Afrin door de Turken aangevallen wordt.
- De EU is nietszeggend bezorgd.
- Koerden: Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan, der Mohr kann gehen. (Schiller)
- Kortom: de VSA zien hun natte droom waar worden. PilatUSA wast zijn handen in onschuld. Syrië wordt opgesplitst, verdeeld, verarmd. Indirect worden Iran en Hezbollah getroffen. Israël is de lachende derde.
- Tenzij: Rusland zijn joker ingezet heeft op Turkije, dat hun eigen separatistische Koerden een lesje wil leren en er tussen Rusland en Turkije een akkoord is dat de door het Turkse leger veroverde gebieden overhandigd worden aan de Syrische regering.
Een kort overzicht van achtergrondinformatie die onze redactie bereikte:
1. Na Erdogans verbale waarschuwingen en toen duidelijk werd dat hij het meende, namen Koerdische leiders contact op met de Syrische regering met de boodschap dat ze tot het volgende bereid waren: de Syrische nationale vlag zou over Afrin mogen wapperen en een beperkt aantal Syrische legereenheden zouden als symbolische geste op het grondgebied gestationeerd worden samen met een select aantal staatsinstellingen.
2. Het was onmiddellijk duidelijk voor de regering dat deze Koerdische poging Turkije niet zou kunnen overtuigen zich gedeisd te houden. Bovendien was de regering zich van mogelijke belangrijke risico’s bewust.
Het eerste risico was dat een beperkt aantal legereenheden slechts een zeer dun menselijk schild boden.
Het tweede risico was meer genuanceerd maar voor de regering even belangrijk. Door toe te stemmen met een beperkte en selectieve aanwezigheid van staatsinstellingen – quasi als bevriende buitenlandse mogendheid – vreesde de regering een precedent te scheppen en legitimiteit geven aan de Koerdische afscheuring van de staat. Voor de regering onaanvaardbaar gezien de feiten ter plaatse, zoals bv. nummerplaten van auto’s die vervangen werden met Koerdische exemplaren, namen van steden en dorpen veranderd, de oprichting van Koerdische politie en andere instellingen, verschillende berichten van beslagname van gronden en verplichte deportatie van andere burgers. Het aanvaarden van het Koerdische aanbod zou een legitimatie van de status quo betekenen, iets wat de regering liever niet ziet gebeuren. De regering zou zich kwetsbaar opstellen, vreesde een valstrik want met een beperkte aanwezigheid in de Afrin regio zou het Syrische leger zich noch militair noch diplomatisch kunnen verdedigen.
3. De Syrische regering deed het volgende tegenvoorstel: Koerdische leiders zouden afstand doen van dat wat de regering als ‘opstand’ of ‘afscheuring’ zag, hun wapens aan het Syrische leger en/of andere staatsinstellingen overhandigen. Dan pas zou de regering de Koerdische strijders de keuze geven: ofwel deel uitmaken van het Syrische leger om de Turkse aanval af te houden, ofwel terugkeren naar een burgerbestaan, Afrin verlaten naar de Hasake provincie – in beide gevallen zouden ze moeten akkoord gaan met een ontwapening.
4. Het antwoord der Koerden was voorspelbaar: zij hadden het volste vertrouwen dat zij zelf Afrin zouden kunnen verdedigen en bovendien verwachten ze – zonder enige twijfel! – dat de Veiligheidsraad van de VN Turkije tot de orde zou roepen.
5. Voor de Syrische regering was het echter duidelijk dat Turkije sowieso zou aanvallen en zich niet door anderen hiervan zou laten afhouden. Ergo: voor het Syrische leger een op voorhand verloren gevecht.
6. De Syrische regering zag met argusogen hoe de Koerden zich als een onafhankelijke entiteit afdreven van de Syrische staat en bevolking. Zag hoe ze al hun eieren in de Amerikaanse korf legden. Hun aanbod – minimale militaire aanwezigheid en enkele vlaggen – was dan ook jammerlijk ontoereikend.
7. Kortom: de Koerdische leiders geloofden de beloftes van hun Amerikaanse ‘vrienden’ dat een Turkse aanval door de Veiligheidsraad van de VN onmiddellijk zou veroordeeld worden.
8. Wat betreft de Russische rol in het Koerdisch melodrama: Koerdische leiders bezochten Moskou twee weken geleden. Rusland overhandigde hen een lijst met eisen, nl. dat het Syrische leger tot aan de noordelijke staatsgrens zou mogen oprukken en de teruggave van de Deir Ezzor olievelden.
Men zal zich herinneren dat deze als rijpe vruchten geplukt werden door de Koerden en hun Amerikaanse beschermheren terwijl het Syrische leger slag leverde met ISIS in Deir Ezzor. Zowel Moskou als Damascus menen te weten dat de Koerden I.S.-terroristen een veilige aftocht boden uit Raqqa richting Syrisch/Russische strijdkrachten. Wat meteen verklaart waarom Moskou de Turkse generaals, die enkele dagen voor de Afrin-aanval ook op consultatie kwamen, niet de wacht aanzegde… en zijn militair personeel op de Menagh luchtmachtbasis, die zaterdag aangevallen werd door Turkse gevechtsvliegtuigen, verwijderde.
Bende komedianten…